Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787 (1787)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (49.50 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verhandelingen, uitgegeeven door Teyler's tweede Genootschap. Vysde Stuk. Te Haarlem by J. Enschedé en Zoonen, en J. van Walré Junior, 1787. In gr. quarto 215 bladz.

Men maakt hier mede door den druk gemeen eene Verhandeling, over den Nationaalen Smaak van de Hollandsche School, in de Teken- en Schilderkunst, opgesteld door roeland van eynden, Kunstschilder te Tiel, aan wien de gouden Eerprys is toegeweezen, op deeze zyne beantwoording der Vraage van Teyler's tweede Genootschap; welke aldus luidt. ‘In hoe verre de Nationaale Smaak van de Hollandse School het doelwit der Schilder- en Tekenkunde bereike, en aan derzelver vereischte beantwoorde? Als mede hoe verre dezelve Smaak, door het bestudeeren van het Antique, en van de werken der Kunstenaars van andere Schoolen, zouwde kunnen verbeterd worden.’ - Ter beantwoordinge hiervan schikt de Kunstschilder zyne Verhandeling in de volgende orde. ‘Ik zal (zegt hy,) eerst het waare weezen der kunst en van den smaak verklaaren. - Dan zal ik alle de bekende Europische Schilderschoolen, en de daarin meest beroemde meesters op een beknopt tafreel voorstellen. - Hierna zal volgen, een onpartydige vergelyking van de beroemdste werken der bekendste meesters van de Hollandsche tegen die der andere Schoolen, en de daaruit volgende bepaaling van den waaren smaak en trap der volkomenheid van de Hollandsche School in de Schilder- en Tekenkunst; en eindelyk in hoe verre de Nationaale Smaak van die School, door het bestudeeren van het Antieke, en de werken der kunstenaars van andere Schoolen, zoude kunnen verbeterd worden, met de daartoe, myns oordeels, gepaste middelen.’ - De kundige van Eynden behandelt ieder deezer afdeelingen met veel oplettendheid; en geeft wel byzonder een naauwkeurig verslag van 't geen aan ieder der beroemdste Meesteren in de onderscheiden Schoolen by uitstek eigen is; het welk hem tot een grond-

[pagina 292]
[p. 292]

slag verstrekt, om die van de Hollandsche School by die der andere Schoolen te vergelyken, waarop hy dan voorts zyne aanmerkingen vestigt over 't geen ter verdere volmaaktheid vereischt wordt, en de middelen, welken ten dien einde met vrugt werkstellig gemaakt zouden kunnen worden. De lief hebbers deezer schoone kunste zullen t'over reden vinden, om 's Mans arbeidzaamheid in dit stuk dankbaar te erkennen, en zyn onpartydig oordeel over de Hollandsche School is zeer wel geschikt, om een algemeen genoegen te geeven. Zie hier hoe hy zig dewegens uitlaate.

‘Daar het uit de geschetste kunstkarakters, en de werken der meesteren uit de onderscheide Schoolen, en de nadere vergelykingen, gebleeken is, dat de Italiaansche School, in de meeste, en de Fransche School in eenige, deelen der kunst, de Hollandsche School overtreft; zo blykt de ongegrondheid der verheffing, op eenen al te partydigen yver voor de eere onzer Schoole gegrond, door den Heer rhynvisch feith, in zyne Verhandeling over 't Heldendicht, in eene aantekening onder bladz. 5. overgenomen, ‘als of de Italiaansche kunstenaars niet konden dan modellen der oudheid afschetsen, niet dan met eene slaafsche opmerkzaamheid de overblyfzels van het oude Rome nabootzen. - de Franschen niet dan valsche ideaalen, de gedaante voor het lichaam afbeelden; terwyl de Nederlanders de natuur volkomen wisten te schilderen, en die alleen waare Schilders hebben voortgebragt; en de Franschen en Engelschen zig niet schaamen onze Schilders en Tekenaars na te volgen.’

Maar aan de andere zyde, daar 't ook gebleeken is, dat onze School verscheide kunstenaars heeft voortgebragt, welke zig toegelegd hebben, om het ongemeene, het groote en schoone, ook door historische en verhevene onderwerpen, voor te stellen; zo vervalt de bitse en partydige aanmerking, die de anders kundige reynolds, in eene Redenvoering over den grooten styl, te Londen in 1771, gehouden, op de Hollandsche School gemaakt heeft; waarin hy hoofdzaaklyk zegt, ‘dat de Neêrlandsche Schilders, in hunne soort, voortreflyk zyn, maar dat zy zig belaglyk maaken, wanneer zy eene algemeene geschiedenis op hunne eigen bepaalde grondstellingen bouwen willen, en groote voorstellingen uit de laagheid van hun karakter afleiden.’ 't Is, naar myne gedagten, klaar gebleeken, dat de Nederlandsche School over 't algemeen

[pagina 293]
[p. 293]

de Engelsche verre overtreft, en dat de Engelsche School alleen, om eenige voornaame kunstenaars, in aanmerking komt, en thans nog als in haare geboorte is.

‘Uit de rangschikking, waartoe ik de Schilders van de Vaderlandsche School gebragt hebbe, is ook duidelyk te zien, dat de Fransche kunstrichter, de Abt du bos, en anderen, door partydigheid voor hunne Natie, of door gebrek aan kundigheid van den toestand der kunst in ons land, de Hollandsche School te onregt beschuldigen, als of wy geene andere kunstenaaren bezaten, dan die, welken zig toeleiden, om de veragtelykste en laagste bezigheden van 't gemeenste soort der menschen voor te stellen, en kunstig na te schilderen.

Nu zal 't niet moeilyk zyn, om op de gelegde gronden vast te stellen, en duidelyk te bepaalen den waaren Nationaalen Smaak van de Hollandsche School, in de Schilder- en Tekenkunst, die, ten aanzien van de keuze der onderwerpen, in welken na te volgen zy zig geoeffend heeft, blykt te zyn de voorstelling van allerleie voorwerpen uit de natuur, en in alle deelen der kunst, zo verre die onder 't bereik der navolging vallen kunnen; en, ten aanzien van de wyze, op welke zy de schoone en verhevene natuur hebben zoeken voor te stellen, blykt, dat zy daar toe eene nauwkeurige tekening en uitdrukking, zo verre dezelve uit de schoonste natuur, zonder het denkbeeldig schoon der Antiquen, kan verkreegen worden, met een allernatuurlykst koloriet, licht en bruin, gepaard aan de kunstigste uitvoering, en de volkomenheid van het werktuiglyke der kunst, bezit: en, ten aanzien van den trap der volkomenheid, welken zy in beide die opzichten bereikt heeft, is gebleeken, dat de smaak der Italiaansche Schoole den onzen in de meeste deelen, en de Fransche, in zommige deelen, overtreft; doch dat de onze boven den Duitschen, den Zwitzerschen en den Engelschen smaak, in de voornaamste vereischtens der kunst, verheven is, als men slegts eenige nog leevende meesters uitzondere, waarover ik my niet breeder heb kunnen uitlaaten, om dat ik, volgens myn plan, tegen dezelven geene nog leevende meesters van de Hollandsche School heb kunnen vergelyken.’

Wyders heeft de Heer van Eynden, in de manier van Bylagen, aan deeze zyne Verhandeling nog gehegt eene ontvouwing van 't geen men in de Schilderkunst het Costuum noemt, met aanmerkingen over deszelfs in agt neemen en verwaarloozen. Verder eene verklaaring van eeni-

[pagina 294]
[p. 294]

ge anders min bekende woorden in de Schilderkunde. En eindelyk een berigt van, met nevensgaande aanmerkingen over, het beroemde Altaarstuk van raphaël, in de Kerk van St. Pieter in Montorio, verbeeldende de gedaanteverandering des Zaligmaakers, en eenige daaromtrent voorgevallen omstandigheden, zo als die door de Euangelisten beschreeven worden: welk stuk de opmerkzaamheid aller Liefhebbers tot zig trekt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken