Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 45 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 45
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 45Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 45

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.18 MB)

Scans (83.69 MB)

ebook (4.39 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 45

(1888)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Levenswoorden.

Onze godsdienst is geweken. Wij hebben God vergeten. Wij hebben onze oogen gesloten voor de eeuwige zelfstandigheid der dingen en die enkel opengehouden voor de uiterlijke vertooning en den schijn. Al de waarheid van dit heelal is onzeker; alleen zijn winst en verlies, zijn pracht en praal zijn en blijven zichtbaar voor den practischen man.

Carlyle.

 

Kunt gij in het menschelijk leven iets beters vinden dan rechtvaardigheid, waarheid, gematigdheid, in één woord, dien toestand der ziel, waarbij gij in alles wat de rede en de zelfbeheersching aangaat, met uzelf, in datgene wat buiten u geschiedt, met het lot tevreden zijt? Welnu, volg dan geen andere stem en wijd u aan de trouwe verzorging van dien schat. Immers, het ware dwaas naast dat hoogste goed invloed, rijkdom, genietingen te zoeken, want zij zouden u spoedig geheel in beslag nemen en u verleiden.

Marcus Aurelius.

 

Ik moet willen, ik wil moeten. Wie geleerd heeft het eene te begrijpen en het andere te beoefenen, die kent de geheele gezondheidsleer der ziel.

Feuchtersleben.

 

Die niet waardeert, bezit niet.

Roux.

 

Beeld u nooit in, dat iets goed voor u zou zijn, dat u noopte uw woorden te breken, uw beter gevoel te verkrachten, iemand te haten, u anders voor te doen, dan gij zijt, of dingen te begeeren, waarbij men gesloten deuren noodig heeft. Hij, die zijn rede, zijn beteren geleigeest steeds de eerste rol laat spelen, zal nooit ongelukkig worden of klagen, of de eenzaamheid zoeken of groote gezelschappen; hij zal leven in den hoogsten zin des woords.

Marcus Aurelius.

 

Blijf u steeds bewust, dat gij eigenlijk alleen leeft op het tegenwoordige oogenblik; al het andere is òf reeds doorleefd en voorbij, òf het is in duisternis gehuld. Een klein leven is het dus telkens, dat iemand leeft, en klein ook, waar hij leeft, een hoekje slechts op aarde,

[pagina 102]
[p. 102]

en klein is de naam, ook de grootste, dien hij nalaat, meegedragen in de keten van deze menschenkinderen, die zoo snel moeten sterven en die niet eens zichzelf begrijpen, laat staan iemand, die reeds lang vóór hen gestorven is.

Marcus Aurelius.

 

Men heeft nimmer den graad van de disharmonie der ziel kunnen aangeven, waar de krankzinnigheid aanvangt.

Feuchtersleben.

 

Wanneer gij uw gezond verstand volgt en hetgeen gij doen moet, verricht met ijver, kracht en liefde, zonder u door andere gedachten te laten leiden, dan uzelf waardig te blijven; wanneer gij u inspant zonder overdrijving en gebruikt de u door de natuur verleende energie, dan zult gij een gelukkig leven leiden. En ik weet niet, wat u daarin zou kunnen hinderen.

Marcus Aurelius.

 

Evenals er in het oog des menschen een punt is, dat niet ziet, zoo is er in de ziel een donker punt, dat de kiem in zich bevat, om ons inwendig te ondermijnen. Het is van het hoogste gewicht, dit punt te beperken door helder bewustzijn, opgeruimdheid en zedelijkheid, opdat het, zoolang wij leven, onzichtbaar blijve. Breidt dat punt zich uit, het werpt een schaduw over de ziel en de nacht van den waanzin vangt voor den ongelukkige aan.

Evenzoo is er in de ziel een lichtend punt, een diep verborgen, stil en helder plekje, waarin geen storm of geweld binnendringt. Daarheen zullen wij vluchten en rust zoeken, het beveiligen en bewaren, het trachten uit te breiden. Zelfs de waanzin laat, volgens Jean Paul, der ziel dit heldere lichtje.

Feuchtersleben.

 

Laat u niet in met onbeduidende dingen; stel uw doel hoog; doe, wat gij vreest niet te kunnen. Verhevenheid van karakter moet voortkomen uit verhevenheid der drijfveeren.

Mary Emerson.

 

Erg wijs wordt men niet, wanneer men alleen leest, wat ons bevalt.

Joubert.

 

De groote kunst is niet iets uit te denken, maar iets te verwezenlijken. Wie een waarheid uit en haar vergeet, is minder groot dan hij, die haar opvat en in 't leven verwezenlijkt.

J. Simon.

 

Wij zullen straks weten, dat wij gelukkig geweest zijn, - en wij weten niet, of wij het zijn.

Roux.

 

Wacht u leed, of heeft het u reeds getroffen, bedenk, dat gij het

[pagina 103]
[p. 103]

niet vernietigt, door u ervan af te wenden. Zie het flink in het gelaat als een voorwerp, dat gij van alle kanten moet beschouwen, totdat het u duidelijk wordt, waartoe het u dienen moet of hoe gij 't zult overwinnen. Wat lichtzinnig op zij geschoven wordt, dringt zich met vernieuwde kracht op; alleen de werkelijke dag verdrijft de nachtspoken door zijn helder licht.

Feuchtersleben.

 

Het doel, waarnaar iemand streeft met inspanning van al zijn kracht, wordt bereikt - want het sterk verlangen is slechts de uitdrukking van datgene, wat strookt met ons bestaan. Wie klopt, dien wordt opengedaan; het leven toont ons elken dag voorbeelden in fortuinzoekers, rijken, roemzuchtigen. Waarom zou het op ander gebied, met het streven naar het edele, met de gezondheid, anders zijn?

Feuchtersleben.

 

Ik zal u zeggen, wat tien- en duizendmaal erger is dan oorlog: de beleedigde natuur. Voorwaar, zij is te duchten, wanneer men zich aan haar vergrijpt, maar zij lacht hun toe en beweldadigt hen, die haar gehoorzaam zijn.

Kingsley.

 

Wind u niet op, blijf immer uzelf. Heeft zich iemand aan u vergrepen, aan zichzelf heeft hij zich vergrepen. Is u iets smartelijks wedervaren, bedenk: het was onvermijdelijk. Het leven is kort; maak van het oogenblik gebruik, door rechtschapen en welbedacht te handelen.

Marcus Aurelius.

 

De mensch, die op de wereld werkelijk iets te doen heeft, is ongevoelig voor den prikkel, waarmee men zijn ijdelheid streelt.

Richard Rothe.

 

Het leven vliedt heen met te begeeren, wat men niet heeft, en met te betreuren, wat men niet meer bezit.

Roux.

 

Wie zich ooit beziggehouden heeft met nadenken over zijn lichamelijkgeestelijken toestand, vrage zichzelf af, of de ervaring hem niet leerde, dat de gewaarwordingen zich veel meer richten naar de voorstellingen dan de voorstellingen naar de gewaarwordingen.

Feuchtersleben.

 

Echte deugd en ware gezondheid kunnen alleen voortspruiten uit leiding door zichzelf.

Feuchtersleben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken