Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2) (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2)
Afbeelding van Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2)Toon afbeelding van titelpagina van Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2)

(1997)– [tijdschrift] TS–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Het Nederlandse tijdschrift rond 1800 in vogelperspectief
Emile Wennekes

G.J. Johannes, De barometer van de smaak. Tijdschriften in Nederland 1770-1830 (Nederlandse cultuur in Europese context; monografieën en studies, 2), sdu Uitgevers Den Haag, 1995. isbn 90-12-08292-7. 246 pp. f 39,90.

 

Zes jaar geleden is onder auspiciën van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (nwo) het Prioriteitsprogramma ‘Nederlandse cultuur in Europese context’ van start gegaan. Tal van wetenschappelijke disciplines leveren een bijdrage aan dit grootschalige onderzoek, dat een overkoepelend beeld moet opleveren van de positie die Nederland door de eeuwen heen bekleedde te midden van de ons omringende landen. Onder redactie van een aantal gerenommeerde hoogleraren wordt de plaats en de functie van de Nederlandse cultuur vanuit vier observatiepunten (de ijkjaren 1650, 1800, 1900 en 1950-70) synthetiserend beschreven, terwijl tevens de resultaten van een aantal deelonderzoeken worden gepubliceerd.

Tot de boeken die inmiddels in deze Nwo-reeks zijn verschenen behoort een monografie over het culturele tijdschrift: De barometer van de smaak. Tijdschriften in Nederland 1770-1830. Auteur is de literatuurhistoricus dr. Gert-Jan Johannes. Hoewel Johannes zijn boek bescheiden als ‘de neerslag van een kort, verkennend onderzoek naar de situatie van het Nederlandstalige tijdschrift [...] rond 1800’ kwalificeert, baart zijn studie opzien omdat deze zich vooral concentreert op het medium tijdschrift, en minder op het afzonderlijke tijdschrift. In veel Nederlandse onderzoeken naar tijdschriften wordt weliswaar een schat aan bio- en bibliografische gegevens gepresenteerd, maar uiteindelijk blijven dit betrekkelijk op zichzelf staande studies. Het zijn, in de woorden van Johannes, ‘bouwstenen voor een nog te ontwerpen bouwwerk, dat in de verre toekomst geprojecteerd wordt: een “definitieve” geschiedenis van het Nederlandse tijdschrift.’

Het adjectief ‘definitieve’ staat hier tussen aanhalingstekens omdat Johannes terecht constateert dat de interpretaties risico lopen snel verouderd te raken als gevolg van paradigmawisselingen en verschuivingen in de belangstelling. Zelf zoekt Johannes in zijn studie aansluiting bij grotere, cultuurhistorische vraagstukken als natievorming, politisering en modernisering. Wie in De barometer van de smaak een typologisch naslagboek zoekt van de tijdschriften die in de onderzochte periode werden uitgegeven, komt daarom bedrogen uit. Maar juist het vogelperspectief levert nieuwe inzichten op.

Tot dusver was bijvoorbeeld de veronderstelling dat de inhoud van de tijdschriften rond 1800 de Nederlandse Verlichtingscultuur weerspiegelde. Johannes benadrukt in zijn boek echter dat het karakter van de Nederlandse Verlichtingscultuur juist mede wordt gevormd door de eigen aard van de tijdschriftenmarkt - en daarmee samenhangend: een specifiek soort tijdschriftinhoud. Hij gaat zelfs zover te beweren dat de Nederlandse Verlichting steeds meer op haar eigen tijdschriften begon te lijken: ‘Om abonnees - en auteurs - blijvend aan zich te binden, moesten de tijdschriften betrekkelijk open, tolerant en gematigd zijn. In zoverre zien de tijdschriften er “Verlicht” uit. Om diezelfde reden was er echter weinig ruimte voor de specialistische wetenschappelijke discussie, het consequente debat en het radicale statement. En daardoor maken de tijdschriften

[pagina 38]
[p. 38]

vaak zo'n weinig “Verlichte” indruk.’

