Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zuster Agnes, of het Slagtoffer van Priesterlist. Een op daadzaken gegrond tafereel uit het Kloosterleven. Uit het Engelsch. Met 5 platen. Te Tiel, bij H.C.A. Campagne. 1855. In gr. 8vo. VIII en 257 bl. f 1-30.

Dit verhaal is een ware schandkronijk, die afkeer, neen, afschuw van het kloosterleven inboezemt. Nergens ook is de afwijking en ontaarding der Kerk van Rome zigtbaarder dan in het kloosterwezen, dat misgewas op den Christelijken akker; die schroomelijke en rampzalige miskenning van het ideaal der heiligheid en zedelijke volmaking. Zijne stichters waren mannen die het Christelijk leven buiten het menschelijk leven plaatsten; daarom was afzondering hunne eerste behoefte. Wij zeggen niet dat uit de kloosters niets goeds is ontsproten; wie dit beweert verwijzen wij naar Monte Cassino, Fulda, Hirschau, en St. Gallen; doch het nut dat zij konden stichten, was slechts tijdelijk; het kwaad dat zij moesten voortbrengen, van blijvenden aard: het eerste was toevallig, het laatste noodzakelijk. Dit kwade ontwikkelde zich, toen de kloostermenschen zich in de kerk drongen, en in de maatschappij wierpen; en het naderde zijne voltooijing, toen de Hiërarchie hen in dienst stelde, als lijfwachten en keurbenden tegen allen die aan 't misbruik van gezag en de dwaling poogden te ontworstelen. Men moge hen in onze dagen achteloos zien voorbijgaan, toch zijn zij 't vooral die het erfgoed onzer vaderen, de vrijheid des gewetens belagen. Maar nog erger te duchten zijn zij die onherkeud als huis-onderwijzers in Pro-

[pagina 150]
[p. 150]

testantsche gezinnen dringen en de jeugd bederven. Engeland heeft daar menig voorbeeld van aan te wijzen. De Heer james begg heeft dat in zijn werk: ‘Rome veroordeeld’, met feiten aangetoond; en eene ons niet bekende Schrijfster schildert hier de lotgevallen van meer dan ééne jonge dochter, die, door misleiding en bedrog opgewonden, binnen kloostermuren werd gelokt; daar eene hel in plaats van den hemel vond; en na een leven vol jammer en ellende krankzinnig werd, of in wanhoop haren dood verhaastte, of bij verzet - door den dood des gewelds tot zwijgen werd gebragt. De hoofdpersoon van dit verhaal is de jeugdige dochter eens weduwnaars. De vader is een man van groot vermogen, doch onverschillig op het stuk van Godsdienst; zijne dochter is een fantastisch meisje, dat in eene bloemenwereld dweept en zich zalig droomt. Ongelukkig valt zij in de handen eens Jezuïts en van eene vermomde zuster, die voor gouvernante speelt, en het overspannen kind verleidt om het ouderlijk geloof te verzaken, haren vader te ontvlieden, en paradijsgenuchten in een klooster te zoeken. Het onervaren slagtoffer vindt teleurstelling, verdriet, lijden, wanhoop, en den dood des gewelds op het oogenblik waarin zij redding verwacht.

De Schrijfster heeft haar tafereel sterk gekleurd. Bijzondere omstandigheden deden haar het kloosterleven kennen, over welks jammeren en gruwelen anderen met opzet of onbedacht den rozenkleurigen sluijer der verdichting werpen, en hebben een levendig gevoel van mededoogen voor de slagtoffers bij haar opgewekt.

De aanmerking die wij op dit, gelijk op al zoodanige verhalen hebben, is deze: dat zulke gruwelen, naar ons gevoelen, niet verdicht mogen worden; en dat zoo 't verhaal waarheid behelst, de namen der boosdoeners die ze gepleegd hebben, openlijk genoemd behooren worden. Zonder dat zegt de Protestant: zoo veel boosheid is niet mogelijk; en de Roomsche zegt: ‘laster!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken