Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

Handleiding tot het kweeken en fokken van Konijnen in de stad en op het land, een gemakkelijk en zeker middel om zich groot voordeel te verschaffen met weinig kapitaal. Naar de derde Fransche uitgave, van L. Ravageaux, Landhuishoudkundige te Triest. Te Amsterdam, bij J.D. Sijbrandi. 1854. In kl. 8vo. 46 bl. f:-40.

Op den titel afgaande, zoude men verwachten dat dit werkje niet veel goeds bevatte. Want Ref. kan het niet ontveinzen dat, waar op den titel wordt aangekondigd dat men hier het middel heeft, om met weinig kapitaal groote winsten te maken, de inhoud hem reeds bij voorbaat verdacht voorkomt. Bij nader inzien, valt het boekjen echter mede. Naar de derde oorspronkelijke uitgave bewerkt, is het in 't Nederduitsch overgebragt in den tijd, toen elkeen meende dat men in de konijnen het middel had gevonden, niet slechts om den behoeftige van goed voedsel te voorzien, maar ook om hem die zich op de teelt daarvan toelegde, groote winsten te verschaffen.

Men vindt hier, na eene korte levensbeschrijving van het konijn, de inrigtingen behandeld, waarin de konijnen gehuisvest moeten worden (konijnenwaranden, zoo als de Schrijver ze noemt); er wordt over de hokken gesproken; uitvoerig wordt er stilgestaan bij het voedsel der konijnen, bij hunne paring, bij de jongen, en men vindt in korte trekken aangewezen, waarvoor men te zorgen, waartegen men te waken hebbe. Ten slotte is in dit werkjen eene uitgewerkte opgave

[p. 183]

van de onkosten eener konijnenfokkerij, en van de voordeelen welke zij afwerpt. Ref. kan dit alles hier niet in bijzonderheden onderzoeken, maar meent toch eene algemeene aanmerking niet te moeten terughouden. Het geheele voordeel der fokkerij is hier gebouwd op den verkoop van al de konijnen, waarvoor, naar gelang van hunnen ouderdom, van f 1.75 tot f - .20 het stuk in rekening gebragt wordt. Deze prijs is misschien op zich-zelf niet te hoog gesteld; maar heeft de ondervinding hier te lande niet bijna overal geleerd dat men de gefokte konijnen niet gereedelijk kan afzetten, dat de behoeftige Nederlanders ook van het konijnenvleesch niet gediend zijn? - Zoodra dit het geval is, en de konijnenhouder langer dan noodig met zijne waar blijft zitten, vervalt een groot gedeelte van het voordeel, omdat het onderhoud nu dagelijks geld kost zonder rente af te werpen, terwijl men bovendien aan ziekte en sterfte is blootgesteld, zoodra de dieren te veel opeengehoopt en niet in alle opzigten goed verzorgd worden. De voordeelen der konijnenfokkerij zijn dus, althans tegenwoordig in ons land, niet zoo groot als de Schrijver opgeeft; integendeel, verscheiden liefhebbers, die met ingenomenheid de zaak hadden opgevat, hebben ze moeten laten varen, omdat zij hun niet dan schade berokkende.