Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Boeren-Goudmijn. Tijdschrift voor den Nederlandschen Landbouw in zijn geheelen omvang. Inzonderheid ter dienste van het platteland. Hoofd-Redacteur Dr. L. Mulder, Hoogleeraar te Deventer. Aflev. 1-9. Te Deventer, bij J. de Lange. 1855. In 8vo. 288 en 124 bl. f 3-60 per Jaarg.

Het aantal der Nederlandsche Landbouw-tijdschriften is in het vorige jaar met één vermeerderd geworden, dat een schoonen titel draagt, waarschijnlijk ontleend aan het uitmuntende werk van vroeger dagen, serrurier's wèlbekende Boeren-Goudmijn. Het stelt zich ten doel: over den Nederlandschen landbouw in zijn geheelen omvang te spreken, en is voornamelijk gerigt tot hen, die buiten de stad (zoo als het heet, op het platteland) wonen. Daartoe spreekt het in den regel eene eenvoudige taal, en neemt slechts stukjes op die kort en zoo veel mogelijk voor een elk begrijpelijk zijn. Het geeft uittreksels uit buitenlandsche Tijdschriften, of overgenomen mededeelingen, voor zoo verre die voor den Nederlandschen landbouwer van belang kunnen geacht worden. Het tracht zijne lezers op de hoogte te houden van hetgeen in ons Land over landbouw geschreven wordt, en geeft daartoe den inhoud der inlandsche Tijdschriften op, waarin over landbouw wordt gesproken, en beoordeelt met een enkel woord in Nederland uitgekomen boeken over dit onderwerp. Het neemt verslagen op van vergaderingen, programma's van tentoonstellingen, berigten van allerlei aard, van vaderlandsche Maatschappijen, Genootschappen en Vereenigingen van Land-

[pagina 384]
[p. 384]

bouw; het geeft bovendien maandelijks eene prijs-courant van goede en slechte meststoffen, in ons land verkrijgbaar. - Behalve dit alles zal het eene brievenbus en een vragenbord openen, waardoor gelegenheid is tot correspondentie tusschen de Redactie en hare medewerkers en lezers, en tusschen deze laatsten onderling.

Op het vragenbord zullen de vragen, door de Redactie ontvangen of gedaan, worden opgeschreven, terwijl de brievenbus bestemd is voor de antwoorden hierop ontvangen, en voor de inlichtingen en teregtwijzingen ten opzigte van vroeger in het Tijdschrift verschenen stukken. Eindelijk zal een bijblad advertentiën bevatten van nieuw uitgekomen boeken en werkjes, en van vele andere zaken die voor den landbouwer van belang zijn.

Zoodanig is, blijkens de eigen woorden der Redactie (zie: ‘Een Woord vooraf’ in No. I), het plan van het jeugdige Tijdschrift: De Boeren-Goudmijn; met dit doel is het verschenen, en wordt het bewerkt door den vlijtigen Dr. l. mulder, en ondersteund door een groot (misschien overgroot) aantal medewerkers uit alle oorden des vaderlands.

Het is de vraag, in hoe verre het nu aan het plan en de verwachting voldaan heeft.

Wanneer wij tot beantwoording dezer vraag de voor ons liggende eerste negen Afleveringen doorbladeren, dan moeten wij zeggen dat wij voor dit nieuwe Tijdschrift vrij gunstig gestemd worden. Wij vinden daarin ál de aangekondigde rubrieken behandeld, en ontmoeten vooral onder de oorspronkelijke stukken mededeelingen van verschillenden aard door onderscheiden Schrijvers opgesteld. Als zoodanig komen in de eerste plaats in aanmerking die stukjes welke de beschrijving van in Nederland genomen proeven bevatten, zoo als de: Aanleg en Behandeling van een Hoptuin onder Twello, door c. ribbius; De Hoenderfokkerij van den Heer berail te St. Michiels-Gestel, beschreven door den Hoofd-Redacteur, Dr. l. mulder; Bemesting met Chili-Salpeter, enz. Verder de mededeelingen welke eene opwekking tot proefnemingen behelzen, waaronder wij, om van geene andere te spreken, alleen de zoo belangrijke bijdrage van g.j. hengeveld, Over het Snijden der Koeijen, eene nieuwe Goudmijn voor Landbouwers, zullen noemen. In een Land als het onze, waar de melk en de hiervan verkregen

[pagina 385]
[p. 385]

handelsproducten, zulk een belangrijk gedeelte van den landbouw uitmaken, is het zeer te wenschen dat de elders zoo wèlgelukte proeven, om de koeijen, door ontneming der geslachtsdeelen, het geheele jaar door te doen melk geven, mogen herhaald worden, ten einde men ook hier de daarvan welligt te verkrijgen voordeelen deelachtig worde.

Ook onder de overige oorspronkelijke stukken komen er voor wier inhoud uit een praktisch oogpunt belangrijk is, doch wij kunnen hier alle niet opnoemen, maar moeten den belangstellenden lezer naar het Tijdschrift zelf verwijzen. Evenzeer worden er gewigtige zaken bekend gemaakt in de meeste der overgenomen mededeelingen, hoewel er enkele zijn, zoo als: Biezen voor lampenpitten (bl. 29), Wedrennen in Engeland (bl. 54); Guanine (bl. 86), Driekleurige katten, door f.c. hekmeijer (bl. 186), welke niet veel te beteekenen hebben.

Wat de brievenbus aangaat, deze bevat niet zoo veel belangrijks als men had mogen verwachten, maar is grootendeels ontaard in eene correspondentie van de Redactie aan degenen welke stukjes ingezonden of werken ter beoordeeling geschonken hebben; eene correspondentie die voor de overige lezers van het Tijdschrift niet van veel gewigt is.

Wij eindigen onze aankondiging met den wensch: dat het Tijdschrift: De Boeren-Goudmijn, steeds aan belangrijkheid moge winnen, en een ruimen kring van lezers vinden, zoodat het veel nut aan den vaderlandschen landbouw brenge.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken