Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verkeering met God, by byzondere gevallen en tyden, door J. Fr. Feddersen, Predikant aan de Domkerk te Brunswyk. Eerste Deel. Naar de derde uitgave uit het Hoogduitsch vertaald. Te Amsterdam by H. Keyzer, 1790. Behalven het Voorwerk, 226 bladz. In gr. octavo.

Opwekkende bespiegelingen, in welken de stichtelyke Feddersen het gemoed der Lezeren, door ene ernstige beschouwing der omstandigheden, waerin ze zich bevinden, opleid, ter overdenkinge hunner verplichtinge, zo jegens God en den Naesten, als zichzelven. Hy doorloopt ten dien einde, verschillende toestanden, in onderscheiden betrekkingen, beiden ten aenzien van voor- en tegenspoed, en richt zyne bespiegelingen, naer eisch dier verscheidenheid, op ene gemoedlyke wyze in, zodat het den Lezer nope, om 'er zyn gedrag opmerkzaem aen te doen beantwoorden. - Men leeze, ten voorbeelde, 's Mans overdenkingen by het genot van aerdsche geneugten, die aldus luiden.

 
‘Verleen, ô Heer! dat wy steeds dankbaar u verhoogen,
 
En maatig in 't genot der vreugde weezen moogen.’

‘Gods vriendelykheid en voorzorg voor het heil der Menschen wordt my volkomen blykbaar, wanneer ik bedenk, hoe veel goeds hy op de geheele aarde verspreid heeft; het welk hun tot genoegen verstrekt. Het kind, de jongeling, de man en de gryzaard, hebben, naar Gods wyze en genadige schikking, ieder zodanige geneugten, die aan hunnen ouderdom eigen zyn. Gelyk elke trap des Menschlyken

[pagina 586]
[p. 586]

ouderdoms, en ieder stand der Menschen byzondere zegeningen oplevert, zo is ook elk jaargetyde voor ons gezeegend met goederen, die onzen geest en ons ligchaam verkwikken. Dit alles heeft onze lieve Vader in den hemel gedaan, om ons de reis, die wy door deeze waereld naar de eeuwigheid moeten doen, recht aangenaam te maaken. De aangenaamheden deezes levens moeten ons dienen ter vervrolyking van ons gemoed, by de meenigvuldige zorgen en lastigheden van het zelve, en tot herstelling en vernieuwing van onze krachten, op dat wy de ernstige en gewigtige bezigheden, in onzen staat, met meerder gemak en vermaak volbrengen kunnen. Voor veele duizenden heb ik oorzaak te roemen: De Heere heeft groote dingen aan my gedaan, dies ben ik vrolyk! God bewaart my voor alle plaagen, zorgen en bekommeringen. Hy geeft my daarentegen veele waare geneugten. De bevalligheden der natuur, in de hoven en op de velden, vermaaken my; de verkeering met blygeestige en deugdzaame vrienden verkwikt my; ik heb genoeg van goede spys en drank. Ik leg my vergenoegd neder in myn bed, slaap gerust en ontwaak met blydschap. Ik heb alle middelen en gelegenheid, om my het leven recht gemakkelyk te maaken, mynen geest te vervrolyken en myn ligchaam te koesteren.

Weldaadig God! wie ben ik, dat gy zo liefdenryk aan my gedenkt, en my blyde dagen schenkt boven zo veelen, die 't beter verdienen dan ik! - Ik erken uwe onverdiende goedertierenheid met een ontroerd hart, en bid u: help my nu ook, dat ik altyd recht dankbaar jegens u mooge blyven! Het hart van den mensch wordt, helaas! dikwerf by het aardsch geluk verleid, u en zynen pligt te vergeeten. Bewaar my daarvoor, lieve hemelsche Vader!

Laat my by het genot der geneugten deezes levens aan u denken; - u als den eenigen Geever van al het goede en aangenaame, het welk ik op de aarde geniet, met eene levendige overtuiging erkennen, en met een dankbaar gevoel verheerlyken! De geneugten, die ik geniet, moeten altyd rechtmaatig en onschuldig blyven! Nooit moet 'er één van dezelve behooren tot de strafwaardige vermaaklykheden, die my berooven van de verheevener vreugde des geweetens, die tegen Gods gebod stryden, en my bloot stellen aan het gevaar van Gods genade, en de eeuwige zaligheid daardoor te verbeuren! - Zelfs het genot van de onschuldigste genougten wordt zondelyk, wanneer ik daardoor iets goeds verzuim, het welk ik verpligt ben te doen; of wanneer ik

[pagina 587]
[p. 587]

my te veel daaraan overgeef. Nimmer moet er een pligt, welken ik als Christen, of als Onderdaan, of knecht, of burger, of heer of vriend of huisvader en mensch schuldig ben te volbrengen, wegens aardsche geneugten, met achteloosheid waargenoomen, of zelfs verzuimd worden! Bovenal moet dit myne hoofdzaak blyven, dat ik met ernst en trouw in den staat, waarin gy, o God! my gesteld hebt, het myne met oprechtheid doe; en laat my de geneugten deezes levens alleenlyk genieten tot herstelling van myne krachten, ter verkwikking van geest en ligchaam, om myne gewigtiger pligten dies te gemakkelyker te vervullen, en my de lastigheden van mynen staat te veraangenaamen. Daartoe hebt gy my dezelven gegeeven, daartoe zal ik ze ook, naar uw oogmerk, gebruiken! Ik zal dus ook in het genot van dezelven altyd omzichtig en maatig zyn; ik zal over my waaken, op dat zy my niet te veel bekooren, en my niet wellustig, ydel en ligtvaardig maaken moogen! Ik zal dikwils bedenken, dat zy verganglyk zyn, en dat God my tot onverganglyke geneugten heeft geschaapen! Deeze zal ik met den grootsten yver zoeken. Wel te doen zal myn grootste vermaak zyn! Myn hart moet met waarheid betuigen: allermeest verblyde ik my in mynen God en Heiland Jesus Christus.

Komt eerlang de tyd, dat God my lyden oplegt: dan zal ik denken aan het goede, dat ik te vooren van hem ontvangen heb, en oprechtelyk bidden:

 
o Heer! ik dank U voor het lyden,
 
Waar door me Uw hand getuchtigd heeft,
 
Zo wel, als voor 't gerust verblyden,
 
Dat my Uw Vaderzegen geeft!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken