Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Tijdrekenkundig Leerboekje der Vaderlandsche Geschiedenis, ten gebruike der Scholen. Te Groningen, bij F. Folkers. 1856. In 8vo. 48 bl. f :-15.

De ongenoemde Schrijver van dit boekje verzekert ons: dat er dus verre een werkjen ontbrak meer bijzonder tot het beoefenen der tijdrekenkunde bestemd, dat zoo wel het geheugen als het oordeel bezig houdt, en het dorre en drooge der zaken met meer aangename oefeningen afwisselt. Wij hebben dergelijke verzekeringen van gebrek en behoefte aan eenig werk méér gelezen, al ware er dan ook misschien niemand die het gebrek of de behoefte gevoelde. Aan chronologische tafels is zeker geen gebrek. Zij behooren, onzes inziens, in of achter de historische werken geplaatst te worden, en kunnen eerst na het verkrijgen van eenige kennis der geschiedenis nut stichten. Wat er van de afwisseling van het dorre en drooge met meer aangename oefeningen alhier zij, blijkt onder anderen uit de wijze waarop eene der heldhaftigste en grootmoedigste daden waarop de Vaderlandsche Geschiedenis boogt, vermeld staat: in 1482 springt jan van schaffelaar uit den

[pagina 489]
[p. 489]

toren te Barneveld. Prozaïscher kon het niet uitgedrukt worden. Doch, daargelaten of er al dan niet aan een tijdrekenkundig leerboekje behoefte is, zouden wij er vrede meê hebben, indien het slechts bruikbaar en goed ware. Maar daaraan ontbreekt veel. Het munt noch door orde en naauwkeurigheid, noch door volledigheid en beknoptheid uit; maar levert vele blijken van achteloosheid, onkunde, gebrek aan oordeel, en noodelooze herhaling. Wij achten ons verpligt dit ongunstig oordeel te staven.

Het opschrift luidt: Tijdrekenkundig Leerboekje der Vaderlandsche Geschiedenis; maar aan dit opschrift beantwoordt de inhoud niet; want er wordt alleen over Holland en Zeeland gehandeld. De overige Provinciën komen er niet dan ter loops in voor. - De Schrijver zegt: dat de Grafelijke regering eerst in Holland een aanvang nam, zich later tot Zeeland uitbreidde, en zich, eindelijk, tot alle Gewesten van ons land uitstrekte. Hij schijnt dus niet te weten dat in de andere Provinciën, buiten Holland en Zeeland en een tijd lang Gelderland, geene Graven, maar Hertogen en Heeren geregeerd hebben, welke titels bleven nadat karel V die Gewesten met zijne overige heerschappijen vereenigd had.

Over de verschillende tijdvakken waarin de Vaderlandsche Geschiedenis kan verdeeld worden, wordt ten slotte gezegd: ‘Men heeft nog eene Geschiedenis der Middeleeuwen, welke die van de negende tot de vijftiende eeuw uitmaakt. De nieuwe Geschiedenis loopt van de zestiende tot de achttiende eeuw. De Geschiedenis van den tegenwoordigen tijd bevat die van de laatste jaren. Zij is die van de menschen welke thans leven en werken.’ - Waar blijven bij deze verdeeling de 150 jaren vóór christus, en de daarop volgende negen eeuwen na christus' geboorte, door den Schrijver vroeger als het eerste tijdvak onzer Geschiedenis vermeld? Waarom moet de nieuwe Geschiedenis slechts van de zestiende tot de achttiende eeuw loopen? Wat is er zoo bijzonders op het einde der laatstgenoemde eeuw voorgevallen, om haar daarmede te besluiten? Wij zien geen het minste bezwaar om de nieuwe geschiedenis tot onze dagen te doen voortgaan. - Dat 150 jaren vóór christus' geboorte de Friezen hier te lande gekomen zijn, zoo als de Schrijver herhaaldelijk verzekert, is even zoo min als de plaats hunner herkomst bekend. Insgelijks is het niet waarschijnlijk,

[pagina 490]
[p. 490]

dat zij in de tweede eeuw na chr. de zeden, kleeding, gebruiken en Godsdienst der Romeinen meer en meer hebben aangenomen, daar zij veel minder dan de Batavieren met deze overheerschers in aanraking kwamen, en aan hunne oude gewoonten en instellingen zeer gehecht waren. - Onder de Evangeliepredikers in de zevende eeuw wordt amandus, en onder de schilders der zeventiende eeuw rubens genoemd. Doch beide behooren niet, evenmin als de uitvinding van het schilderen met olieverw door de broeders van eyck, aan ons Land, maar aan België. - Van eene maria de Stoute onder onze Gravinnen hebben wij nooit gehoord, wel van eenen Graaf karel den Stoute. - Vreemd luidt onder de opgave van de helden der zeventiende eeuw de volg-orde: Prins maurits, maarten van rossum, casper robles. Maarten van rossum was reeds jaren vóór de geboorte van maurits gestorven, en robles was een Portugees en ijverig verdediger der Spaansche heerschappij, die dus evenmin als romero, parma en andere Spaansche Veldoversten onder de vaderlandsche helden mag gesteld worden. Haarlems, Leidens, Steenwijks roemruchtige beschermers: ripperda, van der werf, cornput hadden eene plaats verdiend. Even onoordeelkundig is de plaatsing van anthony hambroek, die zich in 1663 vrijwillig aan den dood wijdde, vóór reinier claassens, die zich in 1606 opofferde. - Hoe is het mogelijk op van de spiegel als Raadpensionaris van ripperda te laten volgen, daar er nooit een Raadpensionaris van dien naam bestaan heeft, en het bekend is dat er na van de spiegel slechts één Raadpensionaris, r.j. schimmelpenninck, geweest is? De Schrijver heeft van een Ambassadeur aan het hof van Madrid een Raadpensionaris gemaakt, en hem bovendien tachtig jaren te laat doen optreden. - Welke daden heeft de winter verrigt, om hem nevens zoutman en van kinsbergen als zeeheld der achttiende eeuw te noemen? - Ten onregte wordt r. feith tot de Dichters dier eeuw, en helmers en bilderdijk tot die der negentiende eeuw gebragt. Alle drie behooren zoo wel tot deze als tot de laatstvoorgaande eeuw. - Waarom is tusschen lodewijk napoleon en willem den Eerste napoleon bonaparte uitgelaten? Dat hij ons geregeerd, ja, beheerscht heeft, hebben wij gevoeld. - Daarentegen kon de opgave van het jaar waarin augustus Alleenheerscher van het Romeinsche gebied

[pagina 491]
[p. 491]

werd, gemist worden. - De Evangelieverkondiger willehad is niet door de Friezen vermoord, maar na zijne vlugt uit Friesland tot Bisschop van Bremen verheven, en in hoogen ouderdom in zijn Bisdom overleden. - Op het jaar 1351 staat aangeteekend: scheepsstrijd bij Veere tusschen moeder en zoon. Doch de veel hardnekkiger en beslissende scheepsstrijd van dat zelfde jaar in den mond der Maas geleverd, is vergeten. - Wanneer op het jaar 1390 van de merkwaardige vrouw aleid van poelgeest wordt gesproken, had met een woord moeten gezegd worden waarin zij merkwaardig was. - Wij bevatten ook niet waarom van sommige Graven en Gravinnen het geboortejaar is vermeld, van andere niet. - De beide volzinnen: in 1597 bemagtigt maurits de steden Grol, Bredevoort en Oldenzaal. Ook verslaat maurits de Spanjaarden bij Turnhout - moesten in omgekeerde orde staan, en bij de door hem in dat jaar bemagtigde steden Rijnberk, Meurs, Enschede en Lingen gevoegd worden. - De afstand der Nederlanden aan ferdinand (albertus) en isabella had niet eerst door den dood van filips II plaats, maar was reeds bij zijn leven geschied. - Voor de woorden: in 1630 wordt Brazilië veroverd, moet gelezen worden: een gedeelte van Brazilië veroverd. - Niet cornelis de wit, maar jakob de wit, de vader van jan en cornelis, werd in 1650 met nog vijf andere voorname personen op last van den Prins gevangen genomen. - Eindelijk is het ons van de achteraan geplaatste curieuse vragen en opgaven toegeschenen: dat de Schrijver er meer moeite aan besteed heeft, dan de leerlingen er nut van zullen trekken.

Wij kunnen een werk zoo vol onnaauwkeurigheden niet aanbevelen, en achten ons verpligt den Schijver niet aan te moedigen, om op dit een soortgelijk boekje te laten volgen over de Bijbelsche en Algemeene Geschiedenis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken