ralen Strijdersbond; C. Vermeulen, voor den Ouderlingen Bijstand; J. De Roeck, voor de werklieden en verder de heeren Lod. Scheltjens, letterkundige; J. Persoons, volksvertegenwoordiger en Hubert Melis, letterkundige.
***
Den 14 Mei overleed te Gent onze trouwe Vlaamsche liberale vriend de heer Julien Van Schoote, oud-notaris en lid van het Algemeen Bestuur. Hij was in 1831 te Assenede geboren, maar woonde sedert onheugelijken tijd te Gent en was altijd te vinden, waar de vrijzinnige Vlamingen optraden.
In het sterfhuis sprak de heer G.D. Minnaert, voorzitter van het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds, de volgende lijkrede:
Mijne Heeren,
Zoo heel onverwachts, zoo plotseling als verpletterend werd Julien Van Schoote van het hart der zijnen gescheurd, uit den kring zijner vrienden en medewerkers weggenomen. Nog onder den indruk van dien pijnlijken slag, zij het mij vergund namens het Algemeen Bestuur van het Willemsfonds onze innige deelneming te betuigen in de diepe smart, die zijn geliefde kinderen en bloedverwanten bij die ramp ondervinden, en een eenvoudig woord van weemoed en vereering te wijden aan de nagedachtenis van hem, dien wij sinds zoovele jaren onder onze trouwe vrienden en medewerkers mochten tellen, een woord van hulde aan zijn bescheiden en edel karakter, aan zijn Vlaamschgezinde gevoelens en overtuiging, aan zijn gekende rechtschapen heid, zijn onvermoeide werkkracht, zijn stipte zorg en nauwkeurigheid, waarmede hij alles aanvatte en ten einde bracht.
In de eerste verslagenheid van zijn heengaan valt het