Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855 (1855)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.60 MB)

XML (3.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855

(1855)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Steenen voor het Huisaltaar. Stichtelijke Poëzij van S.J. van den Bergh, A.P. van Groningen, J.P. Hasebroek, B.Ph. de Kanter, J.J.L. ten Kate, N.H. Tatum Zubli,en an-

[pagina 152]
[p. 152]

deren. Te Amsterdam, bij W.H. Kirberger. 1854. In kl. 8vo. 91 bl. ƒ :-60.

De Uitgever deelt ons mede dat dit bundeltje zijn bestaan dankt aan een Engelsch boekje van soortgelijken vorm en inhoud, getiteld: ‘Altar Stones’, geschreven door den auteur van: The faithfull Promiser, en andere ascetische werkjes. Aan verscheidene onzer Dichters deelde hij zijn gevoelen mede, dat voor vele Christenen in ons midden de overbrenging van de Engelsche versjes welkom zou zijn, en dezen hebben hem hunne hulp aangeboden om ze in het licht te doen verschijnen. Wij vinden hier kleine dichtstukjes op onderwerpen ontleend aan Oud en Nieuw Testament, en in de vreemdste verwarring door elkander geplaatst. Het begint met Pinkster:

 
o Gij die troostende in wilt keeren
 
In 't hart dat onder 't kruis verschool (?),
 
Beroer mijn lippen, Geest des Heeren!
 
Met een doorloutrende altaarkool.

Dan komt men te Bethlehem bij de kribbe, dan te Zoar bij lot, daarna op den Olijfberg bij jezus, hierop tot de Smeltkroes bij jesaja, straks wordt men gevoerd naar Sinaï bij mozes, dan te Bethanië bij lazarus, daarna te Pniel bij jacob, en zoo gaat het voort op eene ons onbegrijpelijke wijze. Al die verzen achter elkander te lezen, schijnt ons een taai werk. Wie nu en dan het boekske opneemt, zal er wel iets stichtelijks aantreffen, ofschoon 't dan ook geene diamantsteenen zijn die worden aangeboden. In een vers op den Olijfberg, zeker een der gebrekkigst vertaalde, lezen wij:

 
Ook ik bestijg in stil geloof zijn top,
 
Opdat ik daar van 's werelds zorgen pooz',
 
't ‘Weest stil!’ gebiede aan al wat deert of ducht,
 
En in den geest een heilgen sabbat vier'.
 
 
 
En als mijn zwoele levensdag eens daalt,
 
Zijn matte zon de Westerkim bereikt,
 
Olijfberg! dat de ontboeide ziel dan stijg
 
Met vleuglen als van jezus' bede op u!

Voorts lezen wij: dat ‘de dood broedt over 't zondetal’;

[pagina 153]
[p. 153]

dat de ‘kruisdrager met hallelujahpsalmen de eeuwigheid doorgalmen zal’; van een ‘geloof dat bergen om doet zwenken’; van ‘één spijt die het pad beschaduwt’; van ‘aller steenen zwang’; van ‘een eeuwge rots in wiens wonden men zich bergt’; van ‘stralen die de mantelslippen van den nacht overglimpen’; van ‘het bonsen der waereld uit heur krammen’; van ‘Satans bleeke (?) slaventroepen’; van een ‘waschbad, dat er vloeit uit de heilige (?) wonden van het Godlijk Offerlam’; van het ‘kruishout dat alles kan verzoeten’, waarom de Dichter ‘al zijne tranen neêrplengt aan jezus' doorboorde voeten’; van de ‘dwarrelwinden en golven van 't ontrust gemoed, die bezworen worden door het woord van het heilig Lam’; van het ‘Nebo der ziele, dat gevonden is liggende op Golgotha’. Wel weten wij dat, in weerwil van, neen, juist om dergelijke uitdrukkingen de verzen aan velen zullen behagen, die hier ook hunne ziel als ‘bruid met kwijnend oog opklimmende uit de woestijn en liefelijk lettende op haren liefste’ (jehova nissi naar het schijnt genoemd), met stichting zullen zien voorgesteld. Maar ter wille van hen mag de Recensent, die de vaderlandsche Letterkunde lief heeft, niet het aankweeken van schadelijk, vreemd onkruid onverschillig aanzien. Waarom den goeden smaak beleedigd door het overbrengen van het valsch vernuft des Engelschen Dichters? Dat uit te werpen is niet slechts geoorloofd, maar pligt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over S.J. van den Bergh

  • over J.P. Hasebroek

  • over J.J.L. ten Kate

  • over A.P. van Groningen

  • over Bartholomeus Philippus de Kanter

  • over Nicolaas Hendrik Tatum Zubli