Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787 (1787)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (49.50 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 342]
[p. 342]

Wijsgeerige bedenkingen over den Godsdienst, de Vrijdenkerij en Opheldering des Verstands. Benevens eene Academische Redenvoering. Door Karel van Eckhartshausen. Uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, by J Kok Pz., 1786. Behalven de Voorrede, 146 bladz. in gr. octavo.

Waenwysheid en Ongodsdienstigheid tegen te gaen, algemene Menschliefde en Godsdienstigheid in te boezemen, is het gewigtige oogmerk dezer bedenkingen. De Heer van Eckhartshausen bezeft, dat de opheldering van het Verstand, waerop trotsche Vrydenkers in onze dagen zich zo sterk beroemen, terwyl ze de Menschliefde verzwakken, en den Godsdienst krachtloos maken, wel verre is van ene ware opheldering des Verstands te zyn. Zulks noopt hem, om te toonen, waerin de wezenlyke opheldering des Verstands bestae, en waertoe dezelve strekke; als mede, hoe de Philosophie en Godsdienst hand aen hand behooren te gaen; daer de Philosophie zonder Godsdienst in Vrygeestery, en de Godsdienst zonder Philosophie veelal in Bygeloof ontaert; welk een en ander niet dan verdervelyke gevolgen met zich kan slepen. Dit leid hem verder tot ene nadere overweging van den aert der Vrydenkery en van den Godsdienst, mitsgaders van derzelver verschillende uitwerkzelen; dat hem ook wel byzonder het oog doet vestigen op de voordeelen, en den natuurlyken invloed van den Geopenbaerden Godsdienst, dien de Vrygeest slechts met nietswaerdige aenvallen bestryd. - Zyn Ed. dit alles grondig ontvouwd en ernstig aengedrongen hebbende, richt voorts zyne aenspraek, zo aen den verleidenden Vrydenker, als aen de nog niet verleide Jeugd, om hen te recht te brengen of te behouden: en deelt hun voorts de volgende regels mede, als behelzende de geschiktste middels, om tot Deugd te geraken, en dezelve te vermeerderen.

‘1.Bemoeij u eene duidelijke, grondige en volkomene kennis van uwe pligten te erlangen.
2.Zet de moeite, om uwe pligten te erkennen, zorgvuldig voort, en bewaar de verkregene kennis van de dwaalingen.
3.Wend de kennis uwer pligten bestendig op uw hart en leven aan; bereid u zelven wijslijk voor elken dag, en beproef u aan het einde van denzelven zorgvuldig
4.Zoek altoos een levendig en waardig denkbeeld van de volmaaktheden Gods in uwe ziele te ontwerpen, het zelve voor u steeds tegenwoordig in uwe gedagten te bewaren, en het niet zonder eerbied te overweegen; verbind ook dit middel dagelijks met een gebed.
5.Bemoeij u vroeg, van uwe eerste jaaren af aan, de waereld, de menschen, en uzelven te leeren kennen.
6.Verhinder de indrukken der zinnen, de blind werken der
[pagina 343]
[p. 343]
inbeeldingkragt; matig uwe neigingen, wanneer zij aan en voor zig geoorloft zijn; houd de ongeoorlofde te rug, en beteugel de onregtmatige voorstellingen, die de aandoeningen het leven geeven, door verstand.
7.Om u in de overtuiging van de voortreflijkheid der deugd te versterken, en uw vermogen tot deugd te vermeerderen, ga den zekeren weg der innerlijke ondervinding, en der voortgezette beoefening uwer pligten.
8.Zoek den omgang met goede en opregte menschen; vlied het gezelschap der ondeugenden en lasterlijken.
9.Leer wijsheid uit het onderrecht der verstandigen, en uit het lezen van nuttige boeken voor het verstand en het hart.’

By deze Wijsgeerige bedenkingen is nog gevoegd ene Academische Redenvoering, welke de Heer van Eckhartshausen voorgelezen heeft, in ene openbare Vergadering te Munchen, op het Stichtingsfeest der Academie, den 5den April 1785. Dezelve heeft ten onderwerpe: de Letterkundige Onverdraegzaemheid dezer Eeuwe. Zyn Ed. heeft het inzonderheid geladen op de trotsche waenwysheid veler Schryveren, en hunne daer uit volgende smaedlyke behandeling van waerlyk verdienstlyke Geleerden. Uit het beloop dezer Redenvoeringe moet men enigzins opmaken, dat zulks in Duitschland zeer sterk in zwang gaet, en dit zo zynde, heeft hy wigtige reden, om daer tegen ten sterkste te yveren: vermids zodanige Critici niets anders dan verbittering te wege brengen, tegen het ware oogmerk, dat een rechtschapen Criticus zich behoort voor te stellen; waerover hy zich regtmatig aldus uitlaet.

‘Een Kritikus moet bescheidenheid hebben, en eene edele vrijheid. Zagtmoedigheid moet in zijne woorden heerschen, en vriendelijkheid in zijne uiterlijke gedragingen hem aanbeveelen. De ernst mag zig slegts in zo verre in zijne geschriften uiten, als het de opregtheid en liefde tot de welvaart des evennaasten vereischt. Het is een hoofdoogmerk, dat men bij alle onderrigtingen van zijnen evenmensch in acht te neemen heeft; dat men volstrekt alle beledigende berispingen, ten nadeele van zijne Eere, zo veel te meer verhoede, als zelfs de enkele bemerking der gebrekkelijke zijde aan zig, voor hem reeds vernederend is. Wanneer lompheid en oplopendheid de taal des berispers is, zo verliest de berispte het geheele echte gezigtspunt op eenmaal; hij ziet als dan niet meer op zijne gebreken, welke hij begaan heeft, maar op de tegenwoordige belediging en krenking van zijne eer. Hij ziet aan den Kritikus niets meer, dan zijn vijand, en die onbeschoftheid, met welke hij hem behandelt; en zijne verbeelding van de schande, die men hem bij andere maakt, laat hem verder in 't geheel niet aan zijn begaan gebrek meer denken, maar spoort zijn hart aan tot tegenweer en wraakgierigheid. Ieder woord, dat men verder tegen hem

[pagina 344]
[p. 344]

voortbrengt, is louter belediging. Hij voelt nu niets meer, want hij verwagt van zijn vijand niets goeds, maar een louter oogmerk om hem te benadeelen. Integendeel, wanneer de Kritikus de tedere gevoelens, die hij voor de eere zijns evennaasten heeft, op alle mogelijke wijze bespaart, wanneer zagtmoedigheid de woorden verzelt, die den misslag berispen; wanneer geene trotsche verheffing over zijn persoon, geene begeerte tot berispen en vlekken aan hem te vinden; geene wraakzugt hem te krenken en te willen beledigen; of elders anders eene onedele drift onze pen bestiert: wanneer waare opregte liefde tot zijn welvaart de drijfveer van onze te regtwijzing is, als dan kunnen wij zeker zijn, dat geen mensch zijn eigen geluk zo zeer haat, dat hij zijn hart voor onze te regtwijzing niet openen zoude: De ruwste mensch zal aangedaan zijn, wanneer hij ziet, dat ik hem niet haat, dat ik uit liefde tot hem spreek, en dat zijn welzijn de beweegoorzaak mijner berisping is.

Doch tot zulke Kritiken behooren goedwillende menschen, geene huurlingen van boekverkopers, welke dit of dat werk slegts uit nijd of uit gewinzugt verkopen, wijl een ander medeburger het zelve gaarne leest. Hier toe behooren mannen, die tegen de hoogmoed en hartstogten gekampt hebben: geene pedanten, die in 't duister zig tot geleerde Courantschrijvers verheffen, en onbeschaamde menschen in dienst hebben, die voor hen koffijhuispraatjes smeeden, zonder boeken te leezen’

Op den tytel staat, Uit het Hoogduitsch. 't Mogt 'er wel wat meer uit geweest zyn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken