Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het Boek en zijne Geschiedenis. Een Verhaal voor de Jeugd. Met Hiëroglyphen, opgedolven Oudheden, vroegere Lettersoorten, merkwaardige Gebouwen en Gedenkteekenen, en Portretten, Naar den tweeden druk uit het Engelsch vertaald. Verrijkt met Poëzij van den Heer Mr. I. da Costa, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Te Meppel, bij Wilson en Comp. 1855. In kl. 8vo. IV en 170 bl. f 1-10; in cart. f 1-30.

Het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap vierde den 7den Maart 1853 zijn vijftig-jarig bestaan, en bij die gelegenheid werd te Londen een boek uitgegeven, waarin, ten behoeve der jeugd, de meest belangrijke bij zonderheden zijn opgeteekend den Bijbel betreffende, onder den titel van: ‘Het Boek en zijne Geschiedenis’. Het is in drie deelen gesplitst.

[pagina 417]
[p. 417]

Het eerste handelt ‘over den Bijbel in de voorgaande eeuwen’; het tweede ‘over het aan het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap toebehoorend gebouw, en het drukken en inbinden van den Bijbel’; het derde, eindelijk, geeft een overzigt ‘van het ontstaan en de tegenwoordige werkzaamheden van dit Genootschap’. Wij ontvangen hier de vertaling van het eerste gedeelte; mogt dit bij een genoegzaam aantal lezers het verlangen naar de volgende twee doen ontstaan, dan zullen de Uitgevers dat verlangen volgaarne bevredigen.

Dit geschrift geeft zoo wel eene Bijbelsche Geschiedenis als eene Geschiedenis des Bijbels, in een vromen en zeer orthodoxen zin. Men kan er uit zien dat de kritiek der gewijde geschiedenis in Engeland bij die op het vasteland zeer ten achteren is; doch moet er ook bij bedenken dat het werk geschreven is door eene vrouw.

De geschiedenis van het boek zelf bevat vele wetenswaardige bijzonderheden omtrent de lotgevallen des Bijbels gedurende den loop van zoo vele eeuwen, tot aan de vestiging van het Britsche Bijbelgenootschap; en omtrent het aantal vertalingen, en de lotgevallen der eerste overzetters in de volkstalen, en der verspreiders van de H.S. vóór en ten tijde der Hervorming.

Het werkjen is met een aantal houtsneden versierd, die hiëroglyphen, oudheden, vroegere lettersoorten, gebouwen en gedenkteekenen, en portretten voorstellen. De sphinx, die men hier aantreft, geeft maar een oppervlakkig denkbeeld van de beroemde der piramiden; juister is de korte verklaring van den aard en het gebruik der phonetische hiëroglyphen, volgens gliddon, vroeger Amerikaansch Consul in Egypte (bl. 7). Minder gegrond is hetgeen men verder over de verschillende soorten van hiëroglyphen aantreft. Er wordt een onderscheid tusschen zuivere en lijn-hiëroglyphen gemaakt; de eerste moeten dus die van de monumenten zijn, de andere die welke op de papyrus-rollen voorkomen; deze laatste zijn de hiëratische karakters, die eene verkorte of schetsachtige voorstelling der hiëroglyphen geven. Volgens de Schrijfster zou deze laatste soort in het dagelijksche leven en bij het schrijven zijn gebruikt, hetgeen het geval niet was; het hiëratisch schrift komt alleen op de heilige papyrus-rollen voor.

[pagina 418]
[p. 418]

Men had in Egypte voor het dagelijksch gebruik eene andere schriftsoort, de demotische of enchoristische genoemd. Die schriftsoort komt juist op den ‘Steen van Rosetta’, waarvan óók gesproken wordt, met een hiëroglyphischen en Griekschen tekst voor. Deze steen is niet in 1779 (zoo als hier waarschijnlijk door eene drukfout staat), maar in 1797, tijdens de Fransche expeditie in Egypte, ontdekt.

De afbeeldingen van den steen van Rosetta, en die van de opschriften der rotsen van Sinaï, komen ons minder duidelijk voor dan de Egyptische (bl. 39), betrekkelijk de Joodsche gevangenen, door sheshonk (sisak) tijdens zijn inval in Palestina gemaakt, en die van den gevleugelden stier, de obelisk van Nimroud, en de voorstelling van den Assyrischen God nisroch, die ons een goed denkbeeld geven van hetgeen de nasporingen van botta en layard te Ninivé ontdekt hebben. Er wordt hier ook van eene inscriptie in spijkerschrift, dat pijl-spits-schrift genoemd wordt, eene afbeelding en eene vertaling gegeven, die aldus luidt: ‘Sanherib, de magtige Koning, Koning van het land van Assyrië, zittende op den troon des oordeels, vóór (of aan den ingang van) de stad Lachis (Lachisha): Ik geef verlof tot dezelver slagting.’ (Zie bl. 52, 53 en 54.)

Men vindt ook in dit werkjen op bl. 49 een tabellarisch overzigt van de Propheten, aantoonende de tijdperken in welke men veronderstelt dat hunne prophetiën zijn uitgesproken geworden. Tot opluistering dragen bij de vertalingen van Mr. i. da costa, van een gedicht op Iona (bl. 109), en van milton's Sonnet op den moord der Waldensen, Ao. 1656 (bl. 123).

Het aangekondigde geschrift bevat zoo vele merkwaardige bijzonderheden, dat wij het als eene bijdrage tot de geschiedenis des Bijbels aanbevelen. Op de Bijbelsche Geschiedenis echter, zoo als zij hier wordt voorgesteld, vallen gegronde aanmerkingen te maken. Over 't geheel is de vorm en de manier van behandeling zoo vreemd, eigenaardig Engelsch-vrouwelijk, dat, onzes inziens, de overbrenger, met het oog op zijn doel, veel beter zou hebben gedaan, zoo hij het bockje voor Nederlanders hadde omgewerkt, en niet, ál te naauwgezet, bloot vertaald.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken