Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2013 (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2013
Afbeelding van TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2013Toon afbeelding van titelpagina van TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2013

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2013

(2013)– [tijdschrift] TS–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Onderzoeksberichten

Dutch middlebrow literature 1930-1940: forms of middlebrow criticism

Naast de elitaire, polemische literaire kritiek die we kennen uit de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving, waren er in het interbellum ook critici actief die zich richtten op het gegroeide en steeds beter opgeleide lezerspubliek. Hun recensies en beschouwingen in bladen als Den Gulden Winckel en Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift waren voor het algemene publiek een belangrijke bron van informatie over literatuur. Deze critici beschouwden zichzelf als betrouwbare en onpartijdige gidsen in het groeiende boekenaanbod.

In mijn onderzoeksproject worden dit soort publieksvoorlichtende, informerende vormen van literaire kritiek in het interbellum voor het eerst systematisch geanalyseerd. Het doel is meer inzicht te verkrijgen in de positionering, de achterliggende opvattingen en de functie van deze zogenoemde middlebrow-kritiek. Het begrip middlebrow is gangbaar in internationaal onderzoek en duidt op de verschillende activiteiten in het interbellum waarmee ‘culturele bemiddelaars’ literatuur toegankelijk wilden maken voor een groot publiek. Daarmee ontstond een zone tussen ‘hoge’ literatuur (highbrow) en amusementslectuur (lowbrow), die door de literaire elite als een bedreiging werd ervaren.

Door de exclusieve literair-historische aandacht voor highbrow-critici is aan dit soort publieksgerichte vormen van literaire kritiek nog weinig wetenschappelijke aandacht besteed. Mijn onderzoek zal zich richten op de kenmerken van middlebrow-kritiek, de positie ten opzichte van andere vormen van literaire kritiek en de mogelijke profilering van deze kritiek als een ‘subveld’ met een eigen programma en literatuuropvattingen.

Dit onderzoek maakt deel uit van het NWO-project ‘Dutch middlebrow literature 1930-1940: production, distribution, reception’, waarin de productie (schrijvers en boeken), distributie (uitgeverijen) en receptie (literaire kritiek) van Nederlandse middlebrow-literatuur in het interbellum centraal staan. Het doel is een tot nu toe onderbelicht segment van de literaire cultuur in beeld te brengen.

 

Ryanne Keltjens

Rijksuniversiteit Groningen

Promotores: Prof. dr. G.J. Dorleijn, dr. E.M.A. van Boven

Looptijd: 2013-2016

E-mail: r.m.e.keltjens@rug.nl

[pagina 94]
[p. 94]

Knielen voor het gewone. Literatuurkritiek en cultuurbemiddeling in het interbellum: P.H. Kitter jr.

‘Men moet knielen voor het gewone!’ P.H. Ritter jr. (1882-1962) zag in deze uitspraak van zijn vader een diepe zin besloten liggen. Het betekende voor hem dat hij de ontwikkelingen in het culturele veld uit zijn tijd, zoals de opkomst van nieuwe lezersgroepen, de florerende amusementsindustrie en de populariteit van bestsellers, niet zonder meer moest verwerpen, maar juist serieus in acht moest nemen. Voortdurend probeerde hij de veranderende sociale betekenis en waarde van literatuur te begrijpen en zijn kritische praktijk af te stemmen op de ‘gemiddelde’ of ‘gewone’ lezer.

In deze studie wordt de vooroorlogse loopbaan van de invloedrijke criticus P.H. Ritter jr. voor het eerst diepgaand geanalyseerd in het licht van de veranderingen, spanningen en nieuwe mogelijkheden in het expanderende culturele veld ten tijde van het interbellum. In deze periode werden er talrijke debatten gevoerd over de maatschappelijke betekenis en functie van literatuur. Deze debatten waren het gevolg van sociale (de toename van geletterdheid, opleidingsniveau en koopkracht) en infrastructurele veranderingen (de groei en diversiteit van instituties en media) en de behoefte aan culturele bemiddelaars en volksvertegenwoordigers. De hoofdvraag luidt: hoe ontwikkelde, formuleerde, praktiseerde en legitimeerde P.H. Ritter jr. tussen 1918 en 1940 met behulp van cultuurbemiddelde media en instituties zijn opvattingen over de Nederlandse literatuur en cultuur - en vanuit welk gedachtegoed deed hij dit?

Ritters loopbaan wordt dus niet in isolement geanalyseerd, maar in interactie met verschillende discursieve en institutionele contexten waarbinnen hij zich begaf en/of waarop hij reageerde. Het betreft hier respectievelijk: het cultuuronderwijs op volksuniversiteiten, de professionalisering van de journalistiek, de opkomst van de amusementsindustrie, boekenprogramma's op de radio en de discussie over de taak en functie van de literatuurkritiek in periodieken. Aldus wordt via deze studie naar een criticus en de culturele wereld waarin hij zich bewoog, een bijdrage geleverd aan het onderzoek naar de opkomst van een distinctieve middlebrow-cultuur aan het begin van de twintigste eeuw en de opvattingen over volksopvoeding en burgerschap die eraan ten grondslag lagen. Daarmee sluit dit project aan bij het door NWO gefinancierde onderzoek ‘Dutch Middlebrow literature 1930-1940: production, distribution, reception’ (2012-2016).

