Sterfgeval
De Heer G.D. Minnaert, Voorzitter van Algemeen Bestuur, heeft een onherstelbaar verlies ondergaan in den persoon van zijn broeder, den Heer J. Minnaert, den 27 Januari te Gent overleden in den ouderdom van 56 jaar.
Geheel zijn leven wijdde hij aan het volksonderwijs, eerst als onderwijzer in de Gentsche stadsscholen, later, sedert 1879, als leeraar aan de Rijksnormaalschool en aan de Handelsschool. Slechts sedert een goed jaar was hij op pensioen gesteld. Zijn zoo wel verdiende rust op aarde is van korten duur geweest, want een uiterst pijnlijke ziekte heeft hem in de laatste maanden gemarteld.
In den bloeitijd der Gentsche liberale werkersgenootschappen schreef hij voor die kringen veel tooneelstukjes, liederen en koren. Ook heeft Professor Laurent hem in zijn bekend werk Les Sociétés ouvrières de Gand (1877) grooten lof toegezwaaid als volksschrijver en voordrachthouder voor het volk.
Met zijn broeder, onzen Voorzitter, schreef hij een bundel schetsen voor de jeugd onder den titel: Bij de avondlamp door Doewa (Gent, Ad. Hoste, 1886). Enkele brokken werden er uit opgenomen in Pol De Mont's Bloemlezing. Hij schreef ook met hem het Indische tooneelstuk Siddhârtha, dat eerst bekroond werd in den tooneelprijskamp door de stad Gent uitgeschreven ter gelegenheid der onthulling van den nieuwen Nederlandschen schouwburg, en later ten tweeden male bekroond werd in den driejaarlijkschen prijskamp van tooneelletterkunde, uitgeschreven door de Belgische Regeering.