Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 42 (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 42
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 42Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 42

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.20 MB)

Scans (81.90 MB)

ebook (4.31 MB)

XML (4.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 42

(1885)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Levenswoorden.

Die vertwijfeling valt ons het zwaarst, waarbij wij gevoelen, dat wij ons lot verdienen.

klinger.

 

Het onderzoeken van de tegenwerpingen en gebreken der menschen mag slechts daartoe dienen, ons door tegenstand niet te laten verrassen, veel meer in rust onze gedragsregelen te vormen en de opgewektheid des gemoeds in den kortst mogelijken tijd te veroveren. Het is een bedriegelijke schijn, wanneer men vrij en gelukkig meent te zijn, als men op de misslagen en gebreken van anderen let en in allerlei uitweidingen daarover zich lucht geeft. Vrij en gelukkig maakt

[pagina 361]
[p. 361]

ons slechts de erkenning der deugden on hare oorzaken; daardoor alleen wordt onze ziel verheugd. De eerzuchtige spreekt het liefst van den valschen roem, de hebzuchtige arme van het misbruik des gelds en van de ondeugden der rijken. Wie echter de waarheid liefheeft, houdt zich niet lang bij leugen en verhardheid op; hij bestrijdt die naar zijn vermogen, verheugt zich over de kennis, die hijzelf verkregen heeft, en dat ook de dwalenden naar eene noodzakelijkheid der natuur handelen.

B. Auerbach.

 

Geld, macht, een goede tafel, zachte bedden stellen den mensch op de proef en tasten de sterkste zenuwen aan. Rondheid en vrijwillige armoede verheffen ons boven alle menschen, maken de wereld tot een kluchtspel.

Klinger.

 

Ik ben overtuigd, dat de helft van het menschelijk geslacht, ten minste van wat men de beschaafden noemt, meer dan de helft te veel eet; wat men bij de meer gegoede klassen honger noemt, is meer een verlangen naar honger dan wel behoefte aan eten.

Lichtenberg.

 

Alleen overdreven phantasie, niet gebrek aan moed is oorzaak van de vrees voor spoken en wie een kind aan 't schrikken maakt, verbetert dit niet, wanneer hij naderhand zegt: het was niets.

Jean Paul.

 

Een arm man is hij, die niet kan schertsen, maar armer nog hij, die niets dan schertsen kan.

Rückert.

 

Vrouwenhoop is van zonnestralen geweven, - een schaduw vernietigt ze.

Eliot.

 

Men geloofde tot heden aan de heldhaftigheid van een Lucretia, van een Scaevola en liet zich daardoor in geestdrift ontsteken. Nu komt de critiek en zegt, dat dit sprookjes zijn, die getuigenis afleggen van het grootsche karakter der Romeinen. Wat geeft die zoogenaamde zuivere waarheid! Wanneer de Romeinen groot genoeg waren, om zoo iets te verdichten, dan kunnen wij ten minste groot genoeg zijn, eraan te gelooven.

Göthe.

 

Men heeft dikwijls gezegd - en met recht - het ongeloof is een omgekeerd bijgeloof en aan het laatste zou vooral onze tijd lijden. Een edele daad wordt toegeschreven aan eigenbaat, een heldhaftige handeling aan ijdelheid, een dichterlijke schepping aan een koortsachtigen toestand; ja, wat nog zonderlinger is, het allervoortreffelijkste, dat

[pagina 362]
[p. 362]

men aanschouwt, het allermerkwaardigste, dat men ontmoet, wordt zoolang mogelijk ontkend.

Deze waanzin van onzen tijd is in elk geval erger, dan toen men het buitengewone, wanneer men gedwongen was, het te erkennen, aan den duivel toeschreef. Het bijgeloof is het erfdeel van groote, krachtige karakters; het ongeloof is het eigendom van zwakke, kleinmoedige, tot zichzelf beperkte menschen. Gene worden gaarne in verwondering gebracht, omdat het gevoel van het verhevene in hen daardoor wordt aangevuurd, en daar dit niet zonder een soort van vrees geschiedt, denkt men licht daarom aan een boos beginsel. Een onmachtig geslacht wordt echter door het verhevene vernietigd, en daar men van niemand kan eischen, dat hij zichzelf goedsmoeds laat vernietigen, hebben dezulken volkomen gelijk, dat zij het groote en verhevene, dat zij in hun omgeving zien werken, zoolang loochenen, totdat het historisch wordt; immers, dan verschijnt het op een behoorlijken afstand en is minder schitterend voor het oog.

Göthe.

 

Het is eigen aan alle groote karakters, wanneer zij niet onder den onmiddellijken invloed staan van een sterke gemoedsaandoening, zichzelf te wantrouwen en de juistheid van hun indrukken te betwijfelen.

Eliot.

 

Hoe meer bekenden men heeft, des te minder vrienden. Wie iedereen tot vriend heeft, heeft weinig of geen ware vrienden. Wanneer de deuren van het menschenhart zoo dikwijls open en dicht gaan, sluiten zij in den regel slecht.

Hippel.

 

Om in de wereld geprezen te worden, moet men zelf veel prijzen, en alleen hij heeft alle stemmen voor zich, die elks ijdelheid vleit, opdat hij met gelijke munt betaald zal worden.

Klinger.

 

Het bekeeren van een misdadiger voor zijn executie heeft veel van het vetmesten; men maakt den man geestelijk vet en snijdt hem dan den hals af, opdat hij niet weer zou afvallen.

Lichtenberg.

 

Zedelijke epidemiën worden evenmin door redeneeringen genezen als lichamelijke door tooverwoorden.

Wieland.

 

't Zou jammer zijn, wanneer de menschen allen verstandig waren; men had dan niets meer, om te lachen.

Benzel-Sternau.

 

De zuinigheid, die vroeger de weelde keerde, is thans bezuiniging der weelde geworden. En daardoor valt ze zoozeer in 't oog en doet

[pagina 363]
[p. 363]

het zoo onaangenaam aan evenals een satijnen kleed, dat te kort is, of een hooge toren zonder spits.

Koetsveld.

 

De wereld heeft veel van een tuin in 't Noorden, waar weinig rijp wordt.

Hippel.

 

Er is een manier van het leven te verlengen, welke geheel in ons bereik is: vroeg opstaan, doelmatig gebruik van den tijd, aanwenden van de beste middelen tot het doel en het flink gebruiken van die middelen.

Lichtenberg.

 

Niemand kan de gevolgen zijner daden ontgaan; elke handeling heeft niet slechts haar eigen karakter, maar oefent ook onvermijdelijk invloed uit op het karakter van den handelenden persoon. Onze daden zijn gelijk kinderen, die ons geboren worden: zij leven en werken onafhankelijk van onzen wil. Neen, kinderen kan men vernietigen, maar daden nooit: zij hebben een onverdelgbaar bestaan zoowel in als buiten ons bewustzijn.

Eliot.

 

Zoek hetgeen groot en verstandig is, niet bij de meerderheid. Er zijn ministers geweest, die volk en Koning tegen zich hadden bij het uitwerken van hun groote plannen. Er zal nooit een tijd komen, dat het gezond verstand populair zal worden.

Göthe.

 

Menigeen geeft met één oog weg en kijkt met zeven, wat hij terugkrijgt.

Hippel.

 

De mensch is veelal een steeds herlevende zelfmoordenaar.

Benzel-Sternau.

 

Dweperij is een ziekte, een aanstekelijke ziekte, wellicht de aanstekelijkste, waarvoor de menschelijke natuur vatbaar is, juist omdat de mensch een gezellig, deelnemend, sympathiseerend wezen is.

Herder.

 

De mensch heeft vele, vele dwaasheden; maar de grootste dwaasheid is, dwaasheden als gewichtige zaken te behandelen.

Hippel.

 

Het gemakkelijkste en eenvoudigste is dikwerf het moeilijkst te vinden.

Klinger.

 

Het genot is de sofa van den arbeidzame, het bed van den zwakke, het hospitaal van den wellustige. Wie te veel gebruikt, mag evenmin over leegte klagen als een slecht speler over zijn kaarten. Onmatig genot is een zelfmoordenaar.

Benzel-Sternau.

[pagina 364]
[p. 364]

Verdraagzaamheid moet eigenlijk slechts een voorbijgaande aandoening zijn; zij moet leiden tot erkenning. Verdragen is beleedigen.

Göthe.

 

Argwaan is het vergift des levens.

Klinger.

 

Wie moed genoeg in zich gevoelt, de oogen te sluiten, wanneer hij wil, kan de hoop ontberen.

Benzel-Sternau.

 

Waren de menschen zoo slim, als menigeen hen denkt en voorstelt, men zou niet met hen kunnen leven; waren zij zoo goed, als menigeen hen hebben wil, met het leven was 't schier uit; zoo zeilen wij in het midden, zooal niet met goed vertrouwen, dan toch met den schijn daarvan; anderen doen hetzelfde tegenover ons en het leven gaat.

Klinger.

 

Wat zullen wij van de goden vragen? Een rein hart en verhevene gedachten.

Göthe.

 

Overgave aan zijn lot is de eerste eisch van de natuur aan den mensch. Het zachte schijnsel van goedheid en toegevendheid kan het donker tooneel des levens een zekeren glans verleenen.

Klinger.

 

Twijfel is vergift en medicijn, keten en staf, hemel en hel. Wie twijfelen kan, kan denken; wie twijfelen moet, wordt geslingerd naar de kokende branding der waarheid. Menigeen wordt door den twijfel zedelijk zelfmoordenaar; bij menigeen is de twijfel gelijk aan den vampyr, die het edelste bloed uitzuigt. Anderen ontworstelen zich aan het wringen der slang, maar de giftige adem heeft gewerkt en hun kracht is gebroken, - zij sleepen een ziekelijk bestaan voort. Weder anderen werpen den kwelgeest snel van zich, overwinnen, door den strijd te vermijden, verbergen zich uit vrees voor spoken in het kussen der onwetendheid en trachten te slapen. Zelden stijgt iemand van twijfel tot twijfel evenals met de Jakobsladder op tot de hemelsche rust der waarheid. De twijfel worstelt met den mensch; alleen de sterke verbant de kwade geesten en verovert op hen het zegel der wijsheid.

Benzel-Sternau.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken