Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911
Afbeelding van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911Toon afbeelding van titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.26 MB)

Scans (72.29 MB)

XML (2.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911

(1911)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 546]
[p. 546]

Kleine verscheidenheden.

57. - Mannekin.

Mannekin is de naam van een zilveren en gouden munt. Zie Verdam, vo Mannekijn. In het Inventaire des Archives de la Ville de Bruges, door L. Gilliodis-van Severen, Mannekinne ghuldin, in teksten uit de rekening der stad Brugge over het jaar 1392-1393. Deze geleerde schrijver meent die munt met de ‘Florin imperial’ te mogen gelijk stellen en zegt dat zij, ten jare 1392, voor zeven schellingen grooten gerekend werd. (Zie ons Gloss. à l'Invent. des Archiv. de Bruges, Suppl., vo Mannekinne ghuldin.)

Naar den hieronder volgenden tekst, was het Mannekin, de ‘Florin de Hollande’ en was het 24 schellingen parisis waard:

 

Rijksarchief te Brussel, Fonds ‘Chambre des Comptes’, Rekening van den baljuw van Brugge en van het Vrije, van 10 Mei tot 20 September 1395: ‘Item vj florins de Hollande, quon dist mannekins, chascun au pris de xxiiij s., valent vij lb iiij s. par.’

58. - Vader ende moeder hebben.

Wat door die uitdrukking bedoeld is, kunnen wij niet vaststellen. Zonderling genoeg, omdat iemand ‘vader ende moeder had’, kon hij soms eene straf ontgaan. Hoe uitgelegd! Ziehier drie gevallen uit de rekening van den baljuw van Veurne over 1376 en over 1378:

 

Zekere Jan van de Walle had Jan Willin vermoord: daar hij zich evenwel met de familie had verzoend, hij ‘vader ende moeder hadde’ en klerk was, mocht hij de zaak mits betaling eener som van 100 pond bijleggen.

Adriaan de Ram had Jan den Haec een doorgaande wonde toegebracht: de jongen had echter ‘vader ende moeder’ en was minderjarig, en daarom mocht hij de straf met 12 pond ontgaan.

Eindelijk, Jan Herke, van Wulveringhem, had op zekeren dag de dochter van ‘Ghijs Belrijx’, ‘die vader ende moeder hadde’, geschaakt: maar 't meisje was een ‘vulwassen wijf’ en wist derhalve wel wat ze gedaan had; overigens de vader had Jan Herke niet aangeklaagd en deze kon dan ook aan de boete met 12 pond ontsnapper.

[pagina 547]
[p. 547]

De tektsen volgen:

 

Staatsarchief te Brugge, Fonds Veurne, Rek. Baljuw van Veurne van 22 Sept. 1376-12 Jan. 1377 n.s. (Rol): ‘Jan van den Walle was ghecalengierd vandat hij Jan Willin brachte vanden live ter doot. Omme dat partien pais maecten onderlinghe ende hij vader ende moeder hadde ende hij claerc was, pais omme c. lb.’

‘Adriaen de Ram was ghecalengierd vandat hij duergaende wonde gaf Jan den Haec, daer of de boete es lx. lb. Omme dat hij vader ende moeder hadde ende onder zine jare was, pais omme xij lb.’

Id., id, Rek. id. van 11 Jan. 1378 (n.s.) tot 10 Mei daaraanvolgende (Rol: ‘Wulverinchem: Jan Herke was ghecalengierd vandat hi Ghijs Belrijx dochtere, die vader ende moeder hadde, ontlede. Omdat een vulwassen wijf was ende partijen niet ne clagheden, pais omme xij. lb.’

59. - Roeper.

Dit woord heeft hieronder de beteekenis van Schreeuwer, Belhamel (hij die bij een oploop den boventoon voert). Zie bij Verdam, Middelndl. Wdb., alwaar drie voo beelden daarvan worden aangehaald. Volgens dien geleerden lexicograaf, komt het woord vooral in Zuidnederlandsche dialecten voor. Het volgende voorbeeld, dat aan de rekening van den baljuw van Veurne over 1384-1385 ontleend is, mag bijzonder belangwekkend heeten.

 

‘Dies wort nu te Vastenavonde een jaer’, of met eerstkomende Vastenavond een jaar, - (de rekening sluit met 9 Januari 1385), - was, te Bulscamp, zekere Jan de Bliec, een stroodekker, aangehouden, omdat hij ‘conincstavel’, d.w.z. hoofdman over een troep gewapende mannen was geweest en de banier van de Engelschen plach te dragen.

Ten jare 1332 was er oorlog tusschen Frankrijk en Engeland uitgeborsten. ‘Ende omme dat de grave Lodewijc van Vlaenderen’, - aldus schrijft Jan van Dixmude in zijne ‘Cronike...’ (blz. 218), - ‘hem hilt an tsconincx zyde van Vrankerike, daeromme de Inghelsche en wilden den Vlaminghen gheen wulle zenden noch vercoepen, ende daeromme moesten de wevers in Vlaenderen gaen om haer broet om Gode’. De Vlaamsche steden hadden zich echter algauw voor den koning van Engeland verklaard. Onze tekst herinnert nu aan een episode

[pagina 548]
[p. 548]

uit dien langen strijd, waarin de Artevelden een zoo gewichtige rol speelden. Jan de Bliec was een der aanvoerders in het kwartier van Veurne: hij was ‘een groot roeper’, had openlijk voor de Engelschen partij gekozen en was wellicht een der bijzonderste opstokers geweest bij het doen schorsen van de wet te Veurne: ‘ende halp tghedinghe beletten’. Nauwelijks had evenwel het gerecht zijn regelmatigen gang hernomen, of de baljuw had Jan de Bliec doen aanhouden en in de gevangenis zetten. De man was erg ziek: hij had in het gevang geen enkelen gezonden dag beleefd en de cipier had hem derhalve, uit medelijden, losgelaten, zoodat de schuldige, wat de toepassing der straf betreft, den baljuw ontvallen was. De zaak werd dientengevolge, door bemiddeling van den maarschalk van Burgondië, mits betaling eener som van 100 pond, bijgelegd.

 

De tektst volgt:

Staatsarchief te Brugge, Fonds Veurne, Rek. van den Baljuw van Veurne gaande van 19 Sept. 1384 tot 9 Jan. 1385 n.s. (Rol): ‘Bulscampt. Jan de Bliec, de stroedeckere, was ghevaen, dies wort nu te Vastenavonde een jaer, omme dat hij conincstavel was ende een baniere vanden Inghelschen plach te draghene, ende was bin mins sheeren Philips jonghen tiden een groot roeper ter borch te Veurne ende halp tghedinghe beletten. Waer of dat de bailliu den vors. Bliec te wetten stelde, ten yersten dat wet int land was, vander vors. mesdaet. Daer of dat cueriers twewarf haren veurst namen ende ten derden haer beleet ten drien banken. Ende de vors. Bliec heft aldore in de vanghenesse gheleghen al siec. Ende de steenwaerder dede hem gracie om sier siecheit wille, so dat hij hem ontlopen es. Daer of pais ghemaect bij min heere den maerschalc van Bourgoengnien omme c lb.’.

Edw. Gailliard.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken