Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361) (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)
Afbeelding van Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)Toon afbeelding van titelpagina van Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)

(1995)– [tijdschrift] Tirade–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

[Tirade januari & februari 1995]

Leo Vroman

Nieuwjaar

 
AAN HET HOOFD van mijn oud gezond
 
verstand en lichaam.
 
Nieuwjaarsgroeten.
 
Ik lig met AIDS en zwaar gewond
 
door een verslaafde, aan Uw voeten.
 
 
 
Vertel mij dus weer van rechtvaardigheid.
 
Maar vlug ik heb nog zoveel dagen
 
nogal een drukke stervenstijd
 
ben al aan het vervagen
 
heb al beenderen in mijn maag en
 
brokken naziel in mijn ingewanden.
 
 
 
Leg dus Uw fijne handen om mijn hals
 
en wurg mij maar weer heen
 
en vind meteen een plaatsvervanger.
 
Volgend keer blijf ik misschien wat langer
 
maar aan dit leven hoef ik geen verslaven,
 
ik zal onverwoestbaar door mijn droom heen slapen.
 
Doodsstrijd? Ik heb mijn oud eerwaardig wapen:
 
onvoorwaardelijke overgave.
 
 
 
Kijk, Uw zon komt op, verwarm U maar.
 
Voor U is ieder jaar het zelfde jaar.
[pagina 3]
[p. 3]

Drijfzand

1.
 
Zomer voorbij. Badhuis WC
 
dichtgenageld met gedeukt metaal,
 
de struiken krom en moegestreden,
 
de middaglang vol avondlicht
 
schijndood was het allemaal
 
onder het vernissende verleden.
 
 
 
Op een van de piknik tafels
 
al jaren her door herfstwind ondergraven
 
en door de baren weggezogen
 
stond een manvol zwarte wapperjas
 
en witte haren, ietwat gebogen,
 
hoed in de hand
 
en hield een wilde toespraak
 
tot het zand, het strand,
 
de lege blikken, bruine scherven
 
van vervelde degenkrabben,
 
de zee, de overkant,
 
een onzichtbaar vaderland
 
in een vervreemde taal.
 
Zelfs de dode dingen staan te sterven,
 
dichtgenageld allemaal.
[pagina 4]
[p. 4]
2.
 
Dit gebeurt mij al te vaak:
 
als ik mij uit een droom ontwaak
 
om iets daar niet van te vergeten
 
vind ik een leven dat ik niet herken,
 
niet begrijp of liever niet wil weten
 
alsof ik daar toch nog een vorm van ben.
 
 
 
Ik loop of zeil door straten, buitenwegen,
 
zigzag, waaruit behoort te blijken
 
dat ik voor anderen tracht uit te wijken
 
maar ik kom niemand, niemand komt mij tegen.
 
 
 
De van holle huizen volle stad
 
wordt stap voor stap stiller en leger.
 
 
 
In al het nachtzwart van die dromen
 
kwijnt een grauwgeworden winterlicht.
 
Zacht gaat een deur achter mij dicht.
 
Ik ben dus thuisgekomen
 
alsof ik aan dit spookstof toebehoor.
 
Maar altijd kom jij als een afspraak voor
 
een die ik steeds verkeerder maak.
 
 
 
Daardoor denk ik droom ik door
 
droom ik haastig door tot ik ontwaak.
[pagina 5]
[p. 5]
3.
 
Een dag na de storm waren we
 
naar het strand. De straten
 
waren groen van afgerukte blaren.
 
Slordig door de herfstlucht omwonden
 
sloeg het al over onze hoofden heen
 
het gedonder van de branding
 
minuten voor wij aan de branding stonden.
 
 
 
Je zei geloof ik ongeveer
 
Toch zou ik donderslag niet meer
 
bruisend kwam het roomsop neer
 
ergens anders zware Donderslag
 
sissend verging het schuim tot water
 
Donderslag als ik ooit later
 
gesis van duizend kantelende dode
 
Donder in mijn eentje Slag
 
dode schelpjes fijngeslagen
 
sissende terug naar zee gedragen
 
worden steeds fijner donderslag
 
maar wel in een kleiner
 
apartmedonderslag want
 
vrijdag zaterdag
 
zondag sist hun zand nog
 
na elke donderslag

Leo Vroman

Brooklyn, 10 jan. 1995


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken