Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856 (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

XML (3.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 243]
[p. 243]

Een paasch-zang.

 
Verbreekt de dood de teedre banden
 
Die ons doen hechten aan deze aard;
 
Hij doet ook aan de kust ons landen
 
Waar alle stormen zijn bedaard.
 
De tijd, die elken bloei en luister
 
In 't einde sloopt, slijt ook de kluister
 
Van zinlijkheid, ons aangesmeed.
 
Is 't leven: worden, lijden, kwijnen;
 
Wij zien op 't graf de Paasch-zon schijnen,
 
En 't afscheid wordt een zegekreet.
 
 
 
Wat heil-uur had voor u geslagen,
 
Wat vreugdeliedren hieft gij aan,
 
o Israël, Gods welbehagen!
 
Toen gij de vrijheid op zaagt gaan!
 
Toen ge u, door 't Eeuwig Alvermogen,
 
Egyptens dwangjuk zaagt onttogen,
 
En 't u vervolgend, woedend heer,
 
Gereed om, met zijn duizendtallen,
 
Verdelgend op u aan te vallen,
 
Bedelven zaagt in 't Roode Meer!
 
 
 
Hoe lang gij bleeft op uitkomst wachten,
 
Zij kwam naar 't Hemelsche Albestel;
 
In vrijheid mogt gij 't paaschlam slagten,
 
o Lang vertreden Israël!
 
De maand van heil, die 't u zag eten,
 
Mogt gij, te regt, wel de eerste heeten
 
Van 't afgebeden vrijheids-jaar!
 
Jehova's wetten te onderhouên
 
Zwoert ge in gebeên: die op Hém bouwen,
 
U bleek 't, is Hij een beukelaar!
 
 
 
Dat bleef Hij jacob's nageslachten
 
In trouw en ontrouw; - dankt Hem luid!
 
Maar 't heil waarop uw vaadren wachtten
 
Daagde óók, naar 't Godlijk raadsbesluit. -
 
Toen gij geprangd waart en gebonden
 
In Rome's boei, en 't juk der zonden,
 
Kwam de u beloofde, uit david's stam:
 
De Heiland, nog door u verstooten! -
 
Maar schoon gij de oogen houdt gesloten,
 
Wij weten 't: uw Messias kwam! -
 
 
 
't Vervullen der belofte, in Eden
 
Aan 't éérst gevallen paar verkond'
 
Herdenken alle Christnen heden,
 
In bede en lied, heel de aarde rond.
[pagina 244]
[p. 244]
 
Hen kunnen dood noch graf doen vreezen:
 
De Heiland stierf, en is verrezen;
 
Zijn sterven heeft voor hen voldaan;
 
Zijn leven waarborgt, wie gelooven,
 
Na 't duister graf: den Hof der hoven;
 
Na 't sterven: eindloos voortbestaan!
 
 
 
Zult gij de schoonheid nooit beseffen
 
Van 't Godsgeheim, door Hem onthuld?
 
Zal nooit Zijn liefde-leer u treffen,
 
Die de aard met menschlijkheid vervult?
 
‘Komt herwaarts!’ - roept Hij - ‘kent Hem nader
 
Uw' God! Hij is een Liefdrijk Vader! -
 
Zoo noeme en diene ál 't menschdom Hem!
 
Belijdt uw dwaling: ze is vergeven!
 
Gelooft: al wie gelooft zal leven!’ -
 
o, Zwervend Isrel! hoor Zijn stem!
 
 
 
Wij, Christnen, bidden, bij ons juichen,
 
Dat ge óók in Hem uw Midlaar ziet;
 
Dat ook uw kniên voor Hém zich buigen
 
Wien aarde en hemel hulde biedt;
 
Dat uwe stammen, weêrgeboren,
 
Met ons 't triomfgeschal doen hooren:
 
‘Ons paaschlam is in Hém geslagt!
 
Wij hebben dood noch graf te vreezen:
 
De Heiland stierf, en is verrezen;
 
Voor óns ook sprak Hij: ‘'t Is volbragt!’
 
 
 
Verlosser, in het vleesch verschenen
 
Tot redding van de zondige aard!
 
We aanbidden - vreugde doet ons weenen,
 
Bij 't eeuwig heil ons geopenbaard! -
 
De Godheid, Dien wij Almagt heeten,
 
Is de ‘ongekende’ niet: wij weten,
 
Door U, dat Hij de Alvader is,
 
En ónze Vader. - o, Wij danken
 
U voor dat licht met vuurger klanken
 
Op 't feest van Uw verrijzenis!
 
 
 
Haast zal de dood onze oogen sluiten,
 
Dan keert het stof tot de aarde weêr;
 
Maar wàt zou nog de ontwikkling stuiten
 
Der ziel, geloovende in den Heer? -
 
De nooit-voleinde, nooit-begonnen
 
Verlosser, heeft den dood verwonnen;
 
De Levensvorst verbrak diens vaan;
 
Hij leeft - wij zullen mét Hem leven! -
 
Onsterflijkheid is ons gegeven! -
 
Triomf! de Heer is opgestaan!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken