Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 44 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 44
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

Scans (81.71 MB)

ebook (4.43 MB)

XML (4.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 44

(1887)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 308]
[p. 308]

Humbug of ernst?

Humbug en ernst door A.J. Riko.
De droom, het voorgevoel, het helderzien en de stervensuren. Een drietal verschijnselen van het zieleleven aan de hand van geschiedenis en ervaring, door Dr. S.K. Thoden van Velzen. - In twee deelen.
Het zoogenaamd dierlijk magnetisme of hypnotisme, (Catalepsie, Lethargie, Somnambulisme, fascinatie) populair beschreven en toegelicht door Dr. W. Nolen.

Het zal ruim een dozijn jaren geleden zijn, dat de Schrijver van Humbug en Ernst in eene afzonderlijke brochure, getiteld: Een Arnhemsch démasqué, fiolen gals uitstortte over het hoofd van den ondergeteekende, die had durven twijfelen aan de echtheid der spiritistische experimenten der heeren Bastian en Taylor, toenmaals bekende mediums, welke verschillende steden van ons vaderland bezochten en met echt Amerikaansche handigheid Hollandsche rijksdaalders in hunne zakken deden rollen. Vermoedelijk was het aan zijn jeugdigen ijver te danken, dat de heer Riko in die brochure de palen der welvoegelijkheid te buiten ging en daarin uitdrukkingen van oppervlakkigheid en lichtvaardigheid werden gebezigd door iemand, die allerminst het recht had te spreken van waarnemingen doen. Na het jammerlijke fiasco, dat deze heeren toen in Arnhem maakten, zou men meenen, dat zij door de spiritisten als mannen van verdacht allooi zijn uitgeworpen. Och neen, zij hebben nu eens te zamen, dan weer vereenigd met anderen hunne spiritistische manifestatiën voortgezet en 't laatst, dat ik van een hunner vernam, is, dat Bastian in de eerste dagen van het jaar 1884 voor de tweede maal ontmaskerd is door niemand minder dan door den Kroonprins en den Aartshertog Johan van Oostenrijk in tegenwoordigheid van een groot aantal hoogadellijke personen, waaronder Baron Hellenbach, een der hechtste steunpilaren van het spiritisme in Oostenrijk. 't Is niet onmogelijk, dat Bastian, 'tzij onder eigen of aangenomen naam, opnieuw - men schijnt in de spiritistische wereld spoedig te vergeten - spiritistische manifestatiën teweegbrengt. Misschien heeft hij zich gedurende eenigen tijd uit de profane wereld teruggetrokken, om zijne medianitische krachten te herstellen, die door de voortdurende aanraking met ongeloovigen zeer afgesleten waren, ten gevolge waarvan hij ten slotte tot kunstmiddeltjes zijne toevlucht heeft moeten gaan nemen, die hem, helaas! slecht bekomen zijn.

[pagina 309]
[p. 309]

Onwillekeurig kwam mij het bovenstaande voor den geest, toen ik besloten had, des heeren Riko's laatste pennevrucht aan de lezers van De Tijdspiegel voor te stellen.

De heer Riko treedt hier bij het spiritistisch publiek, waarvoor hij geen onbekende is, op als iemand, die waarschuwt tegen misbruiken en verkeerdheden en niet schroomt, om den vinger te leggen op die vele wonden, welke in den vorm van valsche mediums aan het spiritisme knagen. Wie in de ‘histoire intime’ van vele dier ontmaskerde mediums een blik wil slaan, zal Riko's boek met genoegen doorlezen, want, waarlijk, van zijne vrienden moet men het hebben, zullen de spiritisten zeggen, als zij lezen, wat hier van vele hunner geliefkoosde en eens vertroetelde mediums wordt blootgelegd.

Hoe is echter een man te begrijpen, die, na zooveel ondervinding te hebben opgedaan, - eigen ondervinding en ondervinding door de wetenschap van anderen - toch nog - en ik mag niet anders meenen dan te goeder trouw - aanspoort tot rationeel onderzoek van verschijnselen, waarvan zoo herhaalde malen gebleken is, dat zij met een boel handigheid kunnen worden in het leven geroepen. De zoo beroemde Miss Fay, die eens aan Crookes tot medium verstrekte en hem bij zijne beroemde electrische proeven met galvanometers en weerstandsrollen en verdere physische apparaten behulpzaam was, is, helaas! naar de Engelsche dagbladen melden, van haar voetstuk gevallen en als bedriegster in eene publieke seance ontmaskerd. Zoo gaat het eene medium vóór, het andere na! en - wie zal zijn kostbaren tijd nog aan dergelijke dingen verspillen? En dan spreekt men nog van ernstig onderzoek!

Lijnrecht tegenover de richting, die door den heer Riko wordt gerepresenteerd, ik zou die richting willen noemen de richting van 't zoogenaamd physisch of experimenteel onderzoek van het spiritisme, staat de richting, door Dr. S.K. Thoden van Velzen in bovengenoemd werk uiteengezet. Ik zou een klein boekdeel moeten vullen, om deze twee dikke deelen, elk van ruim 300 pagina's, met zeer interessante voorbeelden over geestes-extase, aan eene bespreking te onderwerpen. Hij, die belangstelt in deze uitingen van geestesleven, vindt hier eene bijna onuitputtelijke bron. Wie weet, of, indien hij deze boeken met aandacht eenige malen heeft herlezen, hijzelf ten slotte ook niet in den toestand zal komen, dat hij de vele voorbeelden, dáár neergeschreven, met één vermeerdert.

Het boekje van Dr. W. Nolen brengt ons op het terrein van de practijk. Hypnotisme is in de laatste jaren ten gevolge van de proefnemingen van Prof. Charcot op krankzinnigen en hysterische vrouwen van het hospitaal van de Salpétrière min of meer in zwang gekomen. Na hem en met hem zijn tal van geneeskundigen begonnen, hypnotische of dierlijk-magnetische of somnambulistische proeven te doen op hysterische vrouwen, dat is op vrouwen, wier zenuwstelsel aan grootere of kleinere storingen onderhevig is. In eene in vroegere jaren (1879)

[pagina 310]
[p. 310]

geschreven brochure Over mesmerisme, biologie, hypnotisme of dierlijk magnetisme en spiritisme (Haarlem, Erven Bohn) trachtte ik eene verklaring te geven van het hypnotisme, die zich volkomen aansluit bij die van Dr. Nolen, n.l. dat het hypnotisme berust op eene abnormale, eenzijdige concentratie van het bewustzijn.

Er schijnt in den laatsten tijd ook in de medische wereld ten onzent eene strooming voelbaar te worden, om hypnotisme aan te wenden in sommige ziekte-gevallen. Ja, misschien wel, om langs dien weg zich over de oorzaak van ziekten te vergewissen. Met recht wijst de Schrijver op de storingen in de werking der hersenen, die het gevolg moeten zijn van die abnormale toestanden, en keurt mitsdien het hypnotiseeren van personen louter om de aardigheid of het ongewone ten strengste af. ‘Stompzinnigheid, idiotisme, krankzinnigheid, ziedaar de niet uitblijvende gevolgen van het hypnotisme en van het spiritisme’, aldus schreef ik in 1879 en mijne meening is in dit opzicht nog in geenen deele veranderd.

‘Hypnotisme op te wekken louter voor de grap is, naar het ons toeschijnt, schandelijke lichtzinnigheid, het hypnotisme te exploiteeren tot eene kostwinning, gewetenlooze kwakzalverij.’ Aldus eindigt Dr. Nolen zijne interessante brochure, die wij ten zeerste durven aanbevelen aan allen, die, nog van gezond verstand voorzien, meenen, dat het hypnotisme bruikbaar zou zijn voor de medische wetenschap of in bepaalde gevallen de oorzaak van ziekteverschijnselen op het spoor zou doen komen.

Arnhem, Oct. 1887.

Dr. J.Th. Cattie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Joseph Théodore Cattie

  • over A.J. Riko

  • over Sijo Kornelius Thoden van Velzen

  • over W. Nolen


datums

  • oktober 1887