Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zedelyke Verhaalen, getrokken uit de Werken van de Heeren d'Arnaud, Mercier, en anderen der beste hedendaagsche Schryvers. Met nieuw geinventeerde Kunstplaaten versierd. Elfde Deel. Te Amsteldam, by A. Mens, Jansz. 1788. In octavo, 290 bladz.

Men levert ons in dit Deel weder een drietal van Verhaalen, die hunne gevalligheid hebben, en tevens leerzaam zyn. In de geschiedenis van Fanny, wordt ons het haatlyke der verleidinge van een onschuldig Meisje, ten leevendigste, geschetst, en te gelyk op eene treffende wyze afgemaald de inkeer van den Verleider, die een wettig gelukkig Huwelyk ten gevolg had. - Het tweede verhaal, getyteld de Huichelaars, stelt ons het versoeilyk gedrag van dezulken, die, schynheilig, den Godsdienst tot een dekmantel hunner snoode euveldaaden misbruiken, in een helder daglicht. En 't voordraagen hiervan, in tegenoverstelling der lee-

[pagina 48]
[p. 48]

venswyze van een lossen Jongeling, wiens hart egter niet geheel bedorven is, en die eindelyk ter Deugd keert; als mede van 't gedrag eener Mevrouwe, die haare onbedagtzaamheid nog by tyds erkent; dient inzonderheid om ons onder 't oog te brengen, hoe men nog eer kunne hoopen, op de verbetering van een ongeregeld temperament, dan op die van een huichelagtig hart: in 't laatste geval zyn volstrekt uitgewischt alle denkbeelden van eer en deugd, die in 't eerste geval nog al dikwils eene heilzaame uitwerking kunnen hebben. - Hierby komen ten laatsten nog de droevige lotgevallen van Lucia en Melanie, twee Zusters, die ten naauwste aan elkanderen verknogt zyn, doch ongelukkig Medeminnaaressen worden, zynde beiden verliefd op den Graaf d'Estival. Melanie tragt haaren min, ten gevalle van Lucia, te verdooven; en Lucia, dit eindelyk ontdekkende, wil haaren Minnaar, ten gevalle van Melanie afstaan, waaraan deeze volstrekt geen gehoor wil geeven. Dit baart een edelmoedigen tweestryd, die voor Melanie te treffender wordt, na dat zy uit den mond van den Graaf verstaat, dat hy Lucia, (die hem door wederzydsche Vaderlyke schikkingen ter Egtgenoote toegelegd was,) wel hoogagtte, maar dat hy haar [Melanie] daadlyk beminde. Zulks doet Melanie, om allen verderen aanzoek en stryd, ook in haar eigen hart, zo veel mogelyk, te ontgaan, in stilte het Vaderlyke huis verlaaten, en zich in een Klooster verschuilen. Dit doorboort het hart van Lucia; zy geeft 'er den Graaf zelven verslag van, duidt hem aan, dat Melanie hem bemint, en geeft hem te kennen, dat zy eer van hem wil afzien, dan het onheil van Melanie, door haar huwelyk met hem, bewerken. Intusschen zetten beider Vaders het beöogde huwelyk door, en d'Estival treedt met Lucia in den egt. Lucia ontdekt eerlang dat de Graaf, hoe minzaam hy zich ook ten haaren opzigte gedroege, heimelyk kwynde aan zynen Min voor Melanie, welke haar tot nog toe onbekend geweest was. Het ontdekken hiervan stortte Lucia in een doodlyke ziekte; en op haar overlyden tragtte hy, na verloop van eenigen tyd, Melanie, welker verblyfplaats men eindelyk opgespeurd had, over te haalen, om zich met hem in den Egt te verbinden. Dan deeze verydelde dit aanzoek, door haare kloostergelofte te doen, en 't gewyde gewaad aan te neemen; waarop zy den Graaf allen verderen toegang tot haar ontzeide. Zulks had kort daar op ten gevolge, dat de Graaf een einde van zyn leeven maakte, en dat Melanie, op het berigt hiervan, binnen weinige dagen den geest gave. - Herhaalde keeren hadden Lucia en Melanie, gelyk ook de Graaf, een bitteren stryd in hun gemoed door te staan, daar ze, door pligt en min, nu herwaards dan derwaards geslingerd worden, 't welk dit verhaal by uitstek treffend maakt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken