Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841 (1841)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.88 MB)

Scans (28.39 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (3.57 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841

(1841)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Joannis Rudolphi Thorbecke Oratio de Simonis Slingelandth rempublicam emendandi studio, quam habuit die 8 Februarii a. 1841, quum magistratum academicum deponeret. Lugd. Batav. P.H. van den Heuvell. 1841. in 8vo. maj. 35 pag. f : - 60.
Redevoering over de staatkunde hier te lande na den Utrechtschen Vrede; een waarschuwend voorbeeld voor onzen tijd, uitgesproken in het Koninklijk-Nederlandsch Instituut, op den 16 Nov. 1840, door Mr. J.C. de Jonge, Archivarius van het Rijk, enz. 's Gravenhage en Amsterdam, bij de Gebr. van Cleef. 1841. In gr. 8vo. 28 bl. f : - 30.
Het stemregt van de Gouverneurs der Provinciën als Voorzitters van de Provinciale en Gedeputeerde Staten, verdedigd door een Lid van de Regterlijke Magt. 's Gravenhage en Amsterdam, bij de Gebr. van Cleef. 1841. In gr. 8vo. 43 bl. f : - 60.
Verdediging van den praktikalen Landbouw tegen theoretische beschouwingen, in aanmerkingen op de voorstellen der Zeeuwsche Commissie van Landbouw, vastgesteld den 30 Mei 1839; door K. Hoorweg, Bouwman te Rockanje,

[pagina 465]
[p. 465]

bij Brielle. Te Dordrecht, bij H. Lagerwey. 1840. In gr. 8vo. VI, 20 bl. f : - 35.
Iets over het tegenwoordig onderwijs in Nederland. Te Deventer, bij J. de Lange. 1841. In gr. 8vo. 16 bl. f : - 15.
Aanwijzing van uitgelezene gedachten en bedenkingen, met bijvoeging van thans even noodige, doch min algemeene denkbeelden en wenken aangaande het lager Onderwijs. Door eenen bejaarden Onderwijzer. Te Hoorn, bij de Gebr. Vermande. 1841. In gr. 8vo. 21 bl. f : - 30.

De Hoogleeraar thorbecke schildert de verdienstelijke, maar ten gevolge van velerlei tegenstreving hoofdzakelijk mislukte pogingen van den beroemden slingelandt tot hervorming van staatsbestuur, justitiewezen enz. op zoodanige wijze, dat vooral daarbij uitkomt het gebrekkige der staatsinrigting van ons voormalig Gemeenebest, als ook de neiging onzer landgenooten, om zich aan oude, schoon blijkbaar verkeerde gewoonten te houden, om alle krachtig werkende verbeteringen uit te stellen, en om de bijzondere belangen van steden en gewesten boven het erkende belang van het vaderland, als geheel beschouwd, voor te trekken. Dat alles geeft rijke stof tot overweging, en is op hetgeen in de laatste jaren gebeurd is en nog dagelijks gebeurt van veelvuldige toepassing.

Ook de vermaning van den Archivarius de jonge, dat wij mogen toezien, om, door overdrevene zucht tot bezuiniging, het verval van land- en zeemagt niet te veroorzaken, gelijk onze voorouders deden, toen zij na den Utrechtschen vrede slechts op de traktaten steunden, verdient behartigd te worden, voor zoo veel men de bezuinigingen welligt te veel op het onderhoud van land- en zeemagt wil doen drukken, in plaats van veeleer de burgerlijke administratie en de heffing der belastingen te vereenvoudigen. Maar in wezenlijke waarde staat de Redevoering van den Heer Mr. de jonge op verre na met de Oratie van Prof. thorbecke niet gelijk. Thorbecke dringt met den blik van een' staatsman tot de oorzaken door. De jonge stelt slechts daden en gevolgen voor tot een waarschuwend voorbeeld voor onzen tijd. Hij doet dit uit slechts één gezigtspunt; en het stuk heeft iets van eene redevoering tot ondersteuning van eenig voorge-

[pagina 466]
[p. 466]

dragen budget, waarbij vermeerdering van subsidie voor de departementen van oorlog en zeedienst wordt aangevraagd. Voor eene redevoering in het Koninklijk Instituut zouden wij van 's Rijks Archivarius iets anders en iets beters gewacht hebben.

Een lid der regterlijke magt, die zijnen naam verzwegen heeft, en dien wij dus, tot hij zich noemt, slechts ter goeder trouw als zoodanig erkennen zullen, verdedigt het stemregt van de Gouverneurs der Provinciën als Voorzitters van de provinciale en gedeputeerde Staten. Doch, onafhankelijk van des onbekenden Schrijvers betrekking, hetzij hij lid is der regterlijke magt of niet, zijn betoog is duidelijk en krachtig gesteld, en heeft alle aanspraak op een bedaard onderzoek. Veroordeeling met eene magtspreuk is niet genoeg. Naar ons gevoelen zou het wenschelijk zijn, dat de Gouverneurs bij de verkiezing van leden der tweede Kamer van de Staten Generaal niet medestemden; en het regt daartoe, volgens het jus constitutum is zoo twijfelachtig, dat het moeijelijk is uit te maken, of het waarlijk bestaat, dan niet. Om dat twijfelachtige kan men dus de onbevoegdheid der Gouverneurs even min als hun regt er toe bewijzen. Eene wet, die een einde aan den twist maakt, schijnt een onmisbaar vereischte, om gedurige botsingen op dat duistere punt voor te komen.

De verdediging van den praktikalen Landbouw tegen Theoretische beschouwingen, door den Heer hoorweg, Bouwman te Rockanje, is zoo ongegrond niet, als wij meenen, dat men elders dat stukje heeft afgemaald. Met veel kennis van zaken en ontwikkeling van redenen is het boekje geschreven. Uit de wrijving der tegenovergestelde gevoelens wordt de waarheid geboren. Dit geldt ook nopens het al of niet doeltreffende van voorgestelde veranderingen in de wijze der bebouwing van onze akkers. Zeker behoort men onderscheid te maken tusschen den aard der gronden; en het laat zich vooraf begrijpen, dat b.v. deze of gene wijze van ploegen, die in deze of gene streek van Duitschland met goed gevolg wordt aangewend, voor vele oorden van ons vaderland ongeschikt is, en dat zelfs hetgeen in het eene deel van ons land, of zelfs van eenig bijzonder gewest, aanbeveling verdient, verwerpelijk is in een ander gedeelte. Ook dit werkje verdient derhalve nader getoetst, in plaats van kortweg veroordeeld te worden.

[pagina 467]
[p. 467]

Iets over het tegenwoordig Onderwijs in Nederland, door eenen ongenoemden, heeft weinig te beteekenen. Het tegenwoordig bestaande wordt vrij goed verdedigd, maar er is niets nieuws in de argumenten.

Meerdere waarde kennen wij toe aan de uitgelezene gedachten en bedenkingen van eenen bejaarden Onderwijzer. Zeer geschikt wordt daarbij al het goede der bestaande inrigtingen verdedigd, met wederlegging vooral van de bedenkingen der Roomschgezinden, waar zij ongegrond zijn; slechts één punt aan laatstgemelden toegegeven, dat het namelijk voor hen moeijelijk is zich tot onderwijzers te vormen en tot de te verkrijgen benoemingen mede te dingen, zoo lang de onderwijzers op vele dorpen, vooral in Noordbraband, tevens kosters en voorzangers bij de Hervormde gemeenten moeten zijn. De Schrijver wenscht den onderwijzerspost voor altijd van die ondergeschikte betrekkingen af te zonderen. Alsdan zouden meerdere Roomschgezinden zich tot onderwijzers laten opleiden, en met hoop op goeden uitslag in de vakaturen kunnen mededingen. De bekwaamste, hetzij Roomsch of Protestant, zou tot onderwijzer kunnen worden aangesteld, en de Roomschgezinde zou geene billijke reden tot klagte meer overhouden. Ook over andere punten handelt de Schrijver zeer gematigd en verstandig; zoodat wij dit werkje onder de beste schriften over dit thans zoo veel ter spraak zijnde onderwerp gerustelijk rangschikken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Johan Rudolph Thorbecke

  • over Simon van Slingelandt

  • over Johannes Cornelis de Jonge

  • over K. Hoorweg


datums

  • 8 februari 1841

  • 16 november 1840

  • 30 mei 1839