Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780 (1780)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.35 MB)

Scans (40.28 MB)

XML (3.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780

(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 269]
[p. 269]

Zedelyke bedenkingen.

'Er leeft geen Sterveling, of hy moet in zyn leven droevige omstandigheden ondergaan. Men vind geen zoet, zonder een minder of meerder inmengzel van bitter. De schakel van 's menschen geluk word nu en dan, zelfs by de gelukkigsten wel, eens los gebroken; en de middelen, door de menschen gebruikt, om dezen afgebroken schakel te herstellen, zyn zeer onderscheiden, of men gebruikt gansch verschillende middelen, om de zwaarte van het ongeluk te verligten. Dan 'er is niets, dat ons spoediger weder gelukkig maken kan, of het bittere van ons ongeluk verzagten, dan zich in wederwaardigheden gelaten te gedragen; en ons te schikken naar de wyze bestiering van Hem, in wiens hand ons geluk en ongeluk gelegen is.

In vele menschen worden uitschitterende schoonheden gevonden; men roemt in zommigen treffelyke uitmuntenheden. Dan wat zyn uitmuntenheden, wat zyn uitschitterende schoonheden, indien ze niet voortvloeijen uit de Deugd; niet opwellen uit een opregt hart?

Wat zouden de meeste der menschen verkiezen, wanneer het in hun vermogen gegeven wierd, Rykdommen en groote schatten te bezitten; of in Verstand en Wysheid uit te munten? Wanneer men, dit in overweging nemende, op het bestaan der meeste Stervelingen let, is 'er geen de minste twyfel aan, of ver de meesten zouden, oneindig liever, eenige graden minder verstand verkiezen, en daar voor groote rykdommen bezitten. Niets tog bekoort veelal den mensch meer dan schatten; niets, meent men, kan ons gelukkiger maken dan Rykdommen.

By vele menschen blyven onbedenkelyke schoone en uitmuntende gaven voor altoos verborgen; om dat zy gene gelegenheid hebben om zich te ontwikkelen. Zommigen bezitten natuurlyke begaafdheden; doch ze zyn in te lagen graad, om zich te vertoonen; of ze worden te rug gehouden, door andere omstandigheden; waar van de bejaging der vermaken dezer waereld wel de eerste en voornaamste plaats beslaat.

Hoe vele schoone gaven zouden niet voor altoos in het duister gebleven zyn, waren de menschen, die ze aan de waereld vertoond hebben, niet in den juisten kring geplaatst geworden, waar in zy regt behoorden. Dan hoe veelen blyven 'er voor eeuwig in eenen nagt van donkerheid, uit gebrek van zulk een voorregt.

In de gansche uitgebreidheid dezer waereld is 'er niets zo schoon, zo uitmuntend, of men vind lage geesten, die het zullen laken. - De Deugd zelve is niet ten eenemaal schootvry. Verstand, wetenschappen, wysheid en vernuft staan veelal ten doel van verachting en versmading; en dat wel den meesten tyd van zulken, die zelven een zeer gering deel dezer gaven bezitten.

[pagina 270]
[p. 270]

Het is een doorgaand gebrek, dat min of meer by alle menschen in een geringen of grooteren graad gevonden word, over eens anders daden te vonnissen. Dan hoe grooter bediller iemand zy, des te meêr eigen gebreken bezit hy gemeenlyk; de grootste bedillers zyn veelal die gene, welke zelve de grootste fouten hebben.

Het behoorde een algemene Regel te wezen, welke van alle menschen bestendig gevolgd wierd; onze eigen feilen altoos onder het oog te hebben; en daaromtrent gene oogluiking, of de minste mededogenheid te gebruiken; maar onzen Evenmensch altoos van de beste zyde te beschouwen, en inschikkelyk te behandelen. - Dan wy houden doorgaans juist een tegenovergesteld gedrag; onze eigen feilen weten wy altyd te plooijen, en omtrent die van anderen zyn wy ongenadig en wreed. - Hier van daan komt het dat wy in de oogen van onzen Evenmensch veelal die beminnelykheid verliezen, welke wy door een ander gedrag verwerven, of, bezittende, behouden zouden.

Men vind menschen, die ongemeen, die boven mate kiesch zyn, of willen wezen, en uit dien hoofde zeer karig in hunne loftuitingen zyn; of liever niets pryzen, maar alles met een afkeurend oog beschouwen. Dan ik heb oneindig dikwils opgemerkt, dat derzulker kieschheid uit een valschen en zeer bedorven smaak voortkwam. Gemaaktheid, en verwaande hoogmoed zyn niet zelden de drabbige bronnen, waaruit zulk eene hatelyke kieschheid opwelt. - Maar de dwaze, en altyd walgelyke, gemaaktheden zyn ten eenemaal strydig, en onbestaanbaar, met het karakter van een beminnelyk man. Van daar vallen zulke menschen onbedenkelyk lastig in hunne verkering, en vervelen schielyk.

Gelyk de mismaaktheid des Lighaams een zekeren afkeer by de meeste menschen verwekt; en eene onaangename figuur gemeenlyk een ongunstig vooroordeel inboezemt; zo verwekt een kwade sorm van den geest mede afkeer, en ze is zeker veel ondragelyker dan de grootste misvorming van het Lighaam.

Het is niet wel mogelyk, dat een staat hier namaals eene harsenschim zy, even zo onmogelyk is het ook dat het loutere verbeeldingen zyn zouden, in dezen staat gelukkig, of ongelukkig, te zullen wezen. Maar is het dan niet onverschoonelyk, en de uitzinnigste dwaasheid, het regte middel te weten, om tot dien gelukstaat te komen; en nochtans het zelve te versmaden, of 'er geen gebruik van te willen maken?

Men vind menschen, die in alle hunne bedryven, uit loutere grilligheid, of om ongemeen en verstandig tevens te willen schynen, zo ver van den gemenen levenstrein aswyken; dat ze bykans tot die uitersten komen, van zich des Zomers, in de heetsle dagen, in bont te kleeden; en by het vuur te gaan zitten warmen. Zo het in den aart gene volslagen gekken zyn, kan men 'er nochtans veilig uit besluiten, dat 'er tusschen hen en

[pagina 271]
[p. 271]

dezulke geen wyde afstand zy; en dat ze de bespotting van al de wereld met gene mogelykheid ontgaan kunnen.

Heeft een man, die, zonder Godsdienst, en by gevolg, zonder eenige grondbeginsels, leeft, wel ooit eene bedaarde kalinte in zyn gemoeed? Kan zulk een wel ooit die liefelyke die streelende stilte in zyne ziel gevoelen, die 's menschen waar vergenoegen, en dus zyn geluk uitmaakt? Dit is niet wel mogelyk, om twee redenen. Hy moet zich of eene gehele vernietiging van den mensch voorstellen, en dat is een allereisselykst denkbeeld. Of hy moet zich een Opperwezen voorstellen, waar tegen hy strafschuldig misdaan heeft, door het zelve de grootste smaad en veragting aan te doen; en dit denkbeeld is niet minder verschrikkelyk.

Is het niet de allergrootste baldaadigheid, die de uiterste verontwaardiging verdient, nimmer aan den God der Natuure te denken; daar Hy, geduurende den loop van het gansche jaar, de natuur zo mild maakt dat zy den mensch alles schenkt, wat hy tot onderhoud, en verkwikking noodig heeft; daar 'er geen enkele dag voorby gaat, waar in de Schepper geen zorg draagt, dat de natuur den mensch hare milde geschenken oplevert? Hoe zouden wy handelen met wezens van dezelfde natuur als wy zyn, wanneer wy hen onophoudelyk met weldaden overlaadden, en zy dezelve gestadig met de allersnoodste ondankbaarheid beantwoordden? -

Zou een Vorst geen meêr behagen scheppen in de eenvoudigste oprechtheid van zyn geringsten onderdaan, dan in de hoffelykste betuigingen zyner vleijende Hovelingen, waar aan het hart geen de minste deel heeft? Naar myn oordeel komt het in den Godsdienst ook meer aan op de Opregtheid, dan op de Volmaaktheid; want geen sterveling kan het oneindig Opperwezen volmaakt dienen: maar wel opregt.

De viering van den Openbaren Godsdienst kan geen Kristen met een onverschillig oog beschouwen. - Het Opperwezen moet al of niet gediend worden: het laatste kan van geen redelyk mensch beweerd worden; dus is het eerste eene volstandige waarheid. Maar, dit zo zynde, wat is 'er dan billyker, dan het Opperwezen eenstemmig en eenparig in 't openbaar te dienen, en dat, volgens eene algemene instelling, opzetlyk op eenen bepaalden dag te doen. Hoe onverschoonelyk is het derhalve, in een rond jaar, gene twee en vyftig dagen voor God over te hebben, om Hem opzettelyk te dienen!

Wie zal de regte bepaling vinden, in hoe ver de mensch bekwaam zy tot de verrigting van Zedelyk goede bedryven; en in hoe ver hy daar toe volstrekt onvermogend zy? Wie zal juist bepalen, hoe ver het kwaad over hem heersche, en in hoe verre hy het zelve kan ten onder brengen? Wanneer men in aanmerking neemt, dat 'er hulpmiddels zyn, om de ongeregeldheden te keren, om het Zedelyk kwaad in zyne drift te stuiten, schynt de mensch niet van alle zyne Zedelyke vermogens ten eenemaal ontzet te zyn. Dan wie zal, in dit duister stuk, de nette bepaling vinden,

[pagina 272]
[p. 272]

en twee gevaarlyke klippen myden; door den mensch aan de eene zyde niet te veel vermogens toe te schryven; en hem aan de andere zyde niet alle vermogens te benemen.

De dwaas heeft geen bedwang over zich zelven, en kan zyn geest niet inhouden: Dan de wyze man heerscht over zich zel ven, en weet zynen geest en driften te bedwingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken