Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vestdijkkroniek. Jaargang 1973 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vestdijkkroniek. Jaargang 1973
Afbeelding van Vestdijkkroniek. Jaargang 1973Toon afbeelding van titelpagina van Vestdijkkroniek. Jaargang 1973

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vestdijkkroniek. Jaargang 1973

(1973)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

‘Anton Wachter is tegelijk minder, en Anton Wachter is tegelijk meer’.

Harlingen, 28 april 1973, onthulling van het Anton Wachterbeeld door mevrouw Mieke Vestdijk. Anton Wachter, het geesteskind van de in 1971 overleden schrijver Simon Vestdijk, niet alleen geesteskind, maar ook:

het kind dat hij was, wiens Harlingse jeugd hij in acht boeken heeft opgetekend in even zoveel perioden.

Als blijvend teken van die jeugd staat nu in het centrum van Harlingen, temidden van zoveel vertrouwde plekjes, - zijn geboortehuis aan de Voorstraat, het huis aan de Spekmarkt waarnaar het gezin al spoedig verhuisde - een bronzen Anton Wachter, timide, maar toch wezenlijk daar, te wachten op Ina Damman, het meisje, de ingrijpende jeugdliefde waarom hij in hoofdzaak begon te schrijven aan zijn eerste romanmanuskript:

‘Kind tussen vier vrouwen’ (Uitgegeven bij De Bezige Bij). Toch zou het verkeerd zijn Anton Wachter identiek te stellen met Simon Vestdijk, want, zoals Nol Gregoor, zijn biograaf het zegt:

‘Anton Wachter is tegelijk minder, en Anton Wachter is tegelijk meer. Het zou niemand van u ooit lukken, als u het zou willen proberen, om een beeld te geven van de mens die u bent, een beeld van uw jeugd en een beeld van uw leven’.

Bij de onthulling van het Anton Wachterbeeld in Harlingen, of Lahringen, zoals het in de boeken van Vestdijk heet, sprak Myrle Tjoeng met de Friese beeldhouwster, mevrouw Suze Boschma-Berkhout, die het beeld maakte:

 

Anton Wachter komt uit de romans van Simon Vestdijk tot ons als een erg bangig jongetje en ook een erg gevoelig jongetje. Die gevoeligheid, hoe heeft u die kunnen uitdrukken in het beeldje, voor uzelf?

Nou, als u het beeld hebt gezien, dan hoop ik dat eruit blijkt dat het een jongen is die toch wat gespannen staat te kijken.

Het is niet een wat we zeggen, lefjongetje. Hij staat er, ja, echt een beetje bang toch wel, te kijken, zo van: ik ga wel tegemoet wat er komt. Dus niet echt bang maar wel wat bedeesd of wat terughoudend. Dat zit toch wel in de houding.

 

Met de pet diep over de ogen.

 

Nou de pet is niet zo erg diep over de ogen bij mijn beeld, maar de pet is er wel en het geeft, dacht ik, ook wel duidelijk het beeld van die tijd weer, dat kostuum uit die tijd.

 

Een reaktie van mevrouw Mieke Vestdijk:

‘Ik vind het een fijn levendig beeldje geworden, en toch daarbij - en dat komt door die pet - een beetje teruggetrokken, het is dus een gespannen beeldje geworden, en dat vind ik fijn’.

Na de onthulling werd vanaf Vestdijks geboortehuis de wandeling door ‘Lahringen’ gemaakt die in ‘Terug tot Ina Damman’ wordt beschreven. De straten werden voor deze gelegenheid even herdoopt met de namen die ze in de Anton Wachterboeken dragen.

 

In het Cultureel Centrum Trebol hield Nol Gregoor een inleiding over leven en werken van Simon Vestdijk, waaruit wij u nu een fragment laten horen:

‘Ik wil u nu, uit’ Kind tussen vier vrouwen’ een passage laten horen, dat volgens mij een kernpunt is, een hele korte passage. 't Kind, scholiertje, en de schrijver Vestdijk naderen elkaar om gezamenlijk op weg
[pagina 57]
[p. 57]
te gaan naar het afwikkelen van de jeugd en z'n kleurrijke omgeving. En van meet af aan wordt hier een karakteristiek gegeven van dat kind, dat volgens mij van enorm belang is voor de wijze waarop men de Anton Wachterfiguur verder gaat zien en benaderen:
‘Maar vlak voor ons groeit iets, dat ons in beslag genomen heeft. Rond en bleek is het, en de ogen erin staan zo groot, zo droevig, dat we ze eerst voor plaatsen houden, waar het gezicht