Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787 (1787)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (49.50 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vaderlandsch Kabinet van Koophandel, Zeevaart, Landbouw, Fabrijken enz. behelzende eene Verzameling van Verhandelingen, de uitbreiding en verbetering der gemelde Vaderlandsche Welvaartbronnen ten doel hebbende. Eerste en Tweede Stuk. Uitgegeeven door G. Brender à Brandis. Leermeester in de Wisen Sterrekunde; Examinator van alle Stads Maaten en Gewigten en Wijnroeijer te Amsterdam, Lid van verscheiden Maatschappijen. Met Plaaten. Te Amsteldam, by A. Fokke Simonsz. 1786 Behalven het Voorwerk, 375 bladz. In gr. octavo.

By het openen van dit Kabinet is men voorneemens, uit het zelve af te leveren eene reeks van Verhandelingen betrekkelyk tot de bovengemelde onderwerpen, die ten deele komen uit de handen der Leden van de loflyke Maatschappy Felix Meritis, uit het Departement van Koophandel enz.; en ten deele ook door andere des kundigen hier toe aangeboden zyn. - In een Land als het onze, dat uit de handhaaving deezer Takken van Welvaard, zynen bloei verwagt, kunnen wel uitgevoerde Stukken van dien aart by uitstek nuttig weezen; en de proeven, welke ons by de eerste en tweede opening van dit Kabinet in handen gegeeven worden, verleenen ons een vry goeden grond, om 'er by voortgang merklyk nuts van te verwagten.

Niet oneigen vangt men dit Geschrift aan met eene Verhandeling over den invloed der Natuur op den Koophandel, de Zeevaart, Land- en Akkerbouw, Fabrijken, Trafyken enz.: en daar veelen onzer Vaderlandsche Fabrijken in een kwynenden staat zyn, slaat een ander Schryver zeer gepast het oog op dezelve, met oogmerk om de oorzaaken van dit verval na te gaan,

[pagina 127]
[p. 127]

en eenige hulpmiddelen ter herstellinge aan te wyzen. Hier by komt eene Verhandeling over de voortkweeking van Tarw en Rogge, waarin 't voornaamste, dat tot de zaaijing, inoogsting en koophandel van Tarw en Rogge in aanmerking komt; en ook wel byzonder overwoogen wordt, op hoe veelerleie wyzen dit Graan veelvuldig, zo door Onkruid en Ongedierte als anderszins, op het Veld, op de Zolders en in Schepen, aan het bederf bloot gesteld zy. Wyders wordt dit eerste Stuk beslooten met eene Verhandeling over de Vaderlandsche Munten, welke ons verscheide oudheidkundige aanmerkingen, en overweegingen die het hedendaagsche betreffen, nopens dit onderwerp, aanbiedt: waarby gevoegd is eene Geldrekening, welke inzonderheid aan jonge Comtoirbedienden te stade kan komen, door hun eene beknopte rekenwyze omtrent verschillende specien onder 't oog te brengen, die ze zig met weinig moeite eigen kunnen maaken. - Het tweede Stuk heeft aan het hoofd eene Verhandeling over den Mercurius der Ouden, in welke derzelver Opsteller nagaat, hoe deeze, (thans in het Mythologische meest bekend, als de God der Kooplieden,) van een Egyptischen zinnebeeldigen oorsprong zy; hoe de Grieken' en Romeinen, en, in navolging der laatsten, ook onze Voorvaders, toen ze de Afgoden eerden, hem beschouwd hebben: by welke gelegenheid hierin verscheiden oudheidkundige ophelderingen nopens dit onderwerp voorkomen. Eene volgende Verhandeling heeft ten onderwerp de Pragt, waardoor onze Schryver verstaat, ‘al het schoone overtollige, het welk men der behoeftigheden des levens, boven de middenmaat, toevoegt.’ Hieromtrent nu gaat hy na, in hoe verre die voor een Koophandeldryvend land voordeelig, en in hoe verre dezelve nadeelig zy. Eene voortgaande beschouwing doet hem wyders de bronnen der Pragt en het bederf der zeden in ons Vaderland aantreffen, in de ontaarting der oude Hollandsche inborst, in de opvoeding, waaruit alle de deugden en ondeugden eener Natie ontfpringen: dan hy hegt 'er, er opbeuringe, aan, eene voordragt van het tegenwoordige blyde vooruitzigt, dat ons, in de herstelling onzer oude opregte zeden, reeds begint toe te lachen; het welk wy wenschen dat verder van eene heilzaame uitwerking zyn zal. De Schryver der voorgemelde Verhandeling over de Tarw en Rogge, geeft ons hier wyders eene soortgelyke ontvouwing van 't geen het Spelt, de drierleie soorten van Garst en het Mout betreft. Hierby komt eene vergelyking van den Koophandel en de Fabrijken der Engelschen met die der Nederlanderen, waaruit blykt dat de eerstgenoemden veel vooruit hebben boven de laatstgemelden, en dat het den Nederlanderen bezwaarlyk valt, hunnen Koophandel en Fabrijken tot zodanig een bloei te brengen. Die zelfde hand geeft ons wyders nog een verslag van den Slaavenhandel, met nevensgaande aanmer-

[pagina 128]
[p. 128]

kingen over het deerniswaardige lot, waaraan die ongelukkigen maar al te veel blootgesteld zyn. Laatstlyk levert dit tweede Stuk nog eene regelmaatige beschryving van de Tabaksteelt omtrent Amerongen Ter dier gelegenheid tekent de Schryver in 't slot nog aan, dat, by de laatste inzameling der Tabaksplanten, iets dergelyks plaats heeft, als 'er, onder onze Landlieden, by het t'huisbrengen van 't laatste Graan of Hooi, gebruiklyk is.

‘Wanneer het beste goed, zegt hij, geplukt wordt, dan laat men een der beste en grootste Planten staan, tot dat de inzameling over is. Daarna verzoekt men de jonge Lieden uit de Buurt, om deze Plant mede te helpen afplukken, het welk met veel vrolijkheid geschiedt. Deze Tabakplant, die, in dit geval, altoos de Rijstenbrij-plant genoemd wordt, versiert men daarna, met waaijers van verguld papier, geverwde eierschaalen, klatergoud enz. en plaatst een hoepel in dezelve, zo dat zij zich gelijk een kroon vertoont, en een schoon gezigt, voor den Planter, en zijne medehelpers, oplevert. Zij blijft ook, om die reden, in het gewoon vertrek hangen, tot eene andere Plant, het volgende Jaar, haare plaatse vervangt. Na de versiering maakt de Planter zich met de genoodigden vrolijk; en onthaalt hen, niet alleen op Rijstenbrij, maar ook op een Ham, een Salaadjen, goed Vaderlandsch Bier enz: doch tegenwoordig smaakt hen de Wyn ook reeds beter, welke 'er dus ook al op Tafel komt.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken