Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9
Afbeelding van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.64 MB)

Scans (500.28 MB)

ebook (6.36 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9

(1904)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 150]
[p. 150]

Boekbeoordeelingen.

Zoo vertellen de Vlamingen, door Pol de Mont en Alfons de Cock (Gent, Van der Poorten, Pollepelstraat).

Volkssprookjes zijn sedert langen tijd zeer gezochte hulpmiddelen bij de studie der moderne talen. De verzamelingen van Grimm, Musäus, Andersen en anderen nog worden overal met goed gevolg als leesboeken gebruikt. Nu de studie van het Nederlandsch in de Waalsche middelbare scholen en athenaea ernstig beoefend wordt, deed zich ook daar de behoefte aan een goed Nederlandsch sprookjesboek gevoelen.

Sprookjesverzamelingen bezitten wij sedert lang in aanzienlijk getal - de heeren de Mont en de Cock gaven er zelf reeds twee heel belangrijke uit -, doch bijna alle werden samengesteld niet met een paedagogisch, maar met een wetenschappelijk folkloristisch doel.

Een uitstekend denkbeeld is het dan van wege de heeren de Mont en de Cock een aantal Vlaamsche vertelsels bewerkt te hebben met het oog op de school en wel bepaald op de Waalsche school.

Menig leeraar zal een dankbaar gebruik maken van het nieuwe werk dezer heeren. Vooral bij toepassing der directe of aanschouwlijke methode kan het boek groote diensten bewijzen: het is immers overvloedig en keurig geïllustreerd door Edm. Van Offel.

Niet alleen voor de Waalsche jeugd is het boek belangrijk maar ook voor de Vlaamsche jongens en zelfs voor de Vlaamsche folkloristen.

[pagina 151]
[p. 151]

Deze laatsten zullen er oud en nieuw in vinden, doch het oude werd meestal gansch vernieuwd, het zij door bijvoeging van nieuwe varianten, hetzij door geheele omwerking van den vorm, hetzij door het weven van een nieuw doek op een bekend stramien. (B.v. Tintelentyn.) Ofschoon strenge wetenschappelijkheid niet het kenmerk van dit boek is - hetgeen hier overigens volstrekt geen noodzakelijkheid was -, kan de folklorist er toch ook zijn nut uittrekken.

M.S.

Paljas, jongensroman, door C. De Vletter ('s Gravenhage, E.L.E. Van Dantzig).

Paljas is een verhaal, dat voor de jeugd geschreven werd met het doel al de rampen en ellenden, door het misbruik van sterke dranken te weeg gebracht, te doen uitschijnen. Op de meeste soortgelijke tendenzwerken wint Paljas het door den uiterst boeienden, levendigen verhaaltrant en door eene waarheidgetrouwe natuurlijkheid in de keuze en voorstelling der feiten, die het noodlottige van het drankmisbruik moeten bewijzen.

Wij zouden geen beter boek kunnen aanbevelen aan degenen, die zich met de bestrijding van drankmisbruik bezighouden. Het is vooral geschikt om als prijsboek op school uitgedeeld te worden.

De heer E.L.E. Van Dantzig verdient allen lof voor de keurige uitgaaf, die versierd werd met vier mooie teekeningen van Braakensiek.

M.S.

[pagina 152]
[p. 152]

Kamertjeszonde. Herinneringen van Alfred Spier door Herman Heyermans Jr. 5e druk, 1903.
Sabbath. Een studie door H. Heyermans Jr. H.J.W. Becht. Amsterdam, 1903.

Zeker geen kinderboek al is het ook geen onzedelijk boek. J.T. die aan Heyermans schreef: ‘ik voorspel u slechte recensies of doodzwijgen’ heeft zich leelijk bedrogen; de 5e druk ligt nu voor ons. Deze druk, alleen om het antwoord van Heyermans (te dien tijde Koos Habbema) aan J.T. dat hier voor 't eerst herdrukt is geworden, alsook om het voorwoord, moet een belangwekkende gebeurtenis genoemd worden, want hieruit zal men kunnen opmaken wat des schrijvers bedoeling was bij 't publiceeren van zoo'n werk, en hoe hij er nu over denkt. ‘Dit boek, zoo schrijft hij o.a. is slechts een kuchje, een slappe keelschraping bij geraas, getier en gebulder. Men kucht zoo ééns in prettige onnoozelheid. Geen tweeden keer.’

Dit is een boek van groote waarde, omdat we er een hart in voelen kloppen - om het even waarvoor het klopt - omdat we voelen dat de bijtitel: Herinneringen, geen logen is; want dit is de zeldzame en eerste verdienste van Kamertjeszonde: de waarheid die er uit spreekt, en die het tot kunstwerk maakt. Daartoe zal men nog den schrijftrant mogen voegen, zóó kernachtig, zóó pittig en zóó los en zwierig, vooral in de samenspraak.

- Sabbath is een kleine studie van een vuile Joodsche Amsterdamsche achterbuurt. Heyermans evenals Zangwill in Engeland is de epicus van 't joodsche leven; dat blijkt vooral in het krachtige typeeren van de personages; heel eigenaardig weergegeven is het sabbathvieren. In één woord men ziet de personages leven, in hun alledaagschen wandel en trantel.

A.H.

[pagina 153]
[p. 153]

Gabriëlle. Boek II door Marie Marx-Koning, 1902.
Peterke's Beeldenstorm door Marie Marx-Koning, 1903, C.A.J. van Dishoeck-Bussum.

Marie Marx-Koning besloot Gabrïelle I met de belofte een vervolg daarop te geven, waarin verteld zou worden, hoe Gabriëlle, zich opheffende in het Leven, zichzelf vindt, en daardoor het Geluk.

Dit 2e deel is de volbrenging harer belofte. Reeds bij het 1e deel had ik den indruk gekregen, met een soort autobiographie te doen te hebben; dit vervolg versterkt mij in mijn meening.

Na hare kuur in een Duitsche badplaats, neemt Gabriëlle haar intrek bij prof. Stendersma, die ze daar had leeren kennen; door hem gebeurt de verdere genezing; aan hem laat ze hare eerste letterkundige proeven lezen. Ze ontmoet weer den teringachtigen jongen violist, haar eerste liefde; haar vader, haar broeder Bart, haar zuster Lucie, haar aanstaanden zwager Beringer, dominee Geeston, en last not least maakt ze kennis met een neef van prof. Stendersma, een jongen arts, met wien ze dan ook trouwt.

Al zijn hare personages veel te nevelachtig geteekend, al houden we weinig van hare philosophische en platonische beschouwingen, van prof. Stendersma's ethisch humanisme, toch krijgen we Gabriëlle lief om de muziekale taal waarin de roman is geschreven.

- Met Peterke's Beeldenstorm raakt ze een nieuw genre aan: de boerennovelle. Wanneer we met onzen Vlaamschen bril deze dorpsgeschiedenissen beturen, dan merken we al gauw dat de schrijfster nog te weinig van dat leven van af weet; hare aristocratische ziel heeft haar nog niet toegelaten tot de kern er van door te dringen. Ik schreef daar: ‘met onzen Vlaamschen bril’! Ik geloof dat iemand

[pagina 154]
[p. 154]

die het platteland van Holland kent er ook zoo overdenken zal. Op elke bladzijde komt het teere gemoed, het zoo vatbaar liefderijke hart der schrijfster aan het woord; en daarom hindert het me, wanneer ze af en toe moraliseerende optreedt, hetgeen ‘per se’ de kunstwaarde van haren arbeid vermindert. Waarachtig haar vorig werk is superieurder!

A.H.

Verzen door Herman Gorter, W. Versluys, Amsterdam.

Gorter is een sociaal-democratisch kunstenaar; zijne overtuiging bracht hem er toe, de arbeidersklasse te verheerlijken. Zoo komt het dat hij in abstracties verdwaalt en zijn kunst brengt tot berijming van philosophische bespiegelingen, die hoe verheven ze ook zijn mogen, voor ons het schoone dat Gorter, aan beeld en klank, ons meedeelen kan, te loor doet gaan. Uitgaande van de zintuigelijke aandoening naar de verstandelijke kennis, tracht Gorter tot een beeld te geraken: namelijk dat van het socialisme.

Zijn talent heeft, te beginnen met ‘De School der Poëzië’ (1897) een omwenteling doorgestaan; hij tracht tot kennis van dezen loopenden tijd te komen, door de wetenschap een huwelijk te doen sluiten met de artistieke aandoening van verstand en gevoel. Zoo zouden de Verzen van Gorter een soort dagboek moeten zijn van gevoelig meeleven, dit is, de uiting van een mensch met passies en neêrslachtigheden. Hoe onvolmaakt, ook in dit opzicht, toch bevat deze bundel een reeks gedichten die luid getuigenis afleggen dat de dichter den wetenschappelijken mensch heeft overwonnen. We kunnen dezen bundel voor ieder die buiten vooroordeelen, de zuivere poëzie bemint, slechts warm aanbevelen.

A.H.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Zoo vertellen de Vlamingen. Ten believe en gerieve van de Waalsche schooljeugd, die gaarne Nederlandsch wil leeren

  • over Paljas

  • over Kamertjeszonde

  • over Sabbath

  • over Gabriëlle

  • over Verzen


auteurs

  • Maurits Sabbe

  • Adolf Herckenrath

  • over Marie Metz-Koning