 

Alex Rutten

Open Universiteit Nederland

Studiecentrum Nijmegen

Promotores: Prof. dr. E.M.A. van Boven, dr. M.P.J. Sanders

Looptijd: 2012-2017

E-mail: alex.rutten@ou.nl

[pagina 95]
[p. 95]

Modernism and Modernisation: Debates on Ecclesiastical Reform, Societal Change and Cultural Renewal in the Dutch Liberal Protestant Weekly De Hervorming (1873-1934)

‘Het ware te wensen [...] dat het jongere geslacht der modernen het zich tot plicht rekende, den oorsprong der eigen richting te bestuderen uit de bronnen. In oude jaargangen van verschillende tijdschriften, in oude brochures ligt een schat van wetenswaardigs verborgen, waarmee al te weinig kennismaken.’

Deze woorden, geschreven door de Nederlands-hervormde predikant S.K. Bakker, waren op 23 mei 1914 te lezen in het weekblad De Hervorming. Bakker en enkele tien- tot honderdduizenden anderen in den lande afficheerden zich als ‘modern’ of ‘vrijzinnig’, daarbij verwijzend naar een stroming binnen het protestantisme die zich kenmerkte door onorthodoxe opvattingen over conventionele geloofsbegrippen alsmede door sociale en kerkelijk-godsdienstige hervormingsgezindheid. ‘Modernen’ bewogen zich zowel binnen verschillende kerkgenootschappen als daarbuiten en streefden ernaar actuele theologische, (natuur)wetenschappelijke, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen in hun levens- en wereldbeschouwing te verdisconteren.

Bakkers aanbeveling geldt ook vandaag nog, voor een ieder die onderzoek naar de geschiedenis van het vrijzinnig-protestantisme in Nederland wil verrichten. Als leidend opinietijdschrift van vrijzinnige signatuur, gelieerd aan de Nederlandse Protestantenbond, het belangrijkste discussie- en ontmoetingsplatform in vrijzinnige kring, leent De Hervorming (1873-1934) zich meer dan enige andere periodiek voor dergelijk onderzoek.

In mijn onderzoek naar de wijze waarop vrijzinnigen hebben gereageerd op de veranderende configuratie van kerk en maatschappij, en getracht hebben zélf als aanjagers van hervormingen op te treden, staat deze periodiek dan ook centraal. Juist omdat zij zowel uitwendig als geloofsinhoudelijk eenduidige identiteitskenmerken misten en daardoor moeilijk zijn in te passen in het verzuilingsparadigma dat de geschiedschrijving lang heeft gedomineerd, hebben vrijzinnig-protestanten aanmerkelijk minder aandacht gekregen dan andere groeperingen. Zij voelden zich nochtans wèl een eenheid en waren vanuit hun godsdienstige beginselen sterk geëngageerd. Het was hun aspiratie de ‘tekenen des tijds’ te detecteren en te leren verstaan, om godsdienst als cultuurbeïnvloedende en maatschappijhervormende kracht in de toekomende tijd te kunnen bewaren.

Het onderzoek wil de debatten in De Hervorming (en andere historische bronnen) over de positie en taak van vrijzinnigen binnen en buiten het kerkelijke domein contextualiseren door deze te plaatsen tegen de achtergrond van toenmalige processen van verandering en ontwikkeling in kerk, staat en maatschappij - aangeduid met de overkoepelende term ‘modernisering’ - en analyseren hoe zich in vrijzinnige kring bij een verscheidenheid aan opinies toch een gevoel van verbondenheid en een aanhoudende poging tot gemeenschapsvorming hebben kunnen ontwikkelen.

 

Tom-Eric Krijger

Rijksuniversiteit Groningen

Promotor: prof. dr. A.L. Molendijk

Looptijd: 2011-2015

e-mail: t.e.m.krijger@rug.nl

[pagina 96]
[p. 96]

Pioneering the Non-Print: Book Reviewing on Radio, Television and the Internet, from the 1920s to the Present

In de twintigste eeuw vonden drie mediarevoluties plaats die een impact hadden op het literaire veld: de opkomst van radio in de jaren twintig, de introductie van de televisie in de jaren vijftig en de opmars van internet in de jaren negentig. In alle drie de gevallen bezetten literatuurbeschouwers, in het bijzonder critici, al spoedig een positie in de nieuwe media. Daarbij ontstonden nieuwe vormen van literatuurbeschouwing, zoals de radiolezing, de talkshow en het weblog.

In dit promotieonderzoek wordt deze literatuurbeschouwing in de nieuwe media vanuit drie invalshoeken belicht. Ten eerste worden de achtergronden onderzocht van de vestiging van literatuurbeschouwing in nieuwe media: waarom werd literatuur al snel een aandachtspunt en wie waren daarbij betrokken? Ten tweede worden nieuwe vormen van literatuurbeschouwing inhoudelijk geanalyseerd: wat voor boeken worden besproken en welke vorm wordt daarbij gehanteerd? Ten derde wordt de receptie van de nieuwe media in het literaire veld onder de loep genomen. Dit zal resulteren in een mediavergelijkend overzichtswerk, waarin de (veranderende) verhouding tussen het papieren en het niet-papieren circuit op systematische wijze wordt onderzocht.

 

Jeroen Dera

Radboud Universiteit Nijmegen

Promotores: prof.dr. Jos Joosten, dr. Mathijs Sanders

Looptijd: 2012-2016

E-mail: j.dera@let.ru.nl


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Ryanne Keltjens

  • Alex Rutten

  • Jeroen Dera

  • Tom-Eric Krijger

  • over P.H. Ritter jr.