Om een lifestyle-magazine in de traditie van trendy Engelse bladen als The Face en Arena te beginnen, dient men in de eerste plaats op zoek te gaan naar een naam die leestekens bevat en/of onuitspreekbaar is. Blud, begon in 1993 als een cult-tijdschrijft dat als een van de eerste berichtte over Internet en cyberspace, maar richt zich in middels meer exclusief op vrouwen en is glossier geworden.! Strictly wordt gemaakt voor een jongen hip leespubliek-de modereportages grijpen terugop de jaren tachtig. (NRC 26.10.99)
Voorjuristen werd een heuse glossy opgericht, Amice, dat recentelijk na twaalf nummers anderhalf jaar later weer verdween. Het zat hoofd redacteur Micha Kat niet mee. Nog voordat het eerste nummer was verschenen kondigde Wolters-Kluwer aan ook met een glossy te komen, Mr., dat gratis werd verstrekt. Het orgaan van de Orde van Advocaten, het sjieke Aduocatenblad, opende een offensief met onder andere een vaste column ‘Aan Mies’. Uiteindelijk is de reden van de mislukking volgens hoogleraar Informatierecht B. Hugenholtz gelegen in de lifestyle van de jurist. Nice-to-know bladen, daar hebben advocaten helemaal geen tijd voor. Need-to-know, daar zijn ze aan verslingerd. (de Volkskrant 19.6.99)
Eveneens opgehouden te bestaan, maar dan na maar liefst veertig jaargangen, is Reflector, onderwijsblad voor de bovenbouw. Op het hoogtepunt van zijn bestaan in 1968 had het blad 100 duizend abonnees, dit jaar nog maar 13 duizend. Vooral leraren geschiedenis en maatschappijleer gebruikten Reflector, maar hoewel geen van de opzeggers iets had aan te merken op de kwaliteit van het blad werden steeds meer abonnementen wegens geld- en tijdgebrek opgezegd. De redactie zelfwijst op de verminderde betrokkenheid van leerlingen bij politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, en geeft in een cartoon in het allerlaatste nummer enigszins wrang het dilem ma van de uitgever aan: ‘Of we maken een lekker hapklaar jeugdblad, felle kleuren, schreeuwerige cover, veel babes, tieten... of we maken een opvoedend politiek correct blad, ingetogen cover, veel milieu-items, Kosovo, Ethiopië, wiskundekwis, leerzaam, emancipatorisch.’ De keuze was duidelijk. (de Volkskrant 12.5.99)
Twee methodologen van de faculteit Psychologie van de UvA deden onderzoek naar de zogenaamde impactfactor van wetenschappelijke tijdschriften. Hoe vaker een blad elders wordt geciteerd, hoe groter de impactfactor. De impliciete aanname is daarbij dat een grote impactfactor wijst op hoge kwaliteit van het werk dat in het tijdschrift wordt gepubliceerd. Die stilzwijgende veronderstelling is, in ieder geval in de psychologie, niet juist, zo bleek uit het onderzoek. De onderzoekers vroegen 28 van hun collega's om zes geanonimiseerde artikelen uit drie vaktijdschriften met verschillende impactfactoren, te beoordelen op een tiental aspecten. Alleen op de onderdelen ‘methoden’ en ‘resultaten’ bleek er een duidelijk verband te zijn met de vermeende kwaliteit van het tijdschrift. Op het onderdeel ‘inleiding’ werd het blad met de grootste reputatie als slechtste beoordeeld, en bij het onderdeel ‘discussie’ gold zelfs dat hoe groter de impactfactor was, des te lagerde kwaliteit van de discussie. (de Volkskrant 9.1.99)
En tenslotte: de Spaanse neuroloog Juan Gómez-Alonso publiceerde in het Amerikaanse vakblad Neurology een doorwrocht artikel waarin hij een wetenschappelijke verklaring aandraagt voor de eeuwenoude legende van het vampirisme. Vampiers waren volgens hem mensen die aan fulminante rabies (hondsdolheid) leden: klinische rabiesverschijnselen zoals rusteloosheid, slapeloosheid, overgevoelige reacties op fysieke prikkels, onwillekeurige spiertrekkingen in gezicht en hals en agressie passen naadloos op de vampierlegende. Gómez-Alonso merkt daarbij op dat zijn conclusies niet nieuw zijn: in het achttiende-eeuwse tijdschrift Le Glaneur Historique dat in Den Haag verscheen, meldde een arts in 1733 dat vampirisme ‘een besmettelijke ziekte is van min of meer dezelfde aard als de ziekte die men oploopt door een beet van een hondsdolle hond’, (de Volkskrant 8.10.98)