Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Tweede en Derde Deel. Ingr. 8vo. XVI en 852 bl. f 7-20.
Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afdeeling Letterkunde. Eerste Deel. In gr. 8vo. VI en 312 bl. f 3-60.
Te Amsterdam, bij C.G. van der Post. 1854 en 1855.

Bij het aankondigen van dit werk, denken wij onwillekeurig aan de lotgevallen van het voormalig Koninklijke Nederlandsche Instituut, dat nu door de Akademie van Wetenschappen vervangen is. Het Nederlandsche Instituut, door Koning lodewijk, in navolging van het Fransche opgerigt, werd een slagtoffer van de zucht tot bezuinigen, die buiten twijfel noodzakelijk is om 's lands financiën en crediet staande te houden, maar wel eens in kleine uitgaven een gemoedsbezwaar vindt, doch veel grootere over het hoofd ziet; of, geheel in stoffelijke belangen verdiept, de hoogere belangen van verstandelijke en wetenschappelijke ontwikkeling gering schat of vergeet. De ontbinding van het Instituut heeft, niet zonder reden, op velen van hen die belang in kunsten en wetenschappen stellen, een indruk gemaakt, die nog niet is uitgewischt. De beschuldiging, dat het voor de wetenschap en kunst niets uitrigtte, verviel voor den niet partijdigen onderzoeker, als hij het tijdschrift inzag dat het heeft uitgegeven. Of zij op sommigen der leden toepasselijk was, is eene andere vraag; doch waar is de Instelling aan welke men niemand verbonden ziet, wien het enkel om den titel te doen is? Het vaderlandsch gevoel echter leed vooral bij de gedachte aan den indruk der ontbinding op de buitenlandsche leden en corres-

[pagina 497]
[p. 497]

pondenten, die zeker vreemd hebben opgezien bij het vernemen dàt en waarom het voornaamste wetenschappelijke ligchaam in Nederland was opgeheven. Gelukkiglijk werd, onder den naam van Koninklijke Akademie van Wetenschappen, de eerste klasse van het Instituut dadelijk hersteld. Dit gaf het laatst afgetreden Ministerie aanleiding om er eene tweede Afdeeling, voor de Letterkunde, bij te voegen, die de tweede en derde klasse vertegenwoordigt. Als er nu ook eene Afdeeling voor de Schoone Kunsten aan verbonden wordt, zal de indruk van het gebeurde wel niet geheel zijn weggenomen, maar toch het oude Instituut, wat het wezen der zaak betreft, weder geheel in het leven zijn geroepen. Wij hopen, in het belang der schoone kunsten, dat met het daarstellen dier derde Afdeeling niet lang meer worde gewacht.

De Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen geven een getrouw overzigt van de maandelijksche werkzaamheden der beide Afdeelingen. Men ziet er uit dat hare leden, even als vroeger zoo velen van het ontbonden Instituut, zich beijveren om door zaakrijke en doorwrochte mededeelingen en verhandelingen aan de vergaderingen waarde te geven.

De drie Deelen welke wij aankondigen (het Eerste Deel van de Afdeeling Wetenschappen is, bij vergissing waarschijnlijk, niet ingezonden), maken den lezer met eenigen dier stukken bekend. Daar het buiten ons bestek ligt, hen aan eene bijzondere beoordeeling te onderwerpen, zullen wij alleen op die welke ons het belangrijkst zijn voorgekomen, opmerkzaam maken, tot opwekking niet enkel van de geleerden, maar ook van de letterkundig beschaafden, om zich deze werken aan te schaffen, die hunne kennis zullen vermeerderen, en wèl geschikt zijn om het vooroordeel te logenstraffen, dat tegen Instituten en Akademiën bij velen bestaat, als of zij weinig geschikt waren om de wetenschappen en kunsten vooruit te helpen. Men vindt hier, onder anderen: in het Tweede Deel der Afdeeling Wetenschappen: een verslag van Prof. f. kaiser, betreffende de werkzaamheden volbragt op het Observatorium der Hoogeschool te Leiden in het jaar 1853. - Eene verhandeling van Prof. h.c. van hall, over de gedaanteverwisseling als een der hoofdgrondslagen van de natuurlijke rangschikking in het plantenrijk. - Twee levensberigten door

[pagina 498]
[p. 498]

Prof. w. vrolik, het eene van den beroemden sterrekundige arago; het andere van onzen verdienstelijken j.c. rijk.

In het Derde Deel der zelfde Afdeeling, voorlezingen: van w.c.h. staring, over het dalen van den bodem in Nederland; - van Prof. f. kaiser, over de stelling van otto struve, omtrent het breeder worden van den ring van Saturnus; - van h. schlegel, over eenige nieuwe soorten van vergiftige slangen aan de Goudkust; - van Prof. w. vrolik een levensberigt van wilhelm de haan; en voorts verhandelingen over verschillende onderwerpen van Natuur-, Wis- en Werktuigkunde.

Het Eerste Deel der Afdeeling Letterkunde bevat zeer belangrijke verslagen aangaande eene Geschiedenis van den Nederlandschen Waterstaat, en omtrent het voorstel van den Heer c.g. cobet over de toelating tot de Akademische lessen, en het verleenen van eenen wetenschappelijken titel. Verder vindt men er zaakrijke verhandelingen van Prof. t. roorda, over het onderscheid tusschen de spreektaal en schrijftaal, inzonderheid in onze moedertaal; - van Prof. a. rutgers, over de Tabulae Eugubinae; - van Mr. l.ph.c. van den bergh, over de Celten en Germanen; en van Prof. j. bake, over de studie der Grieksche Inscriptiën, en over het Staats-Examen. Men ziet dat deze Deelen een waren rijkdom van wetenswaardige stukken bevatten, en daarin ook bewijzen leveren, dat de Akademie eene voor de wetenschappen en letterkunde nuttige instelling is, die ook in hare maandelijksche vergaderingen toont aan hare bestemming te kunnen en te willen beantwoorden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken