Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911
Afbeelding van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911Toon afbeelding van titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.26 MB)

Scans (72.29 MB)

XML (2.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911

(1911)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 430]
[p. 430]

Ten aandenken aan Jan-Theodoor van Ryswyck
door V. dela Montagne.

Nu ruim zestig jaar geleden - men schreef 10 Mei 1849 - werd Theodoor van Ryswyck, ‘de(n) Door’ zooals hij in zijne geboortestad algemeen bekend stond, ten grave gedragen onder een aanzienlijken toeloop uit alle deelen van het Vlaamsche land.

Hij was gestorven in een krankzinnigengesticht, na een leven van ontbering; hij was geweest

 
‘..... de arme liereman,
 
die geen ander ambacht kan
 
en tot zingen is geboren’.

En hij was heengegaan op nauwelijks 38-jarigen leeftijd.

De besten onder de Vlaamsche letterbeoefenaars stonden rond die voorbarig geopende groeve geschaard, om gezamenlijk hulde te brengen aan den populairen zanger van zoo menig leutig of scherp geeselend lied. Daar waren Hendrik Conscience, Pieter van Kerckhoven, Lodewijk Gerrits en Verspreeuwen, Prudens van Duyse, Boone en Michiel van der Voort, die achtereenvolgens vertolkten de treurnis welke het heengaan van den armen dichter verwekte.

‘(Zijn) naam, betoogde Conscience, hoort toe aan de geschiedenis der Vlaamsche Beweging; hij hoort toe aan de geschiedenis onzer letterkunde door de onschatbare peerlen van ingeboren vernuft en van dichterlijke harmonie die in zijne werken liggen opgesloten; hij hoort toe aan onze zonen die de liederen van den minnelijken zanger niet kunnen vergeten!...’

 

Naar de getuigenis van J. Staes, een ooggetuige, was de menigte die 's zangers lijkstoet volgde, bij duizenden te tellen.

[pagina 431]
[p. 431]

Al dadelijk na zijn overlijden werd besloten tot de uitgave zijner volledige werken; vijftien jaar na zijnen dood verrees zijn standbeeld in zijne geboortestad en heden nog leeft zijn naam in de harten van duizenden.

 

Waaraan heeft Theodoor van Ryswyck die volksgeliefdheid te danken en hoe heeft hij die mogen behouden zoovele jaren lang?

Hij dankt ze eenigszins aan de vele weeën van zijn kortstondig bestaan, het schril contrast tusschen zijne onbezorgde uitingen van levenslust en levensvreugde met zijne benarde levensomstandigheden en zijn tragisch uiteinde.

Maar daarmede is niet verklaard waarom hij ook en vooral als dichter is blijven voortleven in de gemoederen van velen.

Immers, onder zijne taal- en tijdgenooten waren ontegensprekelijk dichters van hoogere vlucht, van diepere wijding, met meer technische vaardigheid toegerust dan waarover Theodoor van Ryswyck ooit heeft mogen beschikken. Ledeganck, Prudens van Duyse, Johan de Laet, om maar deze drie te noemen, wonnen het zeker van hem in velerlei opzicht; toch bleef hij in de volksgenegenheid de eerste plaats behouden, bleef hij voor zijn volk de type van den poëet, - gewis ook omdat hij nader dan meer begaafden tot dat volk gestaan heeft.

 

Beschouwen wij Theodoor's arbeid in zijn geheel, dan bevinden wij dat hij, die zich op velerlei gebied bewogen heeft, op ieder gebied verdienstelijk werk, maar niet meer dan verdienstelijk werk heeft geleverd, het verdienstelijkst wel in de ‘Balladen’; dat bij hem techniek en taalkennis nog al dikwijls te kort schieten; dat zijne speelsche luim wel eens tot ongebondenheid overslaat... Maar op één gebied is hij onvergelijkelijk, een meester: het Volkslied, de politieke satyre. Hoe klinkt het spontaan en vrij, waar hij de Franschgezinde bewindhebberen striemend afstraft: denkt aan Miserielied en Loop naar aen Duivel; - waar hij de nooden en ellenden van het Vlaamsche volk afschildert: denkt aan De Vagebonden; - waar hij het eigen volk en het eigen land verheerlijkend bezingt: denkt aan Vlaanderen en aan De Nederlanden!

Daar ligt, naar onze meening, het geheim zijner voortdurende, zijner steeds stijgende populariteit.

[pagina 432]
[p. 432]

In de eerste jaren na het ontstaan der Vlaamsche Beweging was het Theodoor van Ryswyck die uiting gaf aan de gevoelens die smeulden in ons nog half bewuste volk; zijne liederen, zijne satyren, gaande van mond tot mond, hebben het meest er toe bijgedragen om het sluimerende volksbewustzijn te doen herleven. Meer misschien dan een andere onzer dichters en schrijvers - Conscience uitgezonderd - is Theodoor van Ryswyck bij het volk, bij het nog Vlaamsch denkende, het nog Vlaamsch sprekende volk ingedrongen; en naarmate men beter zijne bedoelingen ging begrijpen, beter zijn streven ging waardeeren, beter zijne vingerwijzingen ging volgen, werd de herinnering aan den Door inniger en hechter en na verloop van jaren, overgedragen van geslacht tot geslacht, gehuld in schier legendarisch licht.

 

En zoo komt het dat na honderd jaar wij de geboorte herdacht hebben van een man die niet is geweest een groot dichter, - van enkel een dichter, maar een die zijn volk onschatbare diensten bewees, door het wakker te schudden waar het dreigde in te slapen, en door het wakker te houden, ook dan nog wanneer hij sedert zoo lang reeds rust was gaan zoeken na de vele tribulaciën van een moedig geleden en gestreden bestaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken