Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verslag van de natuurlyke historie der slangen; onlangs uitgegeeven door den Graaf de la Cepéde, Bewaarder van 's Konings Kabinet, en Lid van veele Academien en Genootschappen, zo in Frankryk als elders.

De Heeren Gelastigden van de Academie der Weetenschappen te Parys, verklaaren van dit Werk: ‘'t zelve is een Vervolg van 't geen de Graaf de la cepéde voorheen over de Eijerleggende viervoetige Dieren heeft aan het licht gegeeven. Hy handelt in 't zelve over meer dan honderd vyf en zestig soorten van Slangen, onder welke meer dan twee en twintig soorten, door geen Schryver te vooren beschreeven, en veele andere, die door de Reisbeschryvers, of de Natuurkundigen, niet dan ter loops vermeld waren.’

De Slangen schynen op de schaal der weezens te volgen op de Eijerleggende viervoetige Dieren. Zy heb-

[pagina 195]
[p. 195]

ben de meeste overeenkomst met de Haagedissen, en boven al met de tweevoetige kruipende Dieren.

In twee voornaame Rangen kunnen de Slangen geschikt worden, te weeten Leevendigbaarende, en Eijerleggende. Doch, wanneer wy het stuk met een aandagtig oog gade slaan, ontdekt men, dat de Leevendbaarende zeer veel verschillen van de eigenlyk gezegde Leevendbaarende onder de viervoetige Dieren. Alle Slangen komen uit een Ey voort, even als de Eijerleggende viervoetige Dieren, de Vogels en de Visschen. Maar by eenige soorten deezer kruipende Dieren ontsluiten zich de Eijeren in den buik der Moeder. Terwyl by de eigenlyke Leevendigbaarende viervoetige Dieren de Vrugt onmiddelyk voedzel krygt van de Moeder, door Vaten, die van de een tot de andere loopen. By de Eijerleggende wordt de Vrugt gevoed door de zelfstandigheid van het Ey zelve, zonder iets van de Moeder te ontleenen. Maar dit Ey blyft, of in het Lichaam des Diers, als by de Slangen, en ontsluit zich door de warmte des Diers zelve, of het wordt door de Moeder gelegd, en komt uit door eene uitwendige warmte, 't zy door de warmte der Zonne, als by de Schildpadden, 't zy door het broeden der Moeder, als by de Vogelen, 't zy door de warmte der lichaamen die gesten, gelyk de meeste Slangen die de Eijeren in broeiende mesthoopen, of in rottende gewassen, leggen. - Hier door loopt van zelve in 't ooge, dat de Leevendigbaarende Slangen zeer veel verschillen van de eigenlyke Leevendigbaarende Dieren: de eerstgemelde komen altoos uit een Ey voort, doch 't zelve gaat open in 't moederlyk Lichaam.

Zeer lang duurt de Paaring der Slangen. Zonder dien langen duur, zou dezelve meest altoos onvrugtbaar weezen. Want deeze Dieren geen zaad-verzamelplaatzen hebbende, waar in het Zaadvogt zich onthoudt tot het door de ballen heen schiet, zou hetzelve, in korten tyd, geene genoegzaame voorraad ter Bevrugting verschaffen. 't Is eveneens gesteld met de Schildpadden, en andere Eijerleggende viervoetige Dieren. Deeze zeer langduurende Paaring is by de Slangen in zeker voege gedwongen, als een gevolg van het maakzel der dubbele mannelyke Roede; deeze is voorzien met kleine achterwaards geboogene steekels, die moeten dienen om het Wyfje vast te houden, en misschien aan te prikkelen. Voor 't overige moet de indruk van deeze onëffenheden niet zeer sterk weezen op de

[pagina 196]
[p. 196]

Teeldeelen van het Wyfje: want deeze zyn bykans altoos kraakbeenagtig. By het paaren slingert het Mannetje en Wyfje de zeer buigzaame Lichaamen om elkander heen, en drukken zich zo naauw zamen, dat ze maar één Lichaam met twee koppen schynen uit te maaken.

De Slangen hebben groote Longen; hier door kunnen zy een ruimen voorraad Lugt inneemen, en hebben niet noodig zo dikwyls adem te haalen als andere Dieren. Het Hart heeft maar ééne opening; zy hebben omtrent zo veel Ingewanden als de viervoetige Dieren. De Slokdarm is by de Slangen zeer lang, en kan zich verbaazend verwyderen: en zyn de Kaakbeenen door banden aaneengehegt, die zeer veel kunnen toegeeven. Dit stelt de Slangen in staat, om zomtyds Dieren, veel grooter dan zy zelven zyn, in te slokken. De Maag der Slangen is zeer groot. Zy hebben een Lever, Galblaas, Alvleesch, en lange Darmen; ook twee Nieren, doch die niet uitloopen in een eigenlyk gezegde Blaas, gelyk men by de Eijerleggende viervoetige Dieren aantreft; maar ze ontlasten zich in eene algemeene verzamelplaats, gelyk by de Vogelen, waar de vaste en vloeibaare uitwerpzels zich heen begeeven: deeze verzamelplaats heeft uitwendig ook maar ééne opening. In deeze opening vindt men by de Mannetjes de deelen ter voortzetting van het Geslacht noodig, en blyven die daarin verborgen tot op den tyd der Paaring. Binnen deeze Verzamelplaats vindt men by de Wyfjes de openingen van de twee Eijerstokken, en is dit de reden waarom men by de meeste Slangen, uitgenomen in zekere omstandigheden omtrent den paartyd, zich van de Sexe niet kan verzekeren door enkel het uitwendig maakzel te beschouwen.

Verbaazend veel verschilt de Grootte der Slangen. Eenige haalen slegts weinige Duimen in de langte, andere dertig, veertig, of vyftig Voeten, men wil zelfs dat 'er nog langer gevonden worden. Deeze groote soorten zyn de Boa of de Godlyke, die Geitjes, ja zelfs wilde Stieren, inslokken; ten dien einde breeken zy de beenderen deezer Dieren, door zich om dezelve heen te slingeren, of te klemmen, tegen boomen of rotzen.

Nog eene andere onderscheiding valt 'er tusschen de Slangen te maaken; te weeten, tusschen die Vergiftig zyn, en de Onvergiftige. De eerstgenoemde hebben twee groote Tanden, die door een scheur als in twee deelen gespleeten zyn. Aan het voetstuk deezer Tanden bevinden zich Blaas-

[pagina 197]
[p. 197]

jes, die een min of meer fyn vergift behelzen. Wanneer de Slang met deeze Tanden byt, trekt hy ze op, de Blaasjes worden gedrukt, en het vergift zypelt door de spleet des Tands, en brengt den dood toe aan het gebeeten Dier. De Heer fontana heeft veele nieuwe Proeven te werk gesteld omtrent het vergift der Slangen, en getoond, dat, schoon het vergift onzer Slangen doodelyk is voor kleine Dieren, het doorgaans voor den Mensch, en andere groote Dieren, die doodlyke uitwerking niet hebbe, ten minsten dan wanneer de wonden niet zeer veelvuldig zyn. Men geeft doorgaans den naam van Adderen aan deeze soort; ze zyn Leevendigbaarende. - De andere soort die Eijeren legt, en niet vergiftig zyn, kan men, ter onderscheiding, Slangen noemen.

De Slangen verschillen van elkander in kleur, en in de schikking der kleuren, als mede door het getal, de grootte, de gedaante, en de schikking der schubben. Dit zyn de Characters, van welke men zich bedient om ze te rangschikken. Linnaeus telt zes Slangen-Geslachten.

De Heer brujères heeft 'er een zevende bygevoegd, onder den naam van Langaha.

Een achtste Geslacht heeft de Heer hornsted beschreeven, onder den naam van Acrochorde van Java.

De Heer de la cepède geeft een Tafel op van de Slangen, om de kennis deezer Dieren gemaklyker te maaken. Deeze Tafel is verdeeld in tien kolommen.

De eerste kolom behelst de naam der soorten.

De tweede kolom vertoont het getal der groote plekken van ryen kleine schubben, of van de schubagtige ringen beneden aan het Lyf der Slangen, of het aantal der kreuken, welke men aan de zyden van het Lichaam vindt. De soorten zyn geschikt naar het getal deezer groote plekken, ryen van kleine schubben, en schubagtige ringen of kreuken op zyde.

De derde kolom behelst het getal der groote en kleine plekken, of der ryen van kleine schubben, of schubagtige ringen, die men onder den Staart der Slangen vindt, of het getal der zydkreuken aan dit gedeelte des Lichaams.

De vierde kolom geeft de geheele Langte der Slangen op.

De vyfde kolom stelt alleen de Langte des Staarts voor.

De zesde kolom leert, of de Slangen vergiftige Tanden hebben, dan niet, en welke der twee kaakenbeenderen met die gevaarlyke wapentuigen gewapend is.

De zevende kolom duidt aan, het ontbreeken van groote

[pagina 198]
[p. 198]

schubben op het bovenste gedeelte van den Kop, of het aantal en de schikking dier groote schubben, als zy gevonden worden.

De achtste kolom geeft de gedaante op der Rug-schubben.

De negende kolom wyst eenige opmerkenswaardige trekken in het maakzel der Slangen aan.

De tiende kolom onderrigt ons wegens de kleuren der Slangen.

De Characters, in deeze tien Kolommen uitgedrukt, dienen, om de onderseneidene Slangensoorten te doen kennen. Wy zullen, ten slot, de byzondere Characters der acht voornaamste Geslachten, hier by voegen.

Eerste geslacht. Slangen die groote plekken onder het Lyf, en twee ryen kleine plekken onder den Staart, hebben: dit zyn de colubri.

Tweede geslacht. Slangen die groote plekken onder het Lyf en onder den Staart hebben: dit zyn de boas.

Derde geslacht. Slangen, die den Buik bedekt hebben met groote plekken, en wier Staart uitloopt in een groot schubbig stuk, of in stukjes van elkander afgezonderd, beweeglyk en geluid maakende Ratelslangen, crotali.

Vierde geslacht. Slangen, die onder het Lyf, en ender den Staart, met Schubben voorzien zyn, gelyk aan die des Rugs, anguis.

Vyfde geslacht. Slangen, wier Lichaam en Staart omgeeven zyn door schubagtige Ringen. amphisbaenae.

Zesde geslacht. Slangen, wier Lyf op zyde in de langte een reeks kreuken toont. caecillae.

Zevende geslacht. Slangen, die onder 't Lyf na den Kop toe groote plekken hebben; by den Aars schubagtige Ringen, en wier uiterste van den Staart van onderen voorzien is met zeer kleine schubben. langaha.

Achtste geslacht. Slangen, wier Lyf en Staart voorzien is met kleine verhevenheden. acrochordi.

Ten opzigte van de Schubben, die het Lyf der Slangen bedekken, merkt de Graaf de la cfpède op; dat dezelve bykans alle, en in 't byzonder de groote, onder aan 't Lyf, beweegbaar zyn, onafhangelyk van elkander. Zy kunnen elk deezer Schubben beweegen door een byzondere spier, welke daar in uitloopt. Van hier wordt elk deezer bekleedzelen des lichaams, om zo te spreeken, door zich op te heffen en weder neder te vallen, een soort van voet, die wederstand op den grond vindt, en een steunpunt, waar door zy zich allerwegen, naar welgeval-

[pagina 199]
[p. 199]

len, heen kunnen wenden. Dan de Slangen beweegen zich ook door een veel sterker vermogen, zy verheffen, in een cirkelboog, een min of meer uitgestrekt deel huns Lichaams; zy trekken de twee uiteinden van den boog die op den grond komen, zamen, en wanneer deeze byna elkander bereiken, is dit een steunpunt om voort te komen en het dan boogswyze verheven gedeelte wordt plat. Wanneer zy vooruit willen gaan, steunen zy op het agterste gedeelte van den Cirkelboog, willen zy achterwaards gaan, daar en tegen op het voorste. Terwyl de Slangen deeze onderscheidene beweegingen verrigten, steeken zy den Kop des te meer boven den grond op, naar maate zy sterker zyn, of door sterker driften gedreeven worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken