Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861 (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.28 MB)

ebook (4.63 MB)

XML (3.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861

(1861)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 529]
[p. 529]

Boekbeschouwing.

Zestal Leerredenen, bijeengebragt door Prof. J. Tideman, Prof. S. Hoekstra Bz., Prof. L.E.W. Rauwenhoff, Ds. C.W. van der Pot, Ds. J.H. Maronier en Ds. M.W. Scheltema Ez. (Te) Amsterdam, (bij) J.H. Scheltema, 1861. In post 8vo., 156 blz. De prijs is ƒ 1,60.

‘Ten behoeve der Remonstrantsche gemeente te Zwammerdam,’ zoo lazen wij in de advertentie, waarmeê de uitgave van dezen bundel leerredenen aan het publiek werd bekend gemaakt. Die uitdrukking wordt verklaard door Ds. Scheltema in de voorrede. Zijne gemeente had een lang gekoesterden wensch vervuld gezien, toen zij zich in het bezit gesteld zag van een orgel; doch het bezit en gebruik van dat instrument veroorzaakte uitgaven, die hare financiële krachten te boven gingen, zoo die niet op de eene of andere wijze ondersteund werden. Haar leeraar wilde eene poging doen om in die behoefte te voorzien. Hij vatte plan op om een bundel leerredenen uit te geven ten voordeele van zijne gemeente en vond de gewenschte meêwerking tot uitvoering van dat plan bij de heeren, op den titel genoemd, die hem ieder eene preek afstonden. Is het niet een aangenaam verschijnsel, vooral in onze dagen, dat zoo de leden van onderscheidene kerkgenootschappen de handen ineenslaan ter bevordering van hetgeen ‘liefelijk is en welluidt?’ Mag de verschijning van dit boek niet genoemd worden onder de gunstige teekenen des tijds? Wel had Ds. Scheltema regt om het orgel in zijne kerk ‘een gedenkteeken van den geest des geloofs en der liefde’ te heeten.

Wanneer wij een zeer gunstig oordeel over deze verzameling uitspreken, worden wij daarbij echter niet alleen geleid door de gedachte aan het lofwaardig doel der uitgave. Wij hopen onze lezers er van te overtuigen door hun eene beknopte opgave te doen van hetgeen hier te vinden is.

De hoogleeraar Tideman heeft 2 Cor. V: 18a tot tekst gekozen en noemt zijn onderwerp eene Paulinische voorstelling van het wezen des Christendoms. Veel schoons bevat deze

[pagina 530]
[p. 530]

preek. Helder is de ontwikkeling van het begrip der verzoening met God, uit God door het geloof in den Zone Gods en des menschen. Eigenaardige waarde bezit deze leerrede, naar onze meening, vooral om hare gepastheid voor onzen tijd. 't Is toch van hoog belang, terwijl men overal hoort gewagen van den strijd der godgeleerden, terwijl de verschilpunten en twistvragen niet enkel in den kring der theologen behandeld maar ook voor de gemeente gebragt worden; dat er nu ook eens opzettelijk wordt gewezen op datgene, waarin alle partijen overeenstemmen, wat door de voorstanders der meest uiteenloopende rigtingen erkend wordt als de hoofdzaak of het wezen des Christendoms. Men hoort zoo dikwijls klagen over het gebrek aan eenheid onder de Protestanten, over hunne jammerlijke verdeeldheid, maar die klagt is meestal niet gemotiveerd en weinig gegrond, omdat zij niet steunt op een juist begrip van den aard en de oorzaak der verdeeldheid. Dat het verschil van meening onder de Christenen strijd en verbittering te weeg brengt is zeer te betreuren; maar dat verschil op zich zelf is daarom geene verkeerde zaak. Het is een natuurlijk gevolg van het vrij en steeds voortgezet onderzoek naar de godsdienstige waarheid. Zulk onderzoek laat de Christelijke godsdienst niet alleen toe, het is noodzakelijk om haar te doen beantwoorden aan hare bestemming. Dat onderzoek is ook zoo oud als het Christendom zelf. Wij nemen gaarne en met volkomen instemming de woorden van prof. Tideman over: ‘het is een sprekend bewijs evenzeer van den voortreffelijken aard van ons Christendom, als van zijne hooge waarde en groote belangrijkheid in de wereld, dat het van den aanvang af tot op onze dagen toe, in den kring zijner eigene belijders een voorwerp is geweest van aanhoudend onderzoek.’ - Dat onderzoek leidt tot verschillende voorstellingen van het wezen des Christendoms, gelijk wij die reeds vinden bij de apostelen. Door die verschillende voorstellingen te beschouwen en met elkaâr te vergelijken, zal men toenemen in de kennis van het wezen der godsdienst. ‘En is het u niet mogelijk in menige voorstelling, die men (tegenwoordig) u geeft eene welgegronde bevredigende verklaring der groote Godsgave te erkennen, zet gij ter zijde wat gij met haar niet kunt overbrengen, maar neemt dankbaar aan, van welke

[pagina 531]
[p. 531]

zijde het kome, dankbaar aan wat u haar te beter doet verstaan, te hooger waarderen.’ - Mogt dit woord des hoogleeraars door al zijne hoorders en lezers behartigd worden!

De tweede plaats in dezen bundel wordt ingenomen door eene uitmuntende leerrede van professor Hoekstra. Hij behandelt daarin Efeze II: 8-10 en noemt zijn onderwerp: Behoud uit genade door geloof; of, zoo als het bij de opgave van het thema luidt: de genade Gods, de eenige bron van behoud voor den zondaar. Is het zeer moeijelijk dogmatisch te preken; op meesterlijke wijze wordt hier die moeijelijke taak volbragt. Op bevattelijke, echt populaire wijze worden de resultaten van grondige studie der gemeente meêgedeeld en aan hare stichting dienstbaar gemaakt. 't Verdient opmerking dat Hoekstra, de verdediger van de zedelijke vrijheid, de hoogleeraar bij de Doopsgezinden, aan wie soms te hooge waardering der goede werken en geringschatting van het geloof ten laste gelegd is, hier zoo krachtig zijn afkeer van het pelagianisme betuigt en zoo welsprekend aantoont, dat de geloovige alleen aan Gods genade zijn behoud te danken heeft; terwijl de goede werken, wel verre van verdienstelijk te mogen heeten, enkel als vruchten dier genade te beschouwen zijn. - Moest er op deze preek eene aanmerking gemaakt worden, wij zouden dan de stoffe daartoe vinden in de verdeeling. Het is toch zeker verkeerd om twee afzonderlijke deelen te wijden aan de beschouwing derzelfde zaak, uit een verschillend oogpunt; om gelijk hier geschiedt, eerst de waarheid eener stelling te betoogen, en dan in een tweede deel: de onwaarheid van het tegenovergestelde. - Maar ik moet er bijvoegen dat dit kleine vlekje niets vermindert van de waarde van het stuk. In één woord; 't is eene voortreffelijke preek.

Diezelfde lofspraak mag ook gelden voor de preek van professor Rauwenhoff, over Rom. XIV: 5b een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Met groot genoegen hebben wij dit belangrijke stuk gelezen. Wij zouden evenwel de manier niet willen aanprijzen, om noch een thema, noch eene verdeeling op te geven. Al wordt, gelijk hier, in de behandeling eene volkomen geleidelijke orde gevolgd; is het toch voor den hoorder moeijelijker het gehoorde in zijn ge-

[pagina 532]
[p. 532]

heel vast te houden en zich te herinneren, dan wanneer de redenaar door het noemen der hoofddeelen, die orde aanwijst.

De vierde preek is geleverd door Ds. C.W. van der Pot. Als oratorisch product stellen wij haar boven al de andere, die hier verzameld zijn. Gaarne betuigen wij onze bewondering voor den dichterlijken vorm, den schoonen stijl. Die prediker weet ongetwijfeld zijne hoorders te boeijen. De inhoud echter voldeed ons minder. Niet omdat wij de denkbeelden van den auteur onjuist of verkeerd achten; integendeel wij gelooven dat hij volkomen gelijk heeft, als hij Christus, de hoop der volkeren, de vervulling hunner verwachting van een beteren tijd, noemt. Maar omdat wij deze gedachte vooreerst te algemeen zouden noemen en ten andere betwijfelen of zij den wezenlijken inhoud uitdrukt der tekstwoorden. Dat het menschdom niet anders bevrediging kan vinden voor zijne ware en hoogste behoefte, dan door den geest van Christus in zich op te nemen, is eene onloochenbare waarheid, maar die niet juist uitgesproken wordt in den gekozen tekst.

Ds. Maronier behandelt in de vijfde preek Johann. VI: 29. Het geloof het werk Gods. Veel belangrijks wordt door hem gezegd. De stijl is eenvoudig en net, de denkbeelden zijn goed ontwikkeld en helder voorgesteld. Het onderwerp verdient zeker de aandachtige overweging zeer. Wij meenen echter ééne aanmerking te moeten maken op een gedeelte van de tekstverklaring, wij lezen daar: ‘wij zouden de woorden verkeerd verstaan, wanneer wij ze alleen in dezen zin opvatteden, dat het geloof hier door den Heer als eene daad, een werk wordt voorgesteld?’ Wij twijfelen aan de juistheid dezer uitspraak, gelijk wij in het algemeen gaarne den hermeneutischen regel volgen, die leert: aan de woorden de eenvoudige, natuurlijke beteekenis toe te kennen. En waarom moeten wij hier van dien regel afwijken? Hooren wij Maronier zelv': ‘ik denk aan dat schoone woord - - - -: dit is het eeuwige leven, dat zij u kennen,’ enz. Joh. XVII: 3. ‘Niemand zal meenen dat hier de kennis van God en Christus en het eeuwige leven als woorden van ééne beteekenis worden voorgesteld. Neen kennis is geen leven, maar schenkt leven! Even zoo is het hier.’ - Zou dat waar zijn? Neen, naar onze bescheiden meening, niet. Het geloof is een werk,

[pagina 533]
[p. 533]

zoo als de Heer het noemt, eene daad, die invloed heeft op en omkeering te weeg brengt in den geheelen zedelijken toestand des menschen, die den mensch brengt in de regte betrekking tot God.

De bundel wordt besloten met eene leerrede over Lukas XIII: 6-9; door Ds. Scheltema. Hoe nederig de verzamelaar ook spreekt in de voorrede over zijn eigen werk; hoezeer wij achting hebben voor de bescheidenheid, die hem deed zeggen: ‘maak er mij toch geen verwijt van, dat ik in zulk goed gezelschap verschijn. En wees nu niet zoo onbillijk, dat gij mijn arbeid gaat vergelijken met dien van een der anderen.’ - Wij gelooven niet dat die verontschuldiging noodig was. Wie zulk werk levert heeft van eene onpartijdige, billijke kritiek niets te vreezen. Wij aarzelen niet om te verklaren, dat de laatste preek waardig eene plaats naast de andere in dezen bundel beslaat; immers zij voldoet aan de voornaamste eischen der homiletiek: het wèlgekozen schriftwoord is helder verklaard en op echt praktische, stichtelijke wijze toegepast.

Wij eindigen met het boekje aan te bevelen aan alle vrienden van degelijke, godsdienstige lectuur. Wie het koopt zal meêwerken tot bevordering van eene goede zaak en tevens zich de gelegenheid verschaffen om winste te doen voor zijn geestelijk leven.

R.

V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche letteroefeningen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over C.W. van der Pot

  • over Jan Hendrik Maronier

  • over J.H. Scheltema

  • over Sytze Hoekstra Bzn.

  • over Lodewijk Willem Ernst Rauwenhoff

  • over Joannes Tideman