Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805 (1805)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.07 MB)

Scans (40.44 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805

(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Willem Hups. Eene Anecdote uit de XVIIde Eeuw, ongelooflijk zelfs in de onze. Door b.d. In den Hage, bij J. Immerzeel, Jun. 1805. In gr. 8vo. 277 Bl.

Een niet onvermaaklijk, niet onleerzaam Boek, met vrij wat luim geschreven. Willem Hups is indedaad een zeer achtingswaardig man, tot dat hem het Leänders Wensch-hoedje gewordt, (waarvan de geschiedenis vrij breedvoerig en niet onaardig wordt verhaald) door 't welk hij zich onzichtbaar maken kan, en derhalven alvermogend is. Eenen geruimen tijd, echter, doet hij door hetzelve niets dan goed; maar de verzoeking is toch te sterk, en de voorheen zo achtingswaardige man wordt eindelijk een deugniet, een ongelukkig deugniet. - ‘Het mutsje is mijn,’ zegt ten laatsten een nog groter booswicht. - ‘Dat niet!’ roept toen eene stem boven uit de lucht: ‘wat zou 'er van het ongelukkige menschdom worden, zoo eens leander's Muts in de handen van eenen Staatsman verviel! daar reeds een boeren Kuiper 'er dit mede uitrichtte. Een slegt mensch zou het zeker nog meer misbruiken, dan de goede man, die 'er kwaad door geworden is. - Mij 't Mutsje!’ - 's Mans graf is op 't Kerkhof van Oudewater, waar hij Ao. 1672 Kuiper was; voor weinige jaren vond men daar zijnen zerk nog, met het ‘Die staat, zie toe dat hij niet en valle! en, God zij zijne ziele genadig!’ daarop, enz. - De Lezer ziet, het Geschrift heeft een waarlijk goed zedelijk doel, en over het geheel heeft ons de uitvoering zo wel als de vinding van deze Roman vrij wel behaagd; zo dat wij den oorspronglijken Schrijver, wiens eersteling in dit vak wij hier denkelijk voor ons hebben, wel durven aanmoedigen. Echter, wij ontveinzen het niet, hier en daar wordt het verhaal ons te lang gerekt; hier en daar vonden wij ook wel, onder het anders waarlijk geestige, iets, dat wij valsch vernuft zouden noemen; meer dan eene gezochte aardigheid, meer dan eene plaats, die het kiesch gevoel moet afkeuren: daartoe brengen wij ook het plaatsen van eenen Leeraar van den Godsdienst in een hoogst belachlijk licht, waarin toch altijd de Godsdienst zelf dan eenigzins bij den Lezer deelt; voorts deze en gene toespeling, die bij den beschaafden man even zo weinig gelach en genoegen verwekt als het voor vier stuivers

[pagina 705]
[p. 705]

p... kruid, waarvan zich de held van deze geschiedenis eens zou bediend hebben. Reeds het geplaatste op den titel, bij wijze van motto, hinderde ons: ‘Ook zij, die dit zagen, geloofden 't niet. Joannes.’ Welke woorden wij daarenboven ons niet eens alzo in den Bijbel herinneren. - Dan wij willen 'er niets meer bijvoegen, en stipten het hier gezegde eeniglijk aan, om den Schrijver op zodanige vlekken opmerkzaam te maken, die, indien hij aan soortgelijken wansmaak voortaan toegeve, zijne volgende Schriften waarschijnlijk geheel zouden bederven, althans onbruikbaar maken voor dat gedeelte van 't Publiek, welks goedkeuring toch alleen vereerend is; hetwelk echter gaarne, in dezen eersteling, dit gebrekkige, om het doorgaande goede, over het hoofd zal willen zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Willem Hups. Eene anecdote uit de XVII eeuw; ongelooflijk zelfs in de onze