Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 40 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 40
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.12 MB)

Scans (82.17 MB)

ebook (4.27 MB)

XML (4.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 40

(1883)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nieuwe uitgaven en vertalingen.

‘Mij is de wrake.’ Uit het Engelsch van Miss M.E. Braddon, Schrijfster van ‘Een Natuurkind, Vergulde Ketenen enz.’ door C. Baarslag 2 dln. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.

Miss Braddon geeft ons in dezen roman aanschouwelijke tafereelen, uit het werkelijke leven gegrepen, met dien fijnen tact, die haar als de begaafde schrijfster kenmerkt.

Zij kent de wereld en de menschen, die zich in haar bewegen, met hunne deugden en gebreken, met hetgeen hen beminnelijk en verachtelijk maakt.

Met levendige kleuren schetst zij ons de treurige gevolgen van blinde moederliefde en de onheilen, die eene venijnige tong kan teweegbrengen. De karakterteekeningen zijn keurig uit- en afgewerkt. Zij spreken sterk, maar zijn geheel natuurlijk, zoowel in de voorstelling van teedere aandoeningen als van misdadige opwellingen, van krachtige zelfbeheersching als van zwak bezwijken. De auteur laat ons hier een blik slaan in een vrouwelijk hart, dat, na hevigen tweestrijd, door zwakke toegevendheid voor altijd gebroken wordt en de grens nadert, om een misdadig hart te worden door de verleiding van het zoet der wrake; daar geeft zij ons het beeld te aanschouwen van eene vrouw, die we om hare vele goede eigenschappen hoog zouden kunnen waardeeren, als we, bij hare strenge beginselen zelfs, hare zelfzucht

[pagina 322]
[p. 322]

konden voorbijzien. Huiveren wij bij de schets van de hevige hartstochten, die er woelen in het hart van een woesteling: wij verachten een intrigant, die uit lage baatzucht een den mensch vernederend gedrag leidt. Moeten wij het noodlottig einde van een door de weelde van den rijkdom en eene verleidelijke Sirene gestruikelde en gevallene, maar door zelfverheffing weer opgestane betreuren; een hoogadellijke de onedele rol van verleider, maar zelf bedrogene, met afschuw zien vervullen; de onbeduidendheid en lichtzinnigheid van een paar ijdele meisjes beklagen - wij vestigen met welgevallen het oog op andere goedmoedige personen en op de heldhaftig zichzelve vergetende, zichzelve opofferende vriendin, die de oorzaak wordt, dat het ontzettend drama een bevredigend einde neemt.

Wij hebben geene personen genoemd, omdat wij dan den gang van het geheele verhaal zouden moeten bekend maken en volgen, en willen evenmin het verrassende van den titel blootleggen, om de illusie niet te benemen.

Misschien zullen de lezers van dit boek het met mij eens zijn, dat wat minder breedvoerigheid niet ongewenscht zou zijn, en zullen er onder hen ook wel gevonden worden, voor wie, als zij in de Engelsche literatuur niet goed te huis zijn, niet alles even begrijpelijk is.

Dat dit echter aan de waarde van dit werk, dat we, voortreffelijk vertaald, als het is, zeer ter lezing aanbevelen, geene schade doet, behoeft geen betoog.

H.

Johanna Lowrie. Novelle door Frances H. Burnett. Uit het Engelsch door Cora. Arnhem, J. Rinkes Jr.

De in Engeland gewaardeerde schrijfster geeft ons in Johanna Lowrie eene in vele opzichten verdienstelijke novelle te genieten. Zij bevat een aaneengeschakeld onderhoudend verhaal uit de geschiedenis der mijnwerkers in Lancashire, waarin Johanna Lowrie eene der hoofdrollen vervult.

De auteur moet wel goed bekend zijn met het volksleven in de mijndistricten, om er zulk eene realistische voorstelling van te geven. Vinden we hier droevige tafereelen gemaald van domheid, koppigheid, onverschilligheid en onwil onder de mijnwerkers, en in Johanna's vader een treurig toonbeeld van wraakzucht, gemeenheid, laaghartigheid en kwaadwillige onvoorzichtigheid, de lezer treft daartegenover edele menschen aan, die wegens verschillende voortreffelijke eigenschappen veel aantrekkelijks hebben en sympathie verwekken.

Waardeeren we in Johanna Lowrie, de nederige mijnwerkster, vrouwelijke fierheid, uit diep gevoel van menschenwaarde ontsproten; bij eene onbuigzame natuur goedhartige edelmoedigheid, tot zelfopoffering bereid, volhardenden ijver bij strenge zelfbeheersching; - in Annice Barholm, de predikantsdochter, nemen we met welgevallen waar scherpzinnige opmerkzaamheid, zelfstandige beslistheid, routine, om met ruwe menschen om te gaan, en bereidvaar-

[pagina 323]
[p. 323]

digheid, om voor zelfverzaking niet terug te deinzen. In Fergus Derrick, den jongen civiel-ingenieur, ontmoeten we den man van eer, van krachtvollen moed en onwankelbare trouw; in Paul Grace, den hulpprediker, den fijnen opmerker, den waren pastor, den om der vriendschaps wille zichzelf vergetenden vriend. Tegenover den laatste levert een snijdend contrast de predikant van Riggan, - de plaats, waar het geschetste voorvalt, - de ingebeelde, eigenzinnige geestelijke, wien het aan genoegzame menschenkennis ontbreekt en die uit dien hoofde zijn geestelijk voedsel op geheel onpractische wijze uitdeelt en daarom menige teleurstelling ondervindt. De figuur van Sammy Craddock, het orakel van Riggan bijgenaamd, dwingt ons tusschenbeide een glimlach af - doch genoeg, om de lezing van dit boeiend geschreven verhaal aan te bevelen.

Dat Cora geene gemakkelijke taak op zich nam met dit boek te vertalen, zal ieder opmerkzaam lezer moeten erkennen en haar daarom den lof, die haar ervoor toekomt, niet onthouden.

H.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken