Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1972
(1972)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde[p. 281] | |||||||
C. Bijlagen betreffende genesis van A.H. Cornettes tekst1 Aantekeningen van A.H. Cornette onder M. Sabbe's lezing (zie blz. 230)voordracht M. Sabbe Nu sterk genoeg om openlijk te erkennen dat Van Duyse, Ledeganck geen le rangsfiguren. Veel niet-litteraire eigenschappen een levensvoorwaarde der poëzie, het volk winnen voor ethische idealen Ledeganck stambewustzijn opwekken en niet om kunstemotie te verwekken! Dit gaat van Van Duyse tot Van Beers. Poëzie didactische dienaresse. Ander euvel: binnensporigheid (sic), argelooze gewoonheid in gevoel en vorm, vrees voor al wat niet behoorde tot de gewone rhythmentabulatuur gemoedelijke huiselijkheid, tranerig sentimentalisme. Het romantisme der Vlamingen absoluut niet sterk [?]. Dan plots iemand buiten invloed van alle tijdgenooten vindt de ware poëzie, ineens verovert om zich zelf wat de dichters eerst later veroveren: G. Gezelle. 1861. Doch hij stond alleen. Vlaamsche poëzie ontwikkelde zich buiten Gez. om. Zij was wankelend, niet bewust. Het begrip der ware poëzie komt toch stilaan klaar. Het taal-instrument wordt verfijnd De le les Dautzenberg (cf. Burger, Herder, Platen). toch niet populair, men hield meer van niet poëtische elementen in de poëzie. Van Beers, de Geyter, Van Droogenbroeck zelfde zucht naar variatie in de poëzie. Men ontgroeit volkomen de stroefheid der Rederijkers x De Cort. Gentil Antheunis x Hiel x Scherpheid in opmerking van wat hen omringt. Impressionisme. De Lovelingen x Arnold Sauwen, V. de la Montagne. x Tot dusver de poëzie tot 1880. Toch nog leemte. Geen woeling, geen hartstocht van moderne intellectueelen mensch. Dan Pol de Mont: ruimere horizonten Wijst bewust de nieuwe wegen aan Inleider van nieuwe tijd. Vond woorden als leuzen. Wanneer zal er een Swinburne optreden? Een Richepin? Wanneer verschijnt er een Shelley of Leopardi voor [sic; zie blz. 272] pessimisme uit te drukken? Den blik wagen in 't passioneele leven van onzen tijd. Gaat in tegen publiek. Doel der poëzie is de poëzie zelf. Neemt werk | |||||||
[p. 282] | |||||||
van Dautzenberg op. Offert zeer veel aan vorm (sonnet, pantoen, rondeelkens enz!). Critiek nogal hevig tegen hem. ‘In naam van 50 jaar eerlijkheid en deftigheid der Vl. litteratuur!’ Litteratuur van over Quiévrain. De Mont opende deuren en vensters. (cf. Potgieter: litteratuur van volk in voeling met de wereldlitteratuur) x De Mont liefde voor de nieuwste richtingen. Moeilijk om zeggen of hij symboliek, mystiek is ?? Aan een liefde altijd trouw: de Schoonheid. dus eclectisme. Wat is zijn eigen dichtergave? Eigenschappen: jonge liefde voor natuur en leven in Klein Brabant. De Van N. & Straksers, na De Mont hebben gemeend dat de Fransche letteren niet aan het tolkantoor van Quiévr. moesten blijven steken. | |||||||
2 Beknopt situeren van ‘Van nu en straks’ in Vlaamse evolutie
| |||||||
3 a Eerste algemene aanloop
| |||||||
[p. 283] | |||||||
voortgestuwd te zijn geweest door een intense levenskracht. Ik spreek nu niet van al de heilzame gevolgen die V.N.S tot op onze dagen heeft. Maar is het een reden om(5) het verdwijnen van het tijdschrift te bejammeren? Ik zie het liever versterven dan het te zien vergroeien in een half-doctrinair ding dat geen tred meer houdt met zijn tijd. Ik neem een vergelijking in Frankrijk. Was de Mercure de F.(6) aanvankelijk geen revue d'avant-garde? De Mercure leeft nog maar is slechts een burgerlijke revue gebleven, een zeer belangwekkend informatie tijdschrift maar waar we(7) hoegenaamd niet moeten zoeken de passies en de ideeën die wij slechts vinden in La nouvelle revue française of les Marges of andere jonge tijdschriften. In 1901 was het met V.N.S amen en uit en ik vind het zeer verkeerd te beweren dat eene beweging zooals deze te vroeg(8) gekomen is. | |||||||
3 b Tweede algemene aanloop
| |||||||
[p. 284] | |||||||
schiedenis maar toch zijn eenig(14) nog onmiddelijk (sic) in voeling met haar; wij(15) worden hare golving nog krachtig gewaar, wij hooren nog het geruisch van hare muziek Zij is van luttel duur geweest en heeft te kampen gehad, en nochtans is zij het geweest die een beslisten ommekeer(16) in de aesthetische moreele en maatschappelijke begrippen heeft verricht.(17) Ik heb lust om maar van nu af(18) de groep jonge mannen van V.N.S. in beeld samen te vatten. De(19) letterkundigen van voor '80 waren heeren, deftig en secuur(20) zooals(21) op(22) een paar uitzonderingen na: éen priester, Guido Gezelle, die te hoog en te ver àf staat om hem anders te zien dan zooals hij was, en een Renaissance condottiere, Pol de Mont. De mannen van V.N.S. echter zie ik gelijk het gezelschap in Giorg.'s [lees Giorgione] Concert of gelijk de jongelui in Manet's Déjeuner sur l'Herbe van 73!! En dit beeld is bij mij opgerezen toen ik in V.N.S. eene bladzijde las van Mesnil genaamd een Zomerdagsdroom (verrewynkelsche fantazij) Er is daar sprake van een groepje zorgelooze jonge vrienden die(23), zie blz. 247. | |||||||
3 c Definitieve aanloop
| |||||||
[p. 285] | |||||||
nog niet lang achter ons ligt. Ik heb de gewaarwording van iemand die op een heuvel staan zou en een bewegelijke volksmenigte zou overblikken: de(3) stroomingen zijn gemakkelijker te onderscheiden in de verte dan(4) de verwarde golvingen aan onzen voet. Toch beschouw ik het als een voorrecht(5) U mijnen indruk te mogen(6) zeggen over een beweging die eenen beslissenden invloed op de Vlaamsche kunst gehad heeft. Reeds behoort zij tot de geschiedenis en toch zijn wij nog in(7) onmiddellijke [sic] voeling met haar; en wij worden hun golvingen nog krachtig gewaar,(8). De jonge mannen, die de beweging tot stand hebben gebracht(9) zijn nauwelijks enkele jaren(10) gegroepeerd geweest en toch is hunne werking bij macht geweest om een beslisten ommekeer in de aesthetische(11) en zelfs eenigszins in de moreele en maatschappelijke begrippen te weeg brengen [sic]. Die greep jonge intellecten die wij noemen de mannen van V.N.S. die zou ik in een beeld willen samenvatten. De letterkundigen van voor '80 waren deftige, secure,(12) zwartgerokte heeren, niet(13) gemakkelijk los maar stijf in hun(14) levenshouding(15) en erg onderdanig jegens de maatschappelijke axioma's van hun tijd.(16) En de buitensporige figuren werden ofwel niet begrepen, omdat ze toch te hoog stonden zooals G.G.(17) of Rodenbach te veel(18) Sturm ù Drang-student, ofwel wekten ze wrevel en verbazing om hunnen zwierigen durf zooals P.d.M. die ook alleen stond met al zijn eigenschappen van stoutmoedigen letter-condottiere.(19) Nu staat er in de 2e reeks van het tijdschrift V.N.S. een bladzijde van S. Mesnil, Een Zomerdagdroom, eene verrewynkelsche fantazij. Er wordt daar een(20) groepje jonge(21) spelemeiende voorgesteld(22) en(23) indien ik mij | |||||||
[p. 286] | |||||||
niet bedrieg dan zijn zij(24) de V.N. en Straksers zelf, die in een brabantsch boschje de fantazie vernieuwden van de jongeren uit Giorgione's concerto of van Le déjeûner sur l'Herbe.(25) Zorgelooze revolutionnairs die(26) den brui(27) geven in hunnen jeugdigen overmoed om de alledaagsche ethische begrippen, die glimlachen(28) waar er gebruld wordt van den Leeuw v. Vlaanderen die daarom Conscience tóch innig lief(29) hebben, maar Baudelaire ook,(30) die in 't Vlaamsch spreken(31) durven van(32) fransche impression(33) en van russische symphonisten en meer(34) geven van [sic] Ruskin dan van Taine(35) Maar die bovenal het leven anders bekijken dan de(36) geijkte Vlaming tot dan toe gedaan heeft,(37) met een openhartiger menschelijke zinnelijkheid en die hunne levensopvatting zeggen durven in vers, roman,(38) treurspel, essay met een rechtzinnigheid(39) van gevoel en(40) tevens een verfijning van kunstuitdrukking(41) waarvan men(42) te voren(43) weinig exempelen van gezien had. De beweging(44) oppervlakkig chronolog. beschouwd van V.N.S die(45) historisch aanvangt met het le nummer in '93 is niet uit de lucht gevallen maar de resultante van een diepe(46) voorafgaande evolutie waarvan wij al de wendingen(47) nu niet kunnen nagaan.(48) Laat mij u slechts herinneren welk een overwegende rol de Mont gespeeld had;(49) van in zijn jonge jaren had hij met A. Rodenbach het Pennoen gesticht, dat jeugdig studentenblad dat als het ware een voorlooper is geweest van het geraffineerde VNS. In de Mont's jeugd was de vaderlandsche poëzie de hoogste kunstuitdrukking. Reeds hadden mannen als Dautzenberg, de Cort en Van Droogenbroeck een heilzame reactie teweeg gebracht tegen de lakse sentimentaliteit of de valsch klinkende epiek. | |||||||
[p. 287] | |||||||
En intusschen(50) werd de taal(51) verrijkt door Gezelle(52) door wiens spraak de volle warme gloed sidderde van het ware gevoel. De Mont die onder voortdurenden schoonheidsdrang leefde ging de poëzie(53) voeren op vernieuwende banen van ware menschelijkheid; hij droomde(54) van en wrocht voor een schoone herleving en hij deed den leeuwerikszang van zijne Lentesotternyen schateren in(55) den suizende naklanken der laatste rederykersmuziek. (56) Mag | |||||||
3 d Aanhef van lezing met het oog op auditorium: M.M.
| |||||||
[p. 288] | |||||||
heden de VNS-beweging ontstaan is, hoe zij zich geopenbaard en ontwikkeld heeft, hoe hare golvingen de waarden der aesthetiek omgewenteld hebben, hoe zij ons opgetild heeft uit eene sfeer(6) van gezellig en benauwd provincialisme. | |||||||
3 e Voorbeeld van snipperaantekeningen met A.H.C.-bijschrift:[op losgescheurde Frans bedrukte vleugel van uitnodiging van ‘Cercle artistique’, rue d'Arenberg, voor Richard Baseleer-tentoonstelling(.); samedi 31 janvier 1914 à 2 h. de l'après-midi; tentoonstelling gewijd aan ‘Venise. Druk van uitnodiging V. Resseler.]
Dr Schamelhout = een regendroppel: er moet copij zijn! Dîners Globe (Brussel) en Belvédère St Anneken(:) | |||||||
3 f Twee tekstprobeersels(dubbel pro patria; met potlood) Men heeft beweerd dat wijl de V.N.S. beproefden het volk mee te voeren naar de ivoren toren van de Kunst om de Kunst, daarbuiten in Europa, de letteren overal in gouden bloei stonden en men haalt er bij - Ibsen, Nietzsche, d'Annunzio, Tolstoï en O. Wilde - En bij het magnifiek schouwspel van hun werk zouden de V.N.S. hunne groote eenzaamheid gevoeld hebben omdat zij in Vlaanderen de echo niet hoorden die de anderen die ik noemde in Europa wel hoorden - Nu schijnt het mij al heel twijfelachtig dat menschen als Ibsen of d'Annunzio uitmuntend gekozen voorbeelden zijn van kunstenaars die wèl in onmiddellijke voeling met hun volk gekomen zijn. Bestond er werkelijk reden voor de V.N.S. om | |||||||
[p. 289] | |||||||
berouw te voelen over hun werk? En zou V.N.S. bij gemis aan medemenschheid [!] bij gebrek aan ziel en adem gestorven zijn?! Och neen. De redenen van het verdwijnen zullen wel van buitenhuishoudelijken en minder metaphysischen aard geweest zijn. (Op een hoekje van het samengevouwen propatria-blad deze ‘verontschuldiging’): Indien ik nadruk gelegd heb op de ideeën van M. Rooses dan is het om rede dat ze pasmunt waren van de aesthetiek der dagen. (Zie blz. 250; het noteren waard, dat Max Rooses in jan-febr. 1914 nog leefde; overleden op 15 juli). |
|