| |
| |
| |
Verslag van het Bestuur der Afdeeling Nieuwpoort.
(Juli 1900 - Augustus 1901.)
Leden en Bestuur.
In den loop van het jaar werden door ons menigvuldige voetstappen aangewend om ons ledental te vermeerderen; met goeden uitslag werden die bekroond, want wij aanvaardden niet min dan 16 nieuwe leden. Het is ons nochtans niet gegeven eene groote vermeerdering van ledental aan te stippen, want door sterfgeval en vertrek uit stad verloren wij veel oude strijders; thans telt onze Afdeeling 109 leden.
Het Bestuur was volgenderwijze samengesteld:
Voorzitter: M.P.F. De Swarte; Ondervoorzitter: M.G. Vande Sompel; Secretaris: M.J. Dierendonck; Boekbewaarder: M.L. Houvenaghel; Leden: MM.E. Cock; F.A. de Brauwere-Kesteloot; J. D'Haene; G. Dingens; E. Meynne.
Onze Afdeeling telde nog 2 toegevoegde bestuurleden n.1. Mej. Van Eygen, boekbewaarster te Keyem, en den heer D. Biesbrouck, boekbewaarder te Lombartzijde. - Het ambt van archiefbewaarder werd door den schrijver vervuld en dit van muziekbewaarder door den bibliothecaris, daar ons Bestuur besloot ook de talrijke Vlaamsche liederen en muziek, die wij bezitten, net als boekwerken uit te leenen.
| |
Voordrachten en Feesten.
Gewoonlijk zijn al onze concert-voordrachten openbaar, doch wij oordeelden het dringend noodig meer dan de gewone toelagen aan onze boekerijen te besteden, ten einde nieuwe werken aan te koopen om den lust naar nuttige lezing bij ons volk aan te moedigen. Daarom eischten wij voor ons eerste feest een klein inkomgeld. Het greep plaats op 21 October 1900 en wij mochten ons
| |
| |
in eene zeer talrijke opkomst verheugen. De aangekondigde voordracht met zichten kon door onvoorziene omstandigheden niet gegeven worden, doch het muzikaal en zangkundig gedeelte was uiterst wel verzorgd. De achtbare juffrouwen E. Paul en M. Vanden Borren, op het klavier begeleid door de juffrouwen R. De Kemel en M. Willemsem, zongen met veel gevoel eenige lieve romancen; de heer A. Dingens voerde met veel juistheid een paar stukken uit voor trombone; de koninklijke maatschappij Rhetorica, die ons welwillend hare medewerking verleende, vergastte ons op een blijspel, wijl de steeds bereidwillige Philharmonie eenige der schoonste stukken van haar repertorium ten gehoore bracht. Aan al die Nieuwpoortsche kunstminnaars zeggen wij hier hartelijk dank; de ruime ontvangst, die wij aanstonds tot aankoop van boeken hebben besteed, zal hun de verzekering hebben gegeven dat ze hun talent ten dienste hebben gesteld tot het bereiken van een edel doel. Ook de heer Van Breuseghem, te Oostende, die meesterlijk de viool hanteert, trad in dit concert op. De aangekondigde voordracht had later plaats en de ingangskaarten werden hiervoor geldig verklaard.
Het tweede feest greep plaats op 9 December 1900 en bestond uit eene openbare concert-voordracht. Wij hadden het genoegen een der knapste Vlaamsche sprekers te hooren, n.l. den heer Frans Reinhard, te Brussel, die voor onderwerp had gekozen Vlaanderen en Transvaal. Hij maakte eene treffende vergelijking tusschen den heldhaftigen strijd der Vlamingen van 1302, van die Klauwaerts die op den Groeningerkouter eene roemrijke overwinning op de Fransche Leliaerts behaalden, en de dappere Boeren van Zuid-Afrika, die thans nog steeds tegen den vreemden dwingeland voor hunne duurbare onafhankelijkheid strijden. Hij deed dit in zulke sierlijke, gloedvolle taal, in zulke gemoedelijke bewoordingen, dat al de aanhoorders tot in de ziel ontroerd waren en bij menigeen een traan het oog ontrolde van aandoening, van innige genegenheid voor die Vlaamsche broeders. Dapper werd spreker toegejuicht en hier rekenen wij het ons ook ten plichte hem hartelijk dank voor zijne belanglooze medewerking toe te roepen.
| |
| |
Het muzikaal en zangkundig gedeelte werd nogmaals uitgevoerd door Nieuwpoortsche liefhebbers, want aan 't einde van België gelegen, kosten vreemde kunstbeoefenaars ons, gezien de groote reis, tamelijk duur en wij moesten sparen voor een ander feest, dat wij prachtig en grootsch wenschten. Verleenden ons op dit tweede feest hunne gewaardeerde medewerking: de jouge juffrouwen A. Claes en M. Colaert, die veel aanleg voor het klavier hebben getoond; de heer J. Florentijn, die voor de eerste maal als zanger optrad en het hierbij, hopen wij, niet laten zal; de heer Simoens, die een knap violonist is; de heeren Adolf Dingens en L. Vanden Abeele, solisten onzer stedelijke Philharmonie, de heer C. Van Tomme, onze onbetaalbare kluchtzanger en ondergeteekende schrijver, die eene luimige alleenspraak voordroeg, zoodat het programma allen door zijne keurige afwisseling voldeed.
De derde concert-voordracht greep plaats op 20 Januari 1901. Belofte is immers schuld en de uitgestelde voordracht met zichten over De Boorden van den Rijn werd dan door ondergeteekenden schrijver gegeven. De ruime zaal van ons lokaal was vol, zoodat nog eenige ingangskaarten verkocht werden en die ontvangst, hoe gering ook, ons nogmaals ten goede kwam. Met groote aandacht werden de uitleggingen over de prachtige zichten aangehoord, want zulke voordrachten vallen zeer in den smaak van ons publiek. Wij aanzien ze derhalve als heel praktisch, omdat de toehoorder, wien het niet gegeven is die prachtige landstreken, die kostbare gebouwen enz. te bewonderen, er zich dan toch een denkbeeld kan van vormen; omdat hij aldus nieuwe geschied- en aardrijkskundige, ook wetenschappelijke, kennissen opdoet en de gegrondheid van onze politieke denkwijze en van de democratische hervormingen die wij wenschen, erkent, indien de voordrachtgever er in slaagt in zijne aanspraak soms eene treffende vergelijking te maken of een leerrijk voorbeeld aan te halen.
De heer O. Halle, te Oostende, trad als zanger op met het gemoedelijke Ik ken een lied, het lieve Meilied van Huberti en Mijn Vaderland van J. Blockx. Echt Vlaamsche muziek dus, die de knappe zanger ons liet hooren.
| |
| |
De heer De Taeye, leeraar aan de muziekacademie te Oostende, voerde op meesterlijke wijze eenige stukken voor hobo uit, die de gansche zaal in vervoering brachten.
Hartelijk dank aan allen, die tot het welgelukken onzer winterfeesten hebben bijgebracht.
Om aan onze oude gewoonte getrouw te blijven, hebben wij op Grootcarnaval en Halfvasten gezamenlijk met de Philharmonie een verkleed en gemaskerd bal ingericht, waar onze leden zich eens lustig konden vermaken, juist als in de groote steden, terwijl hier alles op die dagen in eene verplichte doodsche stilte is gedompeld.
En thans ons laatste feest van het verloopen bestuurjaar: ons vijf-en-twintigjarig jubelfeest, dat wij met vollen luister op 18 Oogst hebben gevierd. Wij beschikken hier niet over de noodige plaats om een uitgebreid verslag over die feestelijkheden mede te deelen; zeggen wij maar dat ze bestonden uit een optocht rond de stad, eene plechtige jubelzitting waarop de voorzitter den welkomgroet toestuurde aan de talrijke afgevaardigden van het Hoofdbestuur en der zusterafdeelingen, zoo treffend beantwoord door den heer Minnaert, voorzitter van het Algemeen Bestuur; waarop de schrijver lezing gaf van zijn 25jarig verslag; waarop een prachtig eereteeken aan de stichters-leden der Afdeeling werd overhandigd; voegen wij er bij dat op diezelfde jubelzitting een brons werd geschonken aan den heer L. Houvenaghel, die gedurende 19 jaren onze boekerij heeft beheerd, en een diploma als hulde, erkentelijkheid en aanmoediging aan den heer D. Biesbrouck, boekbewaarder te Lombartzijde, en dat tot slot de heer De Swarte, die ook zijn zilveren jubelfeest als voorzitter vierde, met geschenken, bloemtuilen en palmen werd overladen.
Te dier gelegenheid hadden wij in ons midden een gemengd koor ingericht, onder het geleide van den heer Jef Keurvels, leeraar aan Oostende's muziekacademie, dat Mijn Moederspraak van den onsterfelijken Peter Benoit uitvoerde en een Feestzang opgesteld door den heer Frans Vanden Weghe, te Oostende, en op muziek gebracht door den heer Leo Rinskopf, bestuurder der muziekacademie te Oostende. De solo's werden gezongen door Mej. Vanden Borren, te Nieuwpoort, en den heer Joris Rinskopf, te
| |
| |
Gent. Na de jubelzitting had een feestmaal plaats, waaraan talrijke inschrijvers, zoowel dames als heeren, deelnamen en 's avonds was het lokaal prachtig verlicht, wijl elkeen zich aan den vroolijken dans lustig vermaakte.
Nog nooit hadden wij zulk grootsch feest ingericht, doch het was de kroon van onze werkzaamheden gedurende een vierde eeuw; het kostte ons, wel is waar, de niet geringe som van fr. 667 32, doch eenige zusterafdeelingen hebben ons eene milde toelage laten geworden (te zamen 180 frank) en dank daaraan en aan bijzondere inschrijvingen onzer leden, gelukten wij er in die onkosten ongeveer te dekken. Wij zouden nog vergeten te melden dat wij aan onze leden een nieuw eereteeken verschaften, door het grootste gedeelte hunner onmiddellijk aangekocht, een voorbeeld dat, wij hopen het, door de andere leden zal gevolgd worden. Het bestaat uit eene in zilver vervaardigde W met banderol Nieuwpoort, vastgehecht aan een breed driekleurig lint (oranje, wit en blauw) en verwekte de bewondering van al de vreemde afgevaardigden. Ook de stichters werden herdacht en thans prijkt in het lokaal een schild met de namen van dit handvol moedige mannen, die onze Afdeeling, spijts alle bedreigingen, op den goeden weg hebben gebracht. Jammer dat slechts 8 dier stichters zich in ons feest mochten verheugen; bijna al de andere zijn door de onverbiddelijke dood weggemaaid.
Ons guldenboek werd geteekend door de talrijke Vlaamsche strijders, die van heinde en verre waren toegestroomd, om ons een blijk van genegenheid te brengen, zoodat wij steeds een aandenken zullen bewaren van dit gezellig samenzijn, van dit opwekkend feest, waarin wij nieuwen moed hebben geput tot aanhoudende volharding.
| |
Andere Werkzaamheden.
Zooals uit onze rekening blijkt hebben wij onze geldelijke ondersteuning, hoe klein die ook wezen moge, verleend tot het oprichten van een borstbeeld aan wijlen E. Van Driessche, de eigenlijke stichter onzer Afdeeling, en tot het oprichten van een gedenkteeken op den Groeningerkouter.
Wij ondersteunden een voorstel van het comiteit
| |
| |
‘Transvaal’ om aan de Wetgevende Kamers bemiddeling te verzoeken in den rampspoedigen Zuid-Afrikaanschen Oorlog. Ook het huldebewijs aan President Krüger zonden wij aan het comiteit terug met talrijke handteekens bekleed.
Onze Voorzitter vertegenwoordigde onze Afdeeling op de jaarlijksche Algemeene Vergadering, waarop onzen Ondervoorzitter tot lid van het Hoofdbestuur werd gekozen.
| |
Volksboekerijen.
Geschenken. Verleden jaar ontvingen wij van het Staatsbestuur een Fransch werkje; dit verschafte ons de gelegenheid bij het sturen van een ontvangstbericht er op te drukken, dat wij sedert 1885 geen enkel werk meer voor onze openbare boekerijen hadden ontvangen. Korten tijd nadien kwam ons eene heele verzameling werken toe en een schrijven, waarin het Staatsbestuur beweerde ons vroeger nog boeken toegezonden te hebben. Waar die mogen zoek geraakt zijn of wat daaronder schuilt is nog steeds voor ons een geheim, niettegenstaande wij op een onderzoek hebben aangedrongen.
De heer De Swarte schonk ons 4 boekdeelen en van de heeren de Brauwere ontvingen wij een aantal uitgaven van het Willems-Fonds. Onze boekerijen van Nieuwpoort en Lombartzijde worden steeds druk bezocht; ziehier de beweging:
Boekerij Nieuwpoort: uitgeleende werken 2541 aan 117 lezers.
Boekerij Lombartzijde: uitgeleende werken 325 aan 58 lezers.
De boekerij van Keyem zullen wij genoodzaakt zijn elders te vestigen.
Wij achten het ons ten plichte hier den heer L. Houvenaghel hartelijk te bedanken voor de uitstekende diensten die hij de Afdeeling heeft bewezen, gedurende de 19 jaar dat hij onze boekerij heeft beheerd, alsook Mejuffer Emma Van Eygen, die gedurende 6 jaar het ambt van boekbewaarster waarnam. Mochten zij beiden overtuigd wezen dat hun nuttig werk rijpe vruchten draagt!
| |
| |
| |
Rekening over het dienstjaar 1900-1901.
Ontvangsten.
|
Aandeel in de bijdragen der leden |
fr. 272 00 |
Buitengewone toelagen van het Algemeen Bestuur. |
fr. 225 00 |
Opbrengst der bussen, verkoop van programma's, giften, enz. |
fr. 98 85 |
Opbrengst der concert-voordracht van 23 Oct. 1900. |
fr. 212 13 |
Vergoeding voor het bestellen van het Tijdschrift tot Juni 1901. |
fr. 19 80 |
|
__________ |
Totaal der ontvangsten. |
fr. 827 78 |
Uitgaven.
|
Concert-voordrachten (verlichting, sprekers, zangers, piano, schrijversrechten, enz.) |
fr. 279 00 |
Toelage aan de Philharmonie voor het opluisteren der feesten |
fr. 75 00 |
Volksboekerijen (aankoop en inbinden van boeken en muziek) |
fr. 178 59 |
Toelage aan den Bond van de Oud-leerlingen der Middelbare Scholen |
fr. 87 00 |
Bestuur (briefwisseling, drukkosten, bode, enz.). |
fr. 87 13 |
Inschrijving standbeeld Groeningerkouter |
fr. 10 00 |
Id. borstbeeld E. Van Driessche |
fr. 10 00 |
Te kort op 12 Oogst 1900 |
fr. 176 75 |
|
__________ |
Totaal der uitgaven |
fr. 903 47 |
|
__________ |
Te kort op 15 September 1901 |
fr. 75 69 |
De Secretaris,
J. Dierendonck.
De Voorzitter,
P.-F. De Swarte.
Nieuwpoort, 15 September 1901.
|
|