Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787 (1787)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.07 MB)

Scans (49.50 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1787

(1787)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zedelyke bedenkingen.

Niets is 'er bestendig onder de Zonne. In de waereld heeft eene onafgebrooke verandering plaats. - Het een geslagt gaat, het ander komt. Deze word gebooren, geene sterft. De geheele natuur is aan oogenblikkelyke verandering onderworpen. De Saisoenen verwisselen. - Nu maken de Velden de aanminnigste vertooningen, dan zyn zy eene akelige en dorre woesteny gelyk. - Na eenen donkeren nagt volgt een aan-

[pagina 326]
[p. 326]

gename dag, en op eenen blyden dag, ziet men eenen droevigen magt volgen. De Zon die men 's morgens in het Oosten ziet ryzen, daalt des avonds in het Westen, de oogenblikkon volgen op elkanderen, en in ieder oogenblik is verandering. Zodanig is de natuur van de waereld, aan gestadige veranderingen onderworpen; terwyl de menschen de gestadige verwisseling der dingen met genoegen aanschouwen.

Welke zyn de droevige merktekens van het afschuwelyk Oorlog? Het zyn doorgaans verwoeste Landen, geplunderde Steden, bloedige Rivieren, gekneusde Bekkeneelen, beroofde Ingezetenen, verwilderde Zeden, en uitgeputte Schatkisten.

Gelukkig, ja driewerf gelukkig, zyt gy, ô Landen en Volken! die geregeerd en bestierd word, alleen naar de regelmaat der beste Wetten; aan welken de eigenbelangers der Overheden ondergeschikt zyn: waar de raadgeevers getrouw zyn, en dezelven het heil van Land en Volk beoogen. Dan, ongelukkig zyn die Volken en Landen, waar het eigenbelang alleen de dryfveer der Edelen is, aan welke alles word opgeofferd, zelfs het gansche behoud eener Maatschappy.

Hoogmoed, Nyd, Eigenbaat en Geveinsdheid zyn de rykste bronnen van kwaad.

Niets kan in dit leeven de Rust en Vrede overtreffen. Een vergenoegd, een blymoedig, mensch, heeft altyd rust in zynen boezem; vrede in zyn gemoed, en eene aangename kalmte in zyne ziele. Maar een onvergenoegd, zwaarmoedig en ontevreden mensch heeft nimmer rust, geniet noot de zoete vrugten van eenen aangenamen vrede. - Over alles klaagt hy; niets is naar zyn genoegen; nauwlyks aanschouwt hy het liefelyke daglicht der natuure, of zyn ongenoegen neemt een begin; en in alle bestieringen weet hy wat te bedillen.

Hy, die een anderen Lessen-geeven moet, om zyn zedelyk karacter te verbeteren, behoort eerst en vooral zich zelven Lessen te geeven, en een strikten regel voor te schryven aan zyn gedrag.

Kan 'er wel iets hatelyker bedagt worden, dan den Godsdienst te gebruiken, om iemand zynen perzoneelen wrok en haat te doen gevoelen? Der zulker gedrag is oorzaak, dat de Bedienaars des Euangeliums een algemeenen last opgeleid word; zo dat ze versmading en veragting lyden moeten, die alleen de Huurlingen, door hun slegt gedrag, verdienen. Intusschen daalt deze veragting van de Persoonen af op de bediening; en de schoone, de kostelyke, Godsdienst, word 'er door in minagting, ja zelfs in de uiterste veragting, gebragt.

Het Geld is by de meesten der menschen de spil, waar op alles draait. Geld is het rad, 't geen alles in beweeging brengt. Voor het Geld moet alles zwigten. - Voor het Geld buigen zich alle knien, en in eenen meêr of minderen graad is het Geld de Afgod, die van elk word aangebeeden. - Geld verwoest

[pagina 327]
[p. 327]

de Landen, Geld doet wederom de Landen bloeijen. Geld bouwt Steden, rigt Paleizen op, en verandert ze wederom in puinhoopen. - Geld regeert de gansche waereld; Geestelyken en Waereldlyken, Koning en Onderdaanen, allen worden zy door het Geld geregeerd, en zonder het zelve geraakte alles buiten beweeging.

Al wat leeven ontfangen heeft, verliest dat kostelyk pand niet dan met den grootsten weerzin. - Al het gedierte beschermt met alle zyne magt het dierbaar leeven. - De mensch, over het algemeen, doet het zelve, en agt niets zo dierbaar als het leeven; hierom poogt hy op alle mogelyke wyzen hetzelve te rekken en te verlengen; en dit doet hem zo menigmalen klagen over deszelfs kortheid. - Dan, een oud Wysgeer berispt deze algemeene klagt der menschen, en zegt: ‘dat het leeven der menschen niet zo kort zal bevonden worden, als men doorgaans voorgeeft, maar integendeel uitsteekend lang; indien de menschen slegts hun vermogen willen aanwenden, om van den tyd hunnes leevens een goed en neerstig gebruik te maken.’

Men vind menschen in de zamenleeving, dien het zo eigen is, op alles, wat hun ontmoet, wat te zeggen te weeten, dat ze zelden of nooit iets zullen zien, of 'er is, volgens hun begrip, een gebrek aan; het is niet wel geplaatst, of dit of dat moet 'er nog by komen. - Zo oordeelen zy ook over de daden van hunnen evenmensch. - Ze zyn doorgaans stout, om elk in het aangezigt te zeggen, wat ze slegts denken. - Men hoort zulke menschen niet zelden zeer tegenstrydige oordeelen vellen. - Het geen zy in den eenen pryzen, kunnen zy dikwils in eenen anderen, in den hoogsten graad, laken. - Ja, in eenen adem hoort men zomtyds daden afkeuren van den eenen, die men hem van een ander mensch hoort goedkeuren. - Dan, zy, die dus handelen, zyn doorgaans menschen van middelmatig verstand; ze zyn wel de kwaadsten niet van aart, doch ze hebben zelve veelal groote gebreken, en doen zeer veele zaken, die al de waereld moet afkeuren.

Alle menschen zyn natuurlyk vry gebooren. - De slaverny is het gewrogt van eenen Tyran. - Gelukkig die Landen, waar de vrye halzen niet gedwongen worden, zich te bukken onder het drukkend juk van slaverny! - Al wie eene opperheerschappy wil invoeren, is bezig om de ketens van slaverny te smeeden, waar mede men een vry Volk poogt te kluisteren. - Het verblinde Israël schreeuwde om eenen Koning. - God schonk hun, maar in zynen toorn, eenen Koning, en deze klonk eerlang een vry Volk in de kluisters der slavernye. Men zag te laat zyn misslag. - Dat Israël aan alle vrye Volken tot een baak verstrekke!

Vaak overiegt de mensch by zich zelven, wat hy al zal ver-

[pagina 328]
[p. 328]

rigten; hoe zyne zaken aanleggen; welke vermaken genieten; - welke zyn tyd van arbeiden, en welke zyn tyd van rust zal wezen. - Dan, hoe lange zal het dikwils duuren, voor hy vermaak kan genieten! duizend onvoorziene toevallen houden hem van het zelve te rug; - terwyl de rust nog op eenen veel wyderen afstand van hem is. - Weet men niet, leert de bevinding het niet onweerspreekelyk, dat dit alles niet van ons, maar van eene hoogere magt, afhangt; die, zo het aan dezelve niet behaagt, duizend wegen heeft, om te beletten, dat wy noch het een, noch het ander, verkrygen. Alles hangt van die oneindige magt af, dewyl er niets is, of het staat onder zyne alwyze bestiering. - Voor ons is het verborgen, wat de dag van morgen zal opleveren. Zelfs zyn wy van niets zeker dan van dat oogenblik, in welke wy zyn, van het volgende zyn wy al geen meester. - De dingen dezer waereld zyn zeer onzeker, en aan duizend en duizend wisselvalligheden onderhevig; - duizende gevallen kunnen 'er gebeuren, van ons onberekend, van ons niet voorzien of verwagt; welke alle, tot de minste toe, dienen, om ons in onze voorneemens te dwarsboomen; die ons alle gelegenheid ontneemen, om onze begeerten, het einde onzer verlangens, te verkrygen - Het is het werk dierhalven van een wys man, die oogenblikken, welke hem geschonken worden, wel te gebruiken; den tyd, van welken hy meester is, wel aan te leggen, ten zynen eigen en algemeenen nutte; want wy moeten niet slegts ons zelven, maar vooral het algemeene welzyn onder het oog houden, en wel zo, dat we grootmoedig genoeg zyn, om daar aan onze byzondere belangens te kunnen opofferen. - Dan, om onzen pligt te betragten, moeten wy wel zorgen, dat we dien niet uitstellen, en wanen, dat ons eene betere en geschiktere gelegenheid zal voorkomen, om daar aan te voldoen. - De dag van morgen is dikwils in onze magt niet; - met uitstel is dikwils alles verlooren; - daar by schiet de tyd zeer vlugtig voorby. - Yder oogenblik is weg, voor wy 'er aan gedenken; - sneller dan onze gedagten, - en de eens voorby zynde tyd keert in eeuwigheid niet te rug: - al wat voorby is, is verdweenen, gelyk een ligte damp, welke geene tekens, of voetstappen, agter laat, dat zy 'er immer geweest zy.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken