Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 42 (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 42
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 42Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 42

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.20 MB)

Scans (81.90 MB)

ebook (4.31 MB)

XML (4.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 42

(1885)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 226]
[p. 226]

Nieuwe uitgaven en vertalingen.

Dat ook in ons land het uitgeven van wetenschappelijke werken van zekeren omvang met goed succes kan geschieden, wanneer men het ernaar aanlegt, daarvan wordt het bewijs geleverd door G.B. van Goor Zonen te Gouda. Het groote werk: ‘Kramers Geographisch-Statistisch-Historisch Handboek’, is uitverkocht en bij dezen ondernemenden uitgever is thans een tweede druk van dit werk ter perse, waarvan reeds zes afleveringen het licht hebben gezien. Natuurlijk kon bij zulk een werk geen sprake zijn van een herdruk; het is een in sommige opzichten geheel nieuwe bewerking, welke is toevertrouwd aan den heer E. Zuidema, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Zwolle; in verband daarmee is ook de titel veranderd en luidt thans: De aarde en hare bewoners.

Zoo heeft de heer Zuidema o.a. als ‘inleiding’ bij het werk gevoegd een ‘beknopte schets van de geschiedenis der aardrijkskunde’; deze bevat een overzicht van de voornaamste aardrijkskundige ontdekkingen. Afdeeling III, ‘Staatkundige aardrijkskunde’, is geheel nieuw bewerkt naar ‘Adrian Balbi's Allgemeine Erdbeschreibung bearbeitet von Dr. Josef Chavanne’.

De typographische uitvoering van het werk is onberispelijk; schoon gedrukt met een galjard-letter, laat het boek zich gemakkelijk lezen, wat voornamelijk daaraan moet worden toegeschreven, dat de letter nieuw is en het papier van goede qualiteit.

De uitgever geeft de verzekering, dat het werk in geen geval zal worden gestaakt; trouwens, daar zal wel niemand aan hebben gedacht bij een firma, die zulke grootsche ondernemingen gewoon is. Het werk bevat zulk een schat van kennis, in aangenamen vorm, dat het zonder twijfel niet minder zijn weg zal vinden dan de eerste druk.

 

Het heeft ons altijd verwonderd, dat de Völkerkunde von Oscar Peschel aan de Hollandsche vertalingswoede is ontsnapt. Het boek is voor ethnographie een standaardwerk, paart aan wetenschappelijk gehalte een zeldzame helderheid van voorstelling, zoodat het werk door een eenigszins ontwikkeld man met gemak wordt gelezen. Over de degelijkheid van dit werk behoeven wij geen woord te verliezen; ook buiten de eigenlijke ethnografen is het boek algemeen bekend. Wellicht heeft men zich laten afschrikken door de buitengewone moeilijkheden, aan de vertaling verbonden; wellicht hadden de vereerders van Peschel hier te lande te veel eerbied voor zijn nagedachtenis en vreesden zij, het schoone boek door een vertaling te verminken. Hoe dit zij, de heer W.F. Andriessen heeft de lastige taak ondernomen en de eerste aflevering van Oscar Peschels Volkenkunde is bij J. Noorduyn & Zoon te Gorinchem verschenen. De vertaling geschiedde naar de vijfde, door Alfred Kirchhoff bewerkte uitgave; de eerste druk van de hand van Peschel zelf verscheen in 1874. Men ziet dus, dat het werk in Duitschland - en ook wel daarbuiten - veel verkocht wordt. De vrees, dat het boek bij de vertaling zou lijden, wordt bewaarheid, en wij raden den vertaler, bij de volgende afleveringen meer zorg eraan te besteden. Wil men dit werk goed

[pagina 227]
[p. 227]

vertalen, dan moet men doordringen in zijn geest en minder aan de letter blijven hangen.

 

Onder de Duitsche romanschrijvers, wier werken geregeld in het Hollandsch worden vertaald, behoort ook Ernst Eckstein; men kent hem reeds door ‘Prusias’ en ‘Quintus Claudius’, beiden historische romans, derhalve modewerken; heeft Eckstein daarmee een gunstigen indruk gemaakt, men werd er nieuwsgieriger door naar het nieuwe romantische werk: Het Testament, dat in twee deelen werd uitgegeven bij K. van der Zande te Arnhem. Immers, hier treedt Eckstein op als schepper van figuren, die ontleend zijn aan den tegenwoordigen, wij mogen wel zeggen, zeer woeligen tijd. En hoe heeft hij het er afgebracht? - Op schier elke bladzijde komt het buitengewoon talent van Eckstein als half satiriek, half humoristisch verteller uit; in zijn karakterschildering is hij fijn, dramatisch; vooral de teekening van de sociaal-democraten en hun aanhang verraadt de meesterhand, terwijl de lezer ook wordt bekendgemaakt met het leven en werken van letterkundigen en journalisten. In zoover zal ‘Het Testament’ met groot genoegen worden gelezen. Toch is er een maar bij; als geheel namelijk kan men den roman niet anders dan mislukt noemen en beneden het talent van Eckstein. De groote intrige: een geheimzinnige afkomst, die eindigt met het verheffen van den vondeling tot baron en millionnair, is een te afgezaagd thema en verraadt gebrek aan scheppingskracht. Trouwens, 't is meer gezegd, dat Eckstein meer aanleg heeft voor schetsen en novellen dan voor groote werken, en in ‘Prusias’ en ‘Quintus Claudius’ had hij, meende men, zichzelf overtroffen. Toch is Eckstein te veel begaafd, dan dat men de verwachting zou opgeven, dat hij in den hedendaagschen roman niet beter kan slagen; daarvoor heeft ook ‘Het Testament’ te veel voortreffelijks in karakterschildering.

 

De Albigenzen. Vrij bewerkt naar het Hoogduitsch van N. Lenau door J. van Krieken. Rotterdam, Ducroissi Goetzee. Men kan er zich over verwonderen, dat het heerlijke gedicht van den gevoelvollen, sceptischen, melancholischen Hongaar niet eer in onze taal is overgebracht; dat dit niet aan de hooge waarde van het gedicht ligt, zal iedereen moeten toestemmen, die met de letterkunde bekend is. Hoe dit zij, wij verheugen ons over deze Nederlandsche bewerking, waaraan de heer Van Krieken veel zorg heeft besteed en die over 't geheel uitnemend geslaagd mag heeten. Het onderwerp is voor Nederlanders zeer aantrekkelijk; wanneer verloochenden wij onze sympathie voor de geloofshelden, die evenals wij den moed hadden, de macht van Rome te trotseeren? - De bewerker voegde een paar bladzijden uit C.P. Hofstede de Groot's Geschiedenis der Christelijke kerk erbij, om den lezer in korte trekken het treurig lot der moedige Albigenzen te herinneren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken