Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 65 (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 65
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 65Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 65

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.50 MB)

Scans (82.13 MB)

ebook (4.43 MB)

XML (3.75 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 65

(1908)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 195]
[p. 195]

Levenswoorden.

Voor hem, die een zaak goed wil overleggen, is ijdel gepraat de aanvang van leegheid, halfheid, onmacht, de dampkring waarin onkruid welig tiert, de edelen vruchten van het menschelijk leven onderdrukkend, verstikkend, - een der fataalste ziekten van onzen tijd, die niet te sterk kan bestreden worden. Wijs, in den zin van een wijsheid, die ver boven onze ondiepe diepte staat, was het oude voorschrift: Bewaar uw tong, want uit haar komt de stroom des levens.

Spreek niet eer, vóor uw gedachte zwijgend tot rijpheid is gekomen. Laat uw tong in rust tot een redelijke zin haar in beweging brengt. Spreken is menschelijk; zwijgen is goddelijk.

Carlyle.

 

Het karakteristieke teeken van goed werk is altijd een zekere onwillekeurigheid en onbewustheid; de gezonden weten niets van hun gezondheid, alleen de zieken.

Carlyle.

 

Het zijn niet de goede neigingen der natuur maar de lagere, die den mensch in verzoeking brengen het geheim van zijn ziel in woorden te openbaren. Heeft hij werkelijk een geheim, dan blijven woorden altijd ontoereikend om het uit te drukken.

Woorden werken de werkelijke openbaring der daad tegen, kunnen deze ten laatste onmogelijk maken. Geen mensch, die iets werkelijk grootsch in de wereld deed, kan daar breed over spreken. Willem de Zwijger sprak het best door het land, dat hij bevrijdde. Olivier Cromwell was geen redenaar. Goethe meende, dat hij niet over een boek moest spreken, dat hij schrijven wilde.

Carlyle.

 

Een mensch en zijn werk moeten niet afgerekend worden naar hetgeen men de werking op de buitenwereld noemt, wanneer men er juist over wil oordeelen. Uitwerking? Invloed? Nut? Laten wij ons werk doen. De zorg voor de vrucht staat niet aan ons. De vrucht moet en zal rijpen.

Carlyle.

 

Wanneer over de deugd gephilosopheerd wordt, is zij zichzelf bewust geworden, zij is ziek en teert weg.

Carlyle.

[pagina 196]
[p. 196]

Zoowel van onze innerlijke als onze uiterlijke wereld ligt alleen datgene open voor ons wat mechanisch is, niet wat dynamisch is, de levenskracht. Het is alleen de buitenste oppervlakte, welke wij in gearticuleerde gedachten weergeven; onder het gebied der logische bewijzen en der bewuste gedachtenuiting ligt het gebied der bespiegeling. Hier in die stille geheimvolle diepten woont de levenskracht, die in ons is en hier moet de arbeid geleverd worden, wanneer er iets oorspronkelijks voortgebracht, niet alleen de vorm gemaakt, iets meegedeeld zal worden. Dit maken is verstandswerk, is ietwat triviaal; het scheppen is groot en kan niet begrepen worden. De ware kunstenaar weet niet wat hij gedaan en hoe hij het gedaan heeft; hij moet van inspiratie spreken en in een of ander dialect zijn werk het geschenk der goden noemen. Het genie is steeds zich zelf een geheim.

Carlyle.

 

Elke daad, die een mensch of een volk volbrengt in het bewustzijn iets groots te doen, is niet groot, maar klein. Het groote, het scheppende en blijvende is steeds zichzelf een raadsel; het kleine, het onvruchtbare en voorbijgaande is wat anders.

Carlyle.

 

De natuur verbiedt den mensch hoog op te geven van zijn werk en zijn doen. Er is geen enkel mensch op de wereld, die niet gevoelt of gevoeld heeft, dat hij zich verlaagt, wanneer hij van zijn voortreffelijkheid spreekt. Een inwendige stem zegt tot hem: laat dat aan uw vijand of uw vriend over. Hij voelt, dat hij dan een praler is, die met snelle schreden de onwaarheid, de leugen nadert.

Carlyle.

 

Zalig zijn de deemoedigen, zalig zijn de onbekenden! Er staat geschreven: gij begeert groote dingen? Verlang dat niet; leef waar gij zijt, maar leef verstandig, werk.

Carlyle.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken