Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903 (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903
Afbeelding van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903Toon afbeelding van titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

Scans (34.89 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903

(1903)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Beraadslaging over de vraag tot herziening der Academische Wetten]

Thans komt in bespreking het voorstel, in de vorige zitting neergelegd door de heeren Coopman, de Vos, de Vreese, Obrie en Prayon-van Zuylen betreffende de herziening der Wetten.

 

De heer Bestuurder, vooraleer de bespreking te openen, meent de aandacht der vergadering op de beteekenis van het voorstel te moeten vestigen. Er wordt niet gevraagd dat de Academie hic et nunc zou beslissen of hare wetten ja dan neen dienen gewijzigd te worden. Die vraag blijft volstrekt voorbehouden. Wat men verlangt is eenvoudig dat het punt zou onderzocht worden en dat men, volgens gebruik, met dit onderzoek eene bijzondere commissie zou belasten. Die commissie zou alsdan de quaestie grondig bestudeeren, de voorgestelde wijzigingen wikken en wege en daarvan verslag doen. Met dit verslag onder 't oog zou de Academie ten slotte een beredeneerd en rijpelijk overwogen oordeel kunnen vellen en beslissen of er al of niet redenen bestaan

[pagina 34]
[p. 34]

om de wetten te herzien. De heer Bestuurder drukt de hoop uit dat het voorstel aldus begrepen geene tegenkanting zal ontmoeten.

 

De heer Claes vraagt het woord.

‘Twee jaren geleden (zegt. Spreker) is er nog sprake geweest van ons reglement te veranderen. Uit de stemming over dat voorstel is gebleken, dat deze verandering niet verlangd werd, en daar is het bij gebleven.

Nu wordt er voorgesteld ‘eene commissie te benoemen, belast met het onderzoeken van de vraag of er wijzigingen aan de Wetten der Academie dienen gebracht te worden, en, zoo ja, welke wijzigingen’.

De onderteekenaars van dit voorstel hebben, krachtens art. 65 onzer Wetten, het recht om wijzigingen aan deze Wetten voor te stellen; daartoe is er geene Commissie van noode.

Wat mij betreft, ik geloof dat wij met onze oude Wetten goed over de baan kunnen. Is er hier of daar iets gebrekkigs aan, dat kan zonder moeite gewijzigd worden. Overigens wij krijgen elk jaar eenen Bestuurder, aan wiens bekwaamheid het overgelaten wordt de Academie en hare werkzaamheden te leiden.

Ik stel dus de voorloopige quaestie: Is het noodig onze Wetten te veranderen ja of neen?

En daarover vraag ik de onmiddellijke stemming.

[pagina 35]
[p. 35]

De heer Bestuurder zegt dat hij die motie met leedwezen heeft gehoord. In alle beraadslagende lichamen wordt het afwijzen van een voorstel door de voorafgaande vraag als een soort van blaam beschouwd. Het is de eerste maal dat men in de Academie staande houdt dat een voorstel, van collega's uitgaande, zelfs niet verdient in overweging te worden genomen.

 

De heer Coopman teekent verzet aan tegen de woorden van den heer Claes. Hij herinnert hoe, twee jaar geleden, tegen de herziening der wetten beweegredenen werden ingeroepen, die het onmogelijk is zonder protest te laten voorbijgaan, en besluit door de redenen uiteen te zetten, waarom hij de wijzigingen der wetten noodzakelijk acht.

 

Na verdere bespreking, waaraan verscheidene leden deel nemen, en daar de heer D. Claes verklaart dat hij kort na vier uur moet vertrekken, wordt, op voorstel van den heer Daems, besloten dat de discussie in de Maartzitting zal voortgezet worden.

 

Te vier uur en half verklaart de heer Bestuurder de zitting geheven.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken