Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382) (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382)
Afbeelding van Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382)Toon afbeelding van titelpagina van Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382)

(1999)– [tijdschrift] Tirade–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 300]
[p. 300]

[Serge Onnen en George Moormann
Ingezeept / Uitgegomd]



illustratie

[pagina 301]
[p. 301]
Voor de flits
 
We zouden ons op de vlakte kunnen houden,
 
het er niet over hebben, maar zeg nou zelf,
 
zonder nijd of spijt genadig te zijn voor
 
leven dat anders nooit op zou houden, dit
 
mag je toch eigenlijk geen beulswerk noemen?
[pagina 302]
[p. 302]
De vragen van een gum
 
Heb ik te dicht gelopen,
 
onder de grijze muur om
 
iets daarachter te kunnen
 
zien? Is hij mij vergeten
 
misschien? Gebruikt hij
 
mij maar als hulpje voor
 
zijn licht-donkerprobleem?
 
En als ik op ben,
 
zal hij mijn restanten inruilen
 
voor de schaduwen van zijn
 
grote lucht met zware wolken?
[pagina 303]
[p. 303]
La savonnerie
 
Ik sprak een verkoopster die mij
 
bezwoer dat de zonde
 
maar een gedachte is,
 
ze gaf me een door en door zwart zeepje
 
waarop ze in haar eigen zwierige
 
handschrift schuld had geschreven.
 
 
 
Toen ik na twee weken terugkwam en
 
mij beklaagde over zoveel élégance,
 
begon ze luid te lachen en legde mij
 
nog maar eens uit dat de gedachte
 
een brute kracht is en dat haar
 
handschrift alleen dat niet kon.
[pagina 304]
[p. 304]
Een dikke wolk
 
Kneedgom maakt zich los,
 
een druppel zeep snelt aan
 
om de schade te herstellen,
 
het roofzuchtige zwart
 
waarvan men nu al de
 
val kan voorspellen,
 
opgeslokt te worden
 
door een tekening,
 
de opwekking en haar natuur
 
onherstelbaar te verwarren.
[pagina 305]
[p. 305]
Dit vingeren
 
Het hielp ook Orfeus niet,
 
zijn vegen en zoeken in
 
 
 
de ondergrondse
 
van zijn zwarte idyllen,
 
 
 
dit gehamer op papier,
 
dit gescharrel waarmee ik jou
 
 
 
met hetzelfde gemak
 
het onderspit laat delven,
 
 
 
om dit velletje,
 
om onze liefde,
 
 
 
dit omkijken,
 
dit omslaan.
[pagina 306]
[p. 306]
Het uit zich
 
Geen uitzicht op gouden of
 
zilveren tressen,
 
niet eens een veren pak,
 
bijna naakt is hij die opduikt
 
als de geboren vijand
 
van logica en rechte lijnen,
 
overvalt man en paard, schendt
 
rechten van eigendom en erfenis,
 
werpt mogelijke eretekenen omver,
 
verplaatst barricaden naar ongekende
 
wegen, waarbij hij zich slachtoffer
 
weet, dit pikken in eigen vlees,
 
dat hem vernietigt en zwarte kunst
 
lichter maakt. Ofschoon hem niets
 
verboden was blijft hem geen
 
oplossing bespaard.
[pagina 307]
[p. 307]
Lijnvast
 
Of materie materie zal blijven,
 
wie zal het zeggen, het interesseert me niet,
 
 
 
wel de souplesse van zijn gummi,
 
vooral hoe zijn hand zonder ijzer schiet.
[pagina 308]
[p. 308]
Handen, handen
 
Als de mooie ogen wat verder zijn,
 
als hij zijn vleugels opensnijdt,
 
 
 
vluchten of vechten,
 
sterker zijn, groter, sneller
 
misschien zelfs binnen blijven,
 
 
 
je verschuilen achter grauwe palmen,
 
niet willen weten wat je ziet,
 
 
 
het veelzijdige verkleurmannetje dat
 
vermomming na vermomming
 
zich steeds verder verwijdert van de vraag
 
 
 
wat het beste te doen?
[pagina 309]
[p. 309]
Terloopse plastiek
 
Ik moet de tekenaar nog tegenkomen
 
die z'n mond niet wast met zeep.
 
 
 
Met zulke handen moet je ook voorzichtig zijn,
 
zij kennen de paardriften van caoutchouc,
 
 
 
rubberen vingers die vol zijn van het
 
geritsel steeds opnieuw te beginnen,
 
 
 
gulzigheid die voor opsluiten is gemaakt.
[pagina 310]
[p. 310]
Uitgeteld
 
Maar zoals je daar ligt, gotspe achter glas,
 
ik moet er om lachen, de kneedgom van de meester,
 
 
 
ik kon niet anders, je begrijpt me wel,
 
ik begon te springen, alles stuk te slaan,
 
 
 
waarmee ik jou niet kon treffen,
 
jij verslinder van oppervlakkigheid,
 
 
 
jij die hetzelfde zag als ik, erger,
 
jij die álles in je hebt opgenomen,
 
 
 
de regels en de zin.
[pagina 311]
[p. 311]
Dit boeten
 
Je zou hem zo kunnen uittekenen,
 
de dronken en dwaze jongen
 
 
 
die thuisgekomen zijn geheugen ophangt
 
aan dunne en voorzichtige draadjes,
 
 
 
de gaten waaruit zijn vangnet bestond.
[pagina 312]
[p. 312]


illustratie

[pagina 313]
[p. 313]


illustratie

[pagina 314]
[p. 314]


illustratie

[pagina 315]
[p. 315]


illustratie

[pagina 316]
[p. 316]


illustratie

[pagina 317]
[p. 317]


illustratie

[pagina 318]
[p. 318]


illustratie

[pagina 319]
[p. 319]


illustratie

[pagina 320]
[p. 320]


illustratie

[pagina 321]
[p. 321]


illustratie

[pagina 322]
[p. 322]


illustratie

[pagina 323]
[p. 323]

Gum op sofa

1
 
Jezelf zijn en toch rekening houden
 
met de troep die je achterlaat,
 
vragen naar een omvattende zin,
 
maar niet hoe
 
het komt zo gestoord te zijn dat je
 
vooral geïnteresseerd bent in de krassen en
 
butsen van een ander.
2
 
Geen excuus, geen reden,
 
zonder verdoving
 
tot diep in het oog gesneden,
 
om het schokkend duister ruimte
 
te bieden voor een pas op de plaats.
[pagina 324]
[p. 324]
3
 
Om te voorkomen dat wij
 
bloeddoorlopen ogen krijgen, al
 
flitst hij ze wel, lijnen die als je niet
 
oppast het excuus van een
 
moordenaar zijn.
4
 
getekende rimpels (zie 3)
[pagina 325]
[p. 325]


illustratie

[pagina 326]
[p. 326]
5
 
Verliefdheid die eigenlijk
 
een te groot medelijden is,
 
een dwaalspoor die hem monddood
 
zal maken, zijn overdreven
 
compassie voor een potlood.
6
 
Compassie die langzaam overgaat
 
in passie,
 
vooral als hij inziet dat
 
geslepenheid pas
 
zin heeft als je op een handige
 
manier gebruik maakt van
 
de verzachtende omstandigheden van
 
een gum, de glibberigheid waaran
 
een mens zich - nu eenmaal -
 
vast moet houden.
[pagina 327]
[p. 327]


illustratie

[pagina 328]
[p. 328]
7
 
Tel ze maar de kleuren,
 
als het maar zwart is.
8
 
De beste houding is meanderend,
 
drie maal daags, druppelend
 
de rivier van grafiet die
 
door je lichaam loopt, deze slierten
 
die je somtijds onpasselijk maken
 
maar ook doen jubelen - in het Frans!
 
in hele grote, met de hand geschreven
 
letters van zwarte inkt:
 
 
 
Mesdames et Messieurs!
 
Quand il a fini de le dire,
 
il n'existe plus.
[pagina 329]
[p. 329]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken