Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845 (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.01 MB)

Scans (30.95 MB)

XML (3.59 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1845

(1845)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onze Voorouders, in verschillende Tafereelen geschetst door Mr. J. van Lennep. Vde Deel. Te Amsterdam, bij P. Meijer Warnars. 1844. In gr. 8vo. 441 bl. f 4-50.

Dit Deel van het uitvoerige werk van den Heer van lennep bevat één stuk, getiteld: de Reisgenooten, of liever het is eene aaneenschakeling van een aantal kleinere verhalen, welke door eenen zekeren band aaneen zijn verbonden. Een reisgezelschap, bestaande uit eenige ongelukkige kruisvaarders, die uit den laatsten kruistogt huiswaarts keeren, en waaronder Hollanders, Friezen en Zeeuwen zijn, verschillend in rang en stand, in karakter en manieren, en aan wier hoofd Jonker jan van arkel staat, kort zich, op eenen zeetogt van Sicilië naar Genua, den tijd, door beurtelings elk een verhaal te doen. Deze verhalen, met de daar tusschen gevoegde gesprekken en aanmerkingen, maken den inhoud van dit boekdeel uit.

[pagina 277]
[p. 277]

Deze wijze van aaneenschakeling, schoon zeker in de zaak zelve geene nieuwe vinding, mist toch geenszins eene eigenaardige aanlokkelijkheid. De losse verhalen zelve, aan onderscheidene personen in den mond gelegd, verkrijgen daardoor dikwijls iets bijzonders, dat zij zonder dit hulpmiddel niet zouden bezitten, in toon en uitdrukking, welke gewijzigd worden naar het karakter en de omstandigheden van den verhaler. Intusschen komt het Rec. voor, dat het, ook bij de groote bekwaamheid des Schrijvers, hem toch niet gelukt is, om overal dat individuele aan ieder verhaal te geven, waardoor het juist in den mond van den spreker en niet in dien van een ander der reisgenooten zoude voegen. Gaarne erkennen wij, dat dit ook bij het groot aantal der sprekers moeijelijk ware geworden; maar de uitkomst zou de moeite hebben beloond, gelijk bij die stukken blijkt, waar dat meer bijzonder is in het oog gehouden.

Van zeer ongelijke waarde en belangrijkheid komen deze verhalen aan Rec. voor. Bij den aanvang der lezing, ja bij het geheele eerste vierde gedeelte van dit boek kon Rec. zich de minder gunstige beoordeeling wel begrijpen, die hij reeds door dezen en genen over dit Deel der Voorouders had hooren uitspreken. De Schrijver heeft het beste brood niet voor het venster gelegd, en de eerste verhalen, gedeeltelijk uit oude kronijken getrokken, hebben door derzelver inhoud weinig, wat de belangstelling opwekt en gaande houdt. Maar, naar mate men verder komt, wordt de zaak beter; te beginnen b.v. met het verhaal van kees dirksz, is het alsof de Schrijver regt op gang komt, en zijn er verscheidenen onder, die Rec. met levendige belangstelling heeft gelezen, en die hij niet aarzelt uitstekend gelukt te noemen. Het tooneel uit de vlugt van Graaf willem, door kees dirksz, de Flielandsche geschiedenis door agge jelles verhaald, de verrassing van Nijmegen, die koen van Emmerik mededeelt, Koning willem te Haarlem, van wien roelof meeuwesz verhaalt, Goor tot eene vrije stad geworden, gelijk machiel van Goor doet hooren, het verhaal eindelijk van geraert de Roode behaagden Rec. bij uitstek; terwijl de verhalen van Jonker jan van arkel en van duco hermana met den geheelen afloop der reize in een behagelijk verband zijn gebragt. Minder behaagde Rec. het avontuurlijke verhaal van de ontmoetingen van pier eenoog, waarbij wat al te veel van de geloovigheid der lezers wordt gevorderd.

[pagina 278]
[p. 278]

Het zal wel geene herinnering behoeven, dat ook hier de losse en gemakkelijke schrijftrant van van lennep ruime gelegenheid heeft, om zich te openbaren, en dat dit de lezing ook van het anders minder belangrijke veraangenaamt. Intusschen stelt Rec. toch dit boekdeel, gelijk het daar ligt, niet gelijk met de vorige Deelen, en ziet liever in een volgend Deel meer uitgewerkte stukken te gemoet, die op den duur meer behagen, dan de lectuur van telkens nieuwe kleine verhalen, waardoor de belangstelling minder wordt geboeid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenooten