Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6
Afbeelding van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (602.77 MB)

ebook (6.22 MB)

XML (1.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6

(1901)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

Hij en zijn hond.
(Eene greep uit den kleinhandel).

Zij waren hun drieën, hij, zijn hond.... en de kar.

Hij was een kleine jongen.

Hoe oud?

Hij kon omstreeks een twaalftal jaren barrevoets op de wereld hebben rondgehuppeld en zijn voetzolen aan de kasseien der stad hebben geschuurd en verweerd. Vandaag droeg hij klompen. Een guit, een volleluchtskind, met gebruind gelaat, ongekamde haren, zwarte handen; eene kleeding aan een treurspel gelijk. Een werkzaam lid der talrijke gilden, die gij allen kent en waarvan de leden de stad doorloopen met hunne waren, en den vreedzamen burger opschrikken door hun zoo schel mogelijk geroep:

- Zand, wit za...nd!

Of aan de huizen schellen op zeer weinig passende uren, als de lieden rustig aan het noenmaal zijn, en dan op hunne onnoozele vraag:

- Zand, madam? klinkend eene deur tegen den neus krijgen, eene deur, waarachter men eene rede houdt, om den zandboer alle mogelijke geluk te wenschen en hem naar zeer onfatsoenlijke plaatsen te zenden.

Een zandboer was hij.

- Hu, Baron!... Hu! riep hij tot zijnen gezel en bereidwillig stak hij een handje toe om de kar vooruit te krijgen.

De doodmagere viervoeter heette Baron.

Welke bittere spotternij in dit woord!

[pagina 31]
[p. 31]

- Baron van geen goed! noemde zijn jonge meester hem wel eens.

Baron, de arme Baron, trok uit al zijne kracht, met strakke pooten, hangenden staart, hijgende borst, houterige ribben, lange, krullende, zwierende tong. De wagen was geladen; hij kraakte bij elke poging van het dier.

- Hu, Brontje!... Hu!

Boven het drietal hing de zon gewetensvol, onvermoeibaar te schijnen, en ze goot zooveel warmte beneden! Te veel voor hen, gelijk Baron, die niet in de schaduw mochten luieren.

Hoe pijnlijk klonk zijn hijgen!

Arme kerel!

De jongen liep er naast en, tusschen twee uitroepen om zijne koopwaar aan te bevelen en zijnen hond op te wekken, haalde hij zijn hart op aan een lekker deuntje, dat hij met vooruitgestoken lippen floot.

Blazend bleef Baron staan, met diepuithangende tong; van ter zijde blikte hij zijnen meester aan: hij kon niet meer, werkelijk niet, zelfs niet met den besten wil der wereld.

Dan kwam zijn gezel naderbij.

Ge meent wellicht, dat hij er brutaal ging uitzien, de hand of den voel zou opheffen tot tuchtigen van den afgematten hond?

Dat hij achter aan den wagen zou stooten, om hem en het dier met alle geweld voort te krijgen?

Dat hij het tegenstribbelende, dorstige beest bij den teugel zou voortsleuren tot ergernis der voorbijgangers?

Ik ben tevreden, hartelijk tevreden, dat gij het mis hebt.

Ja, hij kwam naderbij, staakte zijn gefluit, en streelde den zuchtigen hond, die hem met groote, smeekende oogen aankeek.

- Moe, Barontje?

Hij bezag de lange, wit beschuimde tong.

[pagina 32]
[p. 32]

- 'n Beetje drinken, Baron?

Baron kwispelstaartte, alsof hij het begreep.

De weg liep langsheen een kanaal.

De knaap zocht en vond eene watertrap.

Fluitend daalde hij de half verrotte treden af, en kwam na een oogenblik met verhelderd gelaat terug, alsof hij een meesterstuk volbracht had: hij hield voorzichtig eenen holsblok boordevol frisch water in de handen. En, terwijl Baron het zielsverheugd opslabde met helder klinkenden tongslag, zat zijn meesterken het neergehukt aan te kijken en wreef hem op den ruigen kop.

- Goed, he, Baron!.... Drink, manneken, drink!

En weder dronk de hond gulzig, na een oogenblik diep geademd te hebben.

Toen hij likkebaardend en kwispelstaartend den schranderen kop ophief, zag hij er voldaan uit, en het was, alsof hij knipoogend zeggen wou:

- Wel bedankt! Ge zijt een brave jongen!

De holsblok was bijna ledig.

Wat er nog in bleef kreeg Baron over zijnen mageren rug.

- Frisch, he, Baron! sprak de jongen weer.

Droog was de holsblok echter niet; de voerman bezag hem eventjes, en... nam toen wat van Baron's pluimstaart overgebleven was, om hem droog te wrijven.

't Was eene guitenstreek; ze deed echter niemand leed. En voort ging de krakende kar, en frisch opgebeurd zette Baron verheugd blaffend weer aan, en helder klonk de schelle jongensstem:

- Zand, schoon wit za...nd!

A.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken