Een nieuw Tijdschrift.
Na een 14-jarig bestaan werd het tijdschrift De Vlaamsche School grondig bewormd. Van nieuwjaar 1902 af verschijnt het onder den titel ONZE KUNST en zal voortaan uitsluitend aan Beeldende Kunst gewijd worden.
Alles doet voorzien dat deze hervorming tevens een ingrijpende verbetering zal mogen heeten. Wanneer in De Vlaamsche School het uiterlijke wel eens aantrekkelijker was dan de tekst, hebben zich om Onze Kunst tal van nieuwe medewerkers geschaard, wier namen borg staan voor een ernstigen en degelijken inhond. De eerste twee afleveringen welke nu verschenen zijn, laten hieromtrent geen twijfel over: er wordt o.a. een aanvang gemaakt met een reeks studies over de Teekeningen der Vlaamsche Meesters met prachtige platen, welke door den schrijver, Max Rooses, op zijn verre reizen werden verzameld, en welke grootendeels nog onbekend zijn. Van den te vroeg gestorven Gentschen beeldhouwer Paul de Vigne worden een aantal werken gereproduceerd, by een opstel van Georges Eekhoud. Het is ons een genoegen onze lezers hierbij een afdruk van een dezer platen onder de oogen te brengen: zij zegt méér dan wij zouden kunnen schrijven.
Naast de uitgebreider studies over onze oude en nieuwe meesters, musea en verzamelingen, bevat ieder aflevering een zeer belangwekkende kroniek, door eigen correspondenten geschreven, van de algemeene kunstbeweging. Dit zal mettertijd zeker een kostbaar document voor onze kunstgeschiedenis worden.
Voor ons is het verschijnen van Onze Kunst een verheugend feit. We hoeven onze Duitsche, Engelsche of Fransche naburen niet langer hun groote kunsttijdschriften te benijden: we hebben er nu zelf een, dat er gerust mag naast gelegd worden. De uitgave van Onze Kunst in eigen taal en eigen land is een dáád die van grooter beteekenis mag heeten dan vele woorden die over de Vlaamsche beweging worden gezegd of geschreven.
Het was dan ook de plicht van het Willems-Fonds de aandacht van zijn leden op Onze Kunst te vestigen, en ze aan te sporen om deze loffelijk poging te steunen. Voor een geringen abonnementsprijs ontvangt men niet enkel een prachtige uitgave, maar men verricht tevens een werk van practisch en welbegrepen flamingantisme.