Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 406]
[p. 406]

Bewijs van de waarheid des Christlijken Godsdiensts, voor Ongeleerden. Door J. Fr. Jacobi. Te Utrecht by J. Altheer, 1790. Behalven het Voorwerk, 266 bladz. In gr. octavo.

Met de benaming van Ongeleerden, hier op den Tytel gebruikt, oogt men, gelyk de Eerwaerde Jacobi zich uitdrukt, op dezulken, die zich aen de geleerde wetenschappen niet toegewyd hebben, en dus gene zogenaemde opzetlyke Geleerden zyn, maer die intusschen lust hebben, om hun gezond verstand te beschaven, en hunne verstandlyke vermogens door oefeningen uit te breiden en te versterken. Den zulken komt, vooral met betrekking tot ene gegronde overtuiging der waerheid van den Christlijken Godsdienst, niet zo zeer te stade een geleerd oudheidkundig onderzoek, met ene oordeelkundige schifting van 't geen daer toe betrekking heeft; als wel een voor hun verstaenbare bewystrant; die ze, ene behoorlyke oplettendheid gebruikende, gereedlyk kunnen nagaen; en welke daedlyk dienen kan, om hun dit belangryke onderwerp in een overtuigend licht te plaetzen. Ten nutte der zodanigen, heeft onze Autheur dit geschrift vervaerdigd, bij manier van aeneengeschakelde voorstellingen, die den Lezer trapswyze opleiden; met nevensgaende aenmerking over, en ophelderingen van, twyfelachtige bedenkingen, die de overtuiging zouden kunnen belemmeren. - Zyn Eerwaerde heeft dit met een welwikkend oordeel uitgevoerd, en 's Mans behandeling is by uitstek wel geschikt, om het bovengemelde doel te treffen. - Zie hier het wezenlyke van den aengevoerden bewystrant, zo als hy zelve het wydloopiger verhandelde, by ene beknopte zamentrekking, in ene korte schets voorstelt.

‘De breeder uitgewerkte hoofdstellingen zijn deze.

Wij vinden in de natuur een duidlijken aanleg tot de veradeling des menschen, en de verfrajing des aardbodems.

Eén der allernoodigste vereischten tot dit oogmerk is, dat de mensch zig eene Godheid voorstelle, en die erkenne, als Regeerder der wereld.

Zonder dit geloof, vervalt de mensch tot de grootste wild- en woestheid.

Hierom vindt men, bij alle volken der aarde, de erkentenis eener Godheid; en menige voorvallen in de na-

[pagina 407]
[p. 407]

tuur, die diepen indruk maken op de gemoederen, geven nadruk, leven, en duurzaamheid aan dit denkbeeld.

Maar het denkbeeld der Godheid is, bij de meeste menschen, zeer onvolkomen: en dweperij, heersch- en winzugt hebben het geweldig misvormd.

Egter vindt men, in de oudste geschiedenis, eenige menschen, welke een allerverhevenst denkbeeld van God hadden.

Onder dezen komt Abraham voor, als houdende Jehova voor den eenigen Rigter der gansche aarde, en gevolglijk voor een alweetenden, regtvaardigen en almagtigen God.

Aan dezen Abraham geschiedde eene Godlijke belofte, dat door zijn zaad alle volken gelukkig zouden worden.

Dit geluk kon niet verkregen worden zonder verklaring des verstands, verbetering des wils, en een fijner gevoel van goede en slegte daden.

Vele leeraars, welke ook het verheven denkbeeld van eenen oneindigen en hoogst volmaakten God hadden, arbeidden, gedurende eenige eeuwen, onder Abrahams nakomelingen, om eerst één volk standvastig te maken in deze leer: en allerleie merkwaardige gebeurtenissen bevestigden de leer dier leeraren.

Van deze leeraren zijn nog beschrevene Voorzeggingen overig, waarin zy voorspellen, dat alle ongerijmde en lastige voorstellen aangaande God en Godsdienst, eens, door eenen afstammeling van David, uit de zielen der menschen uitgeroeid; en de kennis en dienst des eenigen Gods, en verhevene deugden, bijzonder mensch- en vredelievendheid, op den gantschen aardbodem, zouden verbreid, en dat de gansche aarde, als dan, de meest mogelijke versrajing verkrijgen zou. - De aarde zou, meer dan voorheen, met vrugtbare akkeren, hoven, wijnbergen, dorpen en steden, beslagen worden: en deze schoonheden zouden niet, gelijk te voren, door gedurige en verdervende oorlogen, en rooverijen, verwoest worden, maar zij zouden zig al verder en verder over den aardbodem uitstrekken: ook daar, waar sederd duizenden van jaaren, slegts woestenijen geweest waren.

De vervulling dezer voorzeggingen heeft, ten bestemden tijd, door Jezus, haar begin genomen, en komt nog van tijd tot tijd, door de schriften zijner Apostelen, al meer tot hare uitvoering.

Geene kennis van God en zijn dienst, zoo ver die

[pagina 408]
[p. 408]

door het vernuft eeniger menschen, zelfs der allergeleerdsten, is uitgedagt, heeft ooit zulk eene veradeling des menschdoms, en eene zoo aanhoudende en uitgebreide verfrajing der aarde voordgebragt, als de leer van Jesus, door de prediking en schriften zijner eerste leerlingen.

Bovengemelde Voorzeggingen, en derzelver vervulling, beslist dus den twist der wijsgeerige Rede, of 'er een God is; dan geen? Of hij een denkend wezen is; dan eene redenlooze noodzaaklijke oorzaak der dingen? Of hij de lotgevallen der wereld voorzie en besture; dan of hij eene bestendige werklooze rust geniete? Of hij naar wijze oogmerken handele; dan naar eene inwendige dringende noodwendigheid? Of de geesten eeuwig denken, en leven; dan of zij, gelijk de groejende ligchamen, gesloopt worden?

O, welk eenen heerlijken en goeden God, vertoonen ons deze Voorzeggingen, en derzelver nog steeds durende en voordgaande vervulling! Wij bemerken, daarin, eenen God, die niet slegts eene aarde schept; maar die ook dezelve steeds, meer en meer, opluistert, zoo ver het, door wijze middelen, volgens het bestek zijner bedoeling, geschieden kan; en die de redelijke Wezens aan Zigzelven, in volmaaktheid en geluk, zoekt gelijk te maken. Nu vertoont zig een God, die alle zijne schepzelen kent; derzelver lotgevallen weet en bestuurt; een God, die de liefderijkste besluiten, over ons menschen, genomen heeft, en dezelve, wonderbaar en heerlijk, uitvoert.

O, welk eene zielenrust, welk eene hoop, welk eene zagte vreugde geeft de kennis van zulk een God! Dat elke ernstige en weldenkende ziel zig in hem verblijde en hem eere! De gansche aarde weergalme van zijnen lof!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken