waarders der volksbibliotheken weten er van te spreken, en de onderwijzers ook; want velen, die de gewoonte hebben hunne leerlingen, als belooning, nu en dan iets voor te lezen, hebben steeds verhalen van Geiregat bij de hand, omdat ze weten, dat die voor de kinderen eene echte versnapering uitmaken.
Geiregat schreef ook vele liederenteksten en lieve kindertooneelen, waarvan Karel Miry de muziek leverde en die bij de prijsuitreikingen der stadsscholen grooten bijval genoten.
Op tooneelgebied leverde hij, insgelijks met Miry, enkele zangspelen, als Brutus en Cesar en Een Engel op Wacht. Verder schreef hij een reeks comedieën en blijspelen, die, evenals zijne verhalen, eene zedelijke strekking hebben en steeds eenvoudig zijn: zoo Moeder Rosa, in verzen; Het Strijkijzer; De Bolders; De Slaapmuts; De Fliep; Onnoozele-Kinderendag; Fortuinzoekers, e.a.m.
De overledene was voorzitter van de Stedelijke Tooneelcommissie en van den Belgischen Tooneelschrijversbond. Hij was ook schatbewaarder van De Taal is gansch het Volk en maakte gedurende vele jaren deel uit van het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds.
Den 21 Februari had zijne begrafenis plaats.
In 't sterfhuis sprak de heer G.D. Minnaert, Voorzitter van 't Algemeen Bestuur van 't Willems-Fonds en Ondervoorzitter van De Taal is gansch het Volk, eene treffende redevoering uit, waarin hij den bescheiden, menschlievenden man, den lieven verteller, den aanmoedigenden kunstcriticus naar verdienste hulde bracht.
Namens den Belgischen Tooneelschrijversbond sprak de heer Lod. Lievevrouw-Coopman, die de hoop uitdrukte, dat het borstbeeld van den overledene de rij der Gentsche tooneelschrijvers, die in de gang van den Nederlandschen schouwburg herdacht worden, zal komen aanvullen.
De heer K. Leybaert Jste sprak namens de Stedelijke Tooneelcommissie en vond gelegenheid om te gewagen van de achting, die de overledene van wege de schilders en beeldhouwers genoot, voor wie hij steeds in de pers een bemoedigend woord, nooit bitterheid of spot, had overgehad.
(Volksbelang)