Het is slechts een van de vele paradoxen die Johannes signaleert. Rond 1800 begreep men reeds dat periodieke geschriften beschouwd kunnen worden als ‘de weerwijzende kwik in den barometer van smaak’, zo is in een voorwoord van een tijdschrift te lezen, terwijl de redacties tegelijkertijd beseften dat ook tijdschriften zelf een drijvende kracht achter nieuwe ontwikkelingen konden zijn. Johannes hanteert de voorwoorden als een van de pijlers van zijn onderzoek, als bron die inzicht geeft in doelstelling en denkwijze van de samenstellers van de tijdschriften.

De geanalyseerde voorwoorden en ‘voortgangsberichten’ selecteerde hij uit een tweede bron: een computerbestand met tijdschrifttitels, behorend tot de Centrale Catalogus van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Uit bestudering van de kwantitatieve gegevens bleek dat, anders dan werd aangenomen, de groei van het aantal periodieken in die jaren veeleer het beeld van evolutie dan van revolutie oplevert. Geconfronteerd met een klein taalgebied, bleken bovendien de mogelijkheden tot specialisering beperkt. De tijdschriftenmarkt vertoont in de onderzochte periode een toenemende generalisatie. Daarin bood het ‘algemeen-cultureel tijdschrift’, met informatie, opinie en vertier, voor elk wat wils. De Vaderlandsche Letteroefeningen dient als voorbeeld van dit type tijdschrift; een case-study naar De buitenman toont aan dat ook meer specialistische bladen de formule van het algemeen-cultureel tijdschrift kopieerden.

Voor de tijdschriftenonderzoeker biedt De barometer van de smaak vele wetenswaardigheden. Zo worden de terminologische ontwikkelingen geschetst van begrippen als blad, tijdschrift, schrijver en redacteur. Uitgebreid wordt stilgestaan bij de beperkingen van de Nederlandse markt, zo ook bij de diversificatie van het tijdschriftenaanbod en de minimale oplagecijfers die nodig waren om een tijdschrift te laten renderen. Het notenapparaat is uitgebreid, evenals de bibliografie. Helaas was er kennelijk geen ruimte meer voor een index. Door de grondige aanpak, de heldere indeling, de scherpzinnige gevolgtrekkingen, en niet in de laatste plaats door de vele aardige citaten is De barometer van de smaak een boek dat je telkens opnieuw ter hand neemt.

Een enkele maal gaat Johannes wat kort door de bocht. Hij brengt bijvoorbeeld het uitblijven van een professionele schrijversklasse in verband met de late industrialisatie van ons land. De omstandigheid dat ondernemers en technici, veelal behorende tot de groep van de nieuwe specialisten, de traditie van het woord misten zou een belemmering vormen voor een ‘hooggekwalificeerde discussie’ over industrialisering. Deze originele zienswijze gaat volledig voorbij aan de theorievorming die hierover sinds jaren door onder meer sociaal-economische historici is ontwikkeld. Te meer daar Johannes de ook in dit verband veel gebezigde notie aanhaalt dat Nederland ‘achterlijk’ was, ofwel ernstig achterbleef bij de landen waaraan het zich spiegelde.Ga naar eind1.

Johannes' stellingname lijkt hier te getuigen van het verlangen ook in de tegenwoordige tijd het wetenschappelijk debat weer te verrijken met het radicale statement.

eind1.
R.T. Griffiths stelde in zijn inaugurele rede Achterlijk, Achter of Anders? Aspecten van de economische ontwikkeling van Nederland in de negentiende eeuw, vu, Amsterdam, 1980, 30) bijvoorbeeld dat Nederland niet zo ‘achterlijk’ was als dikwijls wordt verondersteld; ‘het was alleen maar “achter” in bepaalde opzichten, maar “anders” was het zeker wel’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De barometer van de smaak. Tijdschriften in Nederland 1770-1830


auteurs

  • Emile Wennekes