Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2
Afbeelding van Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.35 MB)

Scans (15.95 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 2

(1858)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vaderlandsche anekdoten.

V. De Stier van den Schout.

Het gebeurde eens in Zeeland, dat de stier van den schout de koe van zekeren boer gedood had. Deze ging voor den schout, en vroeg hem om te mogen spreken. Men stond hem zulks toe. ‘Mijn stier, zeî hy, is over de slooten gesprongen, en heeft uwe koe gedood; wat staet er my te doen?’ - ‘Welnu, antwoordde de schout, zonder achterdenken, gy moet myne koe betalen; dat is recht.’ - ‘Mag ik, heer schout, nog eenige woorden zeggen?’ (Wanneer men voor het gerecht het woord nam, zonder daertoe de noodige toestemming bekomen te hebben, dan werd men in de boet geslagen. Dit was alzoo bepaeld, om niet onnoodig tijd te verliezen, of om te beletten, dat er uit het te veel spreken moeijelykheden zouden ontstaen). Toen men hem andermael het woord gaf, hernam hy: ‘Heer schout, ik heb my missproken; het is uw stier, die myne koe heeft gedood.’ ‘O, antwoordde de schout, ditmael eenigs zins ontroerd, dan is het wat anders!’ De boer, aen wien het nog eens vergund werd te spreken, voegde er by: ‘Wel neen! de zaek blijft immers de zelfde, en gy hebt een zeer rechtvaerdig vonnis geveld.’

 

Erasmus, de ratione concionandi, bl. 454, ook in Menandri Iocorum et Seriorum Centuriae aliquot. D. I, bl. 359.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken