Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zedenkundige Proeven. Te Utrecht by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1789. In octavo 263 bladz.

Eene verzameling van zedelyke overdenkingen, op verschillende wyzen, by manier van bespiegelingen of verhaalen, voorgesteld; welke uit verscheiden Hoogduitsche Schryveren byeen gebragt zyn, en met vrugt geleezen kunnen worden, daar ze gewoonlyk goede zedelessen verleenen, die dikwyls gelegenheid

[pagina 35]
[p. 35]

kunnen geeven, om op zodanig een onderwerp nader te denken, en het zelve verder uit te breiden. - Zo ontmoeten we hier onder anderen een droom, die ons den berg der elende voorstelt, en ons de elende, die ons zomtyds mogt drukken, geduldig leert draagen. De vinding is niet nieuw; dan het denkbeeld is van zo veel aanbelang, dat het niet wel te dikwils herinnerd kan worden: waarom wy, den geheelen droom voor ons bestek te uitvoerig zynde, 'er den hoofdzaaklyken inhoud 'er van zullen mededeelen.

‘Jupiter naamlyk liet het menschdom eenmaal aanzeggen, dat zij alle hunne rampspoeden en wederwaardigheden zouden bijeenbrengen, en, in eene zekere daartoe bestemde vlakte, op éénen hoop uitschudden. Een aantal van menschen nam dit voorstel gretig aan, en bragt, door de Inbeelding geholpen, zijne onderscheiden lasten op den hoop, die weldra een hooge berg werd. - Dit verrigt zijnde liet jupiter ten tweedemaal uitroepen, dat het ieder een vrijstond zijne bezwaaren te verruilen, en met het pak van een ander, 't welk hij zou kunnen uitkiezen, naar zijne wooning te rug te keeren. Op dit aanbod kwam de Inbeelding denzulken, die ruilen wilden, vlijtig ter hulpe, en prees ieder een bijzonder pakje aan. De ruiling ging in den eersten opslag met genoegen door; doch 'er was onder die allen geen één mensch te vinden, of hij hield, slegts weinige oogenblikken na de gedaane ruiling, de nieuwe rampspoed, aan welke hij nu onderworpen was, voor ver ondraagelijker dan de oude. Of zulks van daar kwame, dat alle rampen, welke ons natuurlijk opgelegd zijn, in eene zekere evenmaat tot onze kragten staan; dan of het hier aan toe te schrijven ware, dat zij ons draaglijker worden, wanneer wij 'er aan gewend zijn; behoeft in deezen niet beslist te worden. Het gemelde uitwerkzel had althans bij allen plaats, en elk hunner trok zeer erbarmelijke gezigten, terwijl zij, onder den last van hunne verschillende pakken, op en neder gingen.’ - Onze Autheur dit breeder ontvouwd, en met gepaste voorbeelden opgehelderd hebbende, vervolgt voorts indezervoege.

‘De gantsche streek was met morren en klagen vervuld, tot dat jupiter zich eindlijk over den armen mensch ontfermde, en gebood, dat ieder een zijn last andermaal van zich zoude werpen, op deeze voorwaarde, dat elk dat zelve pak zoude wederkrijgen, 't welk hij van te vooren gedraagen had. Zij ontdeeden zich daarvan met de grootste blijdschap, waarop de Inbeelding, die hen in deze grove verblinding had geleid, bevolen wierd te verdwijnen. In haare plaats kwam het Geduld; en deeze Godheid hefte haare oogen van tijd tot tijd naar den Hemel, en hield ze op jupiter gevestigd. Zij was niet zoodraa tot den berg der elende genaderd, of, 't geen zeer opmerklijk is, de gantsche hoop zonk zoo diep neder, dat hij naauwlijks een derde

[pagina 36]
[p. 36]

van zijne voorige hoogte scheen te hebben. Zij gaf vervolgens ieder mensch zijn eigen ongeluk weder, en leerde hem, hoe hij het zelve op de minst moeijelijke wijze zou kunnen draagen. Elk een ging even vergenoegd weg, en was zeer verblijd, dat hij zich niet aan zijn eigen keus had moeten houden, maar dat kwaad had moeten neemen, 't welk op zijn lot gevallen was.

Behalven verscheiden andere zedeniessen, welke hieruit kunnen getrokken worden, leerde ik ook hieruit, dat ik noch met mijn eigen ongeluk t'onvreden moet zijn, noch het geluk van een ander moet benijden, om dat het niemand mooglijk is, een goed oordeel te vellen over de kwaalen van zijnen evennaasten. Daarom heb ik ook vast voorgenoomen, de klagten van een ander niet zoo ligt voor ongegrond te verklaaren, maar den kommer van mijnen medemensch met medelijden en erbarming aan te zien.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken