Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 44 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 44
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

Scans (81.71 MB)

ebook (4.43 MB)

XML (4.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 44

(1887)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 203]
[p. 203]

Levenswoorden.

De groote hoop is gelijk aan een blaasinstrument; het kan veel doen, maar er moet in geblazen worden.

Stobaeus.

 

Vreugde dwingt ons weemoed af over de kortheid van het leven. Neerslachtigheid doet ons het leven te lang schijnen. Moeite en arbeid alleen maken ons het leven draaglijk.

Moritz.

 

Ervaring en handelen zijn de groote scholen der menschheid; naarmate iemand meer gedaan en geleden heeft, des te volmaakter is hij in het gebruik van zijn krachten en in de kennis van zichzelf - de gewichtigste van alle kennis - geworden.

Georg Forster.

 

Het scherpste wapen van den mensch is de wil.

*

 

Hoe schitterend een daad ook zijn mag, voor groot mag men haar slechts houden, wanneer zij het gevolg is van een groot plan.

De la Rochefoucauld.

 

Behalve verstandig overleg is ook moed een voor ons geluk zeer onontbeerlijk vereischte. Men kan echter noch de eene noch de andere eigenschap zichzelf geven; men erft het verstand van de moeder en den moed van den vader; men kan echter door vasten wil en oefening het bestaande ontwikkelen. Bij des noodlots ijzeren wet moet men in deze wereld een ijzeren geest hebben, gestaald tegen het lot en gewapend tegen de menschen. Het geheele leven is een strijd. Een lafaard is hij, die ineenkrimpt, versagen wil en jammert, zoodra de wolken zich samentrekken of aan den horizon zichtbaar worden. De moed kan echter ontaarden in roekeloosheid en een zekere mate van bedachtzaamheid is voor ons welzijn in de wereld noodig.

Schopenhauer.

 

Er is een moed, die uit het hoofd en een die uit het hart komt, en gebrek aan doorzicht is dikwerf niets dan gebrek aan moed. Vertrouwen in zichzelf stellen, is zijn kracht verdubbelen.

Kellgren.

[pagina 204]
[p. 204]

Weeke karakters maken gaarne groote plannen en putten in hun plan hun tijdelijke geestdrift uit. Hetgeen voor de hand ligt, het kleine met bedaard overleg te doen, dat geeft kracht voor het meerdere.

Auerbach.

 

Wanneer gij iets voor onmogelijk houdt, zal uw kleinmoedigheid het onmogelijk maken, maar hij, die volhardt, zal alle moeilijkheden overwinnen.

*

 

Aan de daden alleen leert ieder mensch zichzelf en eveneens anderen bij ervaring kennen; zij zijn 't, die het geweten belasten. Immers, zij alleen behooren niet zooals de gedachten tot het gebied van het twijfelachtige, maar integendeel van het zekere; zij staan daar onveranderlijk, worden niet slechts gedacht, maar ook geweten.

Schopenhauer.

 

Er is nooit een geleerde uit den hemel gevallen en geen groot man werd ooit groot zonder ijzeren vlijt.

Rhiehl.

 

Wie het leven niet met alle kracht aangrijpt, die wordt door het leven gegrepen en rondgeslingerd.

*

 

Wanneer wij de menschen alleen nemen zooals zij zijn, maken wij hen slechter; wanneer wij hen behandelen, alsof zij waren wat zij moesten zijn, brengen wij hen daar, waar zij gebracht moeten worden.

Göthe.

 

Er zijn menschen, die altijd van hun beginselen, van de reden van hun handelen spreken; dat zijn de zwakste; boomen, waarvan de wortelen blootliggen, worden door den eersten storm geveld.

Gutzkow.

 

Wanneer gij rijk wilt worden, tracht dan niet uw vermogen te vergrooten, maar uw behoeften te verminderen.

Epicurus.

 

Twee dingen zijn den mensch heimelijk tot een last - veel te hebben, en niets te hebben.

Sadi.

 

Niemand heeft ooit zelfverdiend vermogen verkwist; verbrast geld was altijd geërfd, gekregen, gestolen, gevonden of gewonnen.

Plato.

 

Wie trotsch is op zijn uiterlijk, maakt dat men aan zijn innerlijke waarde twijfelt.

Richardson.

 

Ieder mensch bezit juist zooveel ijdelheid, als hij in verstand en oordeel te kort schiet.

Swift.

[pagina 205]
[p. 205]

Er is een lach, die een zeer gebruikelijke vorm is van leugen. De mond plooit zich tot een lach, waar men eigenlijk onverschillig is of afkeurt. Met gebaren te liegen houdt men niet voor leugen.

Auerbach.

 

Onze vrienden noemen zich oprecht, onze vijanden zijn 't; daarom moet men hun afkeuringen als een bitter geneesmiddel gebruiken voor zelfkennis.

Schopenhauer.

 

Het eigenbelang spreekt elke taal en speelt elke rol, zelfs die der belangeloosheid.

De la Rochefoucauld.

 

Er is voor den mensch iets hoogers dan liefde tot geluk; hij kan 't zonder geluk stellen en in plaats daarvan zaligheid vinden.

Carlyle.

 

Dezelfde macht, die ons met onvolkomen vermogens schiep, zal de dwalingen vergeven van elk, die waarheid en gerechtigheid zoekt met een eenvoudig hart.

Carlyle.

 

De diepte der godsdienstige gewaarwordingen is afhankelijk van de hoogte der ideale voorstellingen in het algemeen. Het geloof, op onvruchtbaren bodem gezaaid, draagt geen bloesem.

Coronel.

 

Hij is de wijsste, die ter rechter tijd die dingen weet te zeggen, welke vanzelf spreken.

Riehl.

 

Wees uzelf; boots niemand na; gij kunt niet meer worden dan in u is. Elk mensch heeft van nature iets, dat hem van anderen onderscheidt, een zekere mate van voortreffelijkheid, die hij bereiken kan. Vergelijkingen van den eenen mensch met den anderen leiden licht tot verkeerde opvattingen; elk mensch moet vergeleken worden met zijn eigen natuur en zijn eigen omstandigheden.

**

 

Niet zoozeer een verstandige raad is de beste, maar die, welke gegeven wordt in verband met de bestaande middelen en met het karakter van hem, die tot de uitvoering geroepen is.

Lossow.

 

Wie met zijn ondergeschikten veel wil doen, moet niet klein van hen denken.

Decker.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken