Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928 (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928
Afbeelding van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928Toon afbeelding van titelpagina van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.21 MB)

Scans (119.47 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928

(1928)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 564]
[p. 564]

August Beernaert-Prijskamp
Tijdperk 1926-1927.

Verslag van de jury.

In vergadering van 21 December 1927 der Koninklijke Vlaamsche Academie werden volgende leden benoemd om deel uit te maken van den Keurraad: Styn Streuvels, Prof. Maurits Sabbe, Prof. Persijn, Eerw. H. Aloïs Walgrave. Als afgevaardigde van de Regeering werd op 24 Januari 1928 door den Minister van Kunsten en Wetenschappen de heer Adolf Herckenrath benoemd.

Tot voorzitter werd aangesteld, Styn Streuvels, tot secretaris-verslaggever Adolf Herckenrath.

Vijf vergaderingen werden gehouden.

43 boeken en manuscripten werden ingezonden.

 

Alhoewel enkele werken, zooals:

M. Vande Voorde: Het Meisje Lea,
F. de Pillecijn: Pieter Fardé,
F. de Pillecijn: Hugo Verriest,

de aandacht troffen, traden direkt op den voorgrond de twee volgende werken die bij de bekroning in aanmerking konden komen:
Mussche: De twee Vaderlanden,
Roelants: Komen en Gaan.

Laat ons met enkele woorden deze werken benaderen.

Komen en Gaan van Maurits Roelants is een heerlijke en zeldzame verschijning in onze letterkunde, niet alleen om het fijn zielkundig en gaaf verhaal, maar ook om haar mooi, rijk en stevig gestyleerd proza.

Dit is werk van een bewust artiest die het objectief realisme terugdrong en de personages van zijn roman tot symbolen van zijne gedachte en zijn gevoel wist uit te werken.

Dit verhaal geeft ons een kijk op wat er in het innerlijke

[pagina 565]
[p. 565]

zijn van een man en zijn vrouw, een jonge gescheiden vrouw en een geestelijke omgaat. 't Is een spel van stil gebeuren, een intiem konflikt van geestelijke overwegingen en zielsbeproevingen; een meesterlijke ontleding van een zinnelijken man, produkt van zijn overleden vader; van een koele verkwezelde, hooghartige vrouw, zonder levenslust; van een tante, wegens haar huwelijk uit de familie gesloten, in haar hart gekneusd door huwelijksmislukkingen; en van een priester van wien men de oplossing van het scheidingsprobleem afwacht. Onmiddellijk valt u de kloeke, gezonde ernst van den priester op, die ‘de gaven des geestes een zekeren voorrang gaf op die des harten’, en aan het psychologisch proces geen het minste geweld wil aandoen.

Deze ontleding van den Ik-vorm, geschiedt dan ook zonder horten of stooten en het verhaal lijkt daardoor soms koud en te verstandelijk.

Indien het niet misplaatst is van invloed te spreken, zouden we hier den naam van Mauriac willen noemen als een bewijs hoe hoog we dezen roman van Roelants stellen, die getuigt van een prachtig innerlijken rijkdom.

Mussche. De twee Vaderlanden.

Dit is een boek, gezwollen van hartstocht en wee, doorkruist van felle bitterheid en milde levensvreugde, waarin de stem van een bard opbazuint vol bekommering om de nooddruftigen, de misdeelden.

Drager van een ideaal, van God vervuld, zoekt de schrijver Hemel en Aarde, God en de menschen, te vereenigen in één beminnenden drift; hier, breekt de smart, doordrenkt van ‘liefde, lente en muziek’ tot een psalm; daar, zwelt het rythme tot een uitdagenden zang aan het Leven.

Een altruistische geest treedt uit gansch zijn werk naar den voorgrond en uit de diepten van zijn groot-menschelijk gemoed stijgt in oogenblikken van bezielde bewogenheid, zijn woord als de breed-orgelende stem van een Prediker.

Zijn taaldronkenschap, in dienst van de gedachte, zijn bandelooze natuur- en levensaanbidding, waaraan de lezing van Walt Whitman niet vreemd blijkt te zijn, slaan soms over in rhetorikale weelde, zoodat vers en proza bijna verstikken in den overvloed van zijn klank en beelden en aan het natuurlijke en het breed-gedragen rhythme der groote weeën en vreugden geweld aandoen.

[pagina 566]
[p. 566]

Maar afgezien van deze jeugd-gebreken, wijst dit boek onmiskenbaar naar een nieuwen uitingsvorm in de Vlaamsche letterkunde waarvan de mannelijk bazuinende klank reeds het praeludium is

De grootschheid van visie die uit elke bladzijde naar voren dringt, de oorspronkelijkheid van de behandelde stof, waarbij de schrijver de verborgen stemmen van vreugde en smart, van Leven en Dood, van God en Menschen, hartstochtelijk heeft beluisterd, maakt dat de Twee Vaderlanden met evenveel liefde mogen aanvaard worden als ze werden geschreven.

De taak van de jury was lang niet gemakkelijk en graag zou ze den prijs in verdeeling aan Mussche en Roelants toegekend hebben indien de voorschriften van den prijskamp zulks hadden toegelaten. Vóór dit ‘non possumus’ werden de verdiensten en gebreken van beide werken lang gewikt en gewogen en bij de stemming spraken drie leden zich voor Mussche uit en twee voor Roelants.

 

Namens de Jury:

De Schrijver,
Ad. Herckenrath.

De Voorzitter,
Frank Lateur.

De Leden,
J. Persyn,
M. Sabbe,
Al. Walgrave.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Adolf Herckenrath

  • Stijn Streuvels

  • Jules Persyn

  • Maurits Sabbe

  • Aloïs Walgrave