Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8 (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8
Afbeelding van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.01 MB)

Scans (438.89 MB)

ebook (4.23 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza
proza
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8

(1903)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

Sterfgeval
Dr Victor De Hoon

Uit Brussel vernamen wij den 11 Nov. het smartelijk nieuws van het overlijden aldaar van Dr Victor De Hoon, in den ouderdom van 54 jaren.

Na eenige jaren geneeskundige practijk te Gent vestigde hij zich te Brussel en leidde er met zijne geliefde echtgenoote een ongestoord leven, Hij las, studeerde en reisde veel in alle stilte. Alzoo bezocht hij onder anderen het Noorden van Afrika. Tunis, Egypte, Engelsch Indië, Java, Japan, China en Noord-Amerika.

Dit belette hem niet het kleine vaderland innig lief te hebben en vooral zijn Vlaanderen droeg hij een warm hart toe. Hij behoorde immers tot de afstammelingen van dien Dr J.F. De Hoon, van Kaprijk, den vriend van Jan-Frans Willems en eenen onzer eerste flinke prozaschrijvers na 1830. wiens dochters de vrouwen werden van dichter Ledeganck en Prof. Heremans en wiens zoon de heer ingenieur De Hoon van Veurne is, oud-schepen der stad, de ongebogen grijze strijder voor vrijzinnigen en Vlaamschen vooruitgang in den Westhoek. De broeder van den afgestorvene is de heer Hendrik De Hoon, substituut van den procureur-generaal te Brussel en professor in het Nederlandsch) strafrecht aan de Hoogeschool.

Er zijn, Goddank, nog eenige zulke geslachten in Vlaamsch-België, waarin de Vlaamschgezindheid erfelijk is. Geen wonder dus, dat Dr Victor De Hoon een overtuigde Vlaamschgezinde was, niet in de woorden (hij sprak weinig en zweeg meestal, waar anderen riepen of schreeuwden), maar met de daad.

Meer dan eens schonk hij milde geschenken aan Vlaamsche instellingen en dit jaar nog zond hij eene som van

[pagina 82]
[p. 82]

drie duizend frank aan het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds, waarvan 1000 fr. voor de zoo werkzame afdeeling Nieuwpoort en 1000 fr. voor de jongst gestichte afdeeling Eekloo.

Afgetrokken en stil bijna tot menschenschuwheid, was Dr De Hoon door weinigen gekend; maar alwie hem mocht naderen, leerde een gulden hart kennen.

Hij gaf aan de rijke Vlamingen een schoon voorbeeld; schier alleen onder de millionnairs van Vlaanderen vergat hij de Vlaamsche zaak niet. Hij gaf met wilde hand, zelfs ongevraagd, in allen eenvoud, zonder vertoon noch gerucht, als een wijze, die hij was. Daarom blijft zijne nagedachtenis gezegend.

Den 16 November had te St-Gillis bij Brussel de begrafenis plaats.

Talrijke Vlaamschgezinden van Brussel, Gent, enz. waren een laatste hulde komen brengen aan den afgestorvene. Onder de aanwezigen bemerkten wij de heeren G.D. Minnaert, voorzitter van het algemeen bestuur van 't Willems-Fonds, prof. J. Vercoullie, algemeenen secretaris dier instelling, prof. Paul Fredericq, voorzitter der Gentsche afdeeling, Julius Hoste, voorzitter der Brusselsche afdeeling en hoofdopsteller der Vlaamsche Gazet, dichter Karel Bogaerd, den bouwkundige Edmond De Vigne, Van Kalken, Theo. Coopman, advocaat Maurits Josson, Danneels afgevaardigde der afdeeling Eekloo van 't Willems-Fonds, alsook veel leden der rechterlijke macht.

De heer Hendrik De Hoon, substituut van den procureur-generaal van het Beroepshof te Brussel, leidde den rouw.

Rouwkransen waren namens het Algemeen Bestuur en de afdeelingen Nieuwpoort en Eekloo van 't Willems-Fonds op de lijkbaar neergelegd.

In het sterfhuis hield de heer Minnaert de volgende lijkrede:

 

Mijnheeren,

 

Vooraleer de hoog vereerde ontslapene voor goed ter ruste wordt neergelegd, zij het mij toegestaan, namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds, onze deelneming te betuigen in de diepe smart der edele echtgenoote,

[pagina 83]
[p. 83]

en een woord van hulde te brengen aan de nagedachtenis van den betreurden overledene, Dr Victor De Hoon.

In de eerste droefheid over zijn heengaan valt het moeilijk zich aanstonds rekenschap te geven van wat we in hem verliezen. Zijn beeld, zooals wij hem sedert vijf en dertig jaren kenden, rijst in dit plechtig oogenblik voor onzen geest met zijn ranke gestalte, met de schijnbaar harde lijnen van het scherp geteekend gelaat, dat door den blik van het zachtblauwe oog een vriendelijker uitdrukking kreeg; wij hooren zijn kort, afgebroken woord, eerst terughoudend, allengs met meer kracht uitgesproken, naarmate het gold een heilig beginsel, een hem dierbare overtuiging. In zijn oordeel was hij soms hard en scherp; hij kon uitvaren tegen lafheid of gebrek aan karakter, doch spoedig werd zijn gemoed milder gestemd. Ondanks zijn gebreken was hij een edelaardig mensch. Menigen trek zou ik hier kunenen aanhalen van zijn rechtschapen karakter, van zijn warme belangstelling voor 't Vlaamsche volk en van echte humaniteit.

Doch het is hier de plaats niet zijn lof te vermelden; hij was veel te eenvoudig en te bescheiden, om daarvan te houden. Toch mag ik niet zwijgen dat hij er vroeger trotsch op was, zijn geestkracht en kunde te wijden aan de lijdende menschheid, aan het heil van anderen; dat beschouwde hij als zijn roeping en hoogste zending. Ik herinner het mij zoo levendig met welke blijmoedige zelfverloochening hij den dienst deed van assistent-geneesheer in ons gasthuis, met hoeveel deernis en barmhartigheid hij sprak van die lijdenden, aan wier sponde hij menigen nacht had doorgebracht; leed kon hij niet zien zonder diep medelijden te voelen. Maar den omgang met de wereld en haar luidruchtige zelfzucht maakte hem van haar afkeerig en wars van gezelligheid. Ook gevoelde hij, dat hem iets ontbrak, om zijn zending naar zijn opvatting, naar zijn ideaal te vervullen. Kennis, trouwe plichtsbetrachting en toewijding waren hem niet voldoende. In zijn eigen schatting meende hij de gave des woords niet genoeg te bezitten, om zijn patienten toe te spreken naar hun behoeften, mee te gaan met de klagenden, moed en vertrouwen bij allen te wekken. Dit gevoel van onmacht was hem te sterk en drukte hem neer. In een ander

[pagina 84]
[p. 84]

beroep zou dit niets zijn geweest, maar het ontnam hem de noodige blijheid van geest en deed hem de praktijk vaarwel zeggen.

Gelukkig vond hij op zijn levensweg een beminnelijke gade, een troostende engel, die lief en leed zoo hartelijk met hem deelde. Zij kan van hem getuigen, dat hij een schoone ziel, een warm hart en een groote liefde bezat. De verstrooiingen, die hij in het gezellig verkeer bij anderen niet vond, zou zij hem dubbel vergoeden. Heel zijn leven trok hij samen in den stillen huiselijken kring. De gevoelens, die vroeger hun bevrediging naar buiten zochten, keerden alle naar het heiligdom terug, waaraan haar tegenwoordigheid een hoogeren glans gaf. Kunst en natuurschoon trokken hem aan, studie én reizen waren zijn grootste genoegens, doch steeds in gezelschap van zijn geliefde vrouw. De groote liefde en vereering, die hij voor haar gevoelde deed hem nochtans de belangstelling voor zijn minder bedeelde broeders niet vergeten. Getuige de herhaalde giften die hij deed aan het Willems-Fonds, in 1887 en 1890. Dit jaar nog zond hij ons een som van drie duizend frank tot oprichting en uitbreiding van volksbibliotheken in de Afdeelingen Nieuwpoort en Eekloo, voor de uitgave van een boek tot veredeling zijner Vlaamsche stamgenooten. Moge zijn heerlijk voorbeeld velen tot navolging opwekken!

Wij, die het voorrecht genoten hebben Victor De Hoon van dichtbij te kennen, beseffen hoe groot en gevoelig de slag is voor zijn dierbare echtgenoote en familieleden, wat onze Instelling, aan volksverheffing gewijd, in hem verliest.

Vervult zijn heengaan ons hart met diepen weemoed, zijn nagedachtenis blijft ons heilig en zal bij allen in dankbare herinnering voortleven.

Vaarwel, onvergetelijke Vriend, vaarwel, edelmoedige Weldoener, het Willems-Fonds vergeet U nooit!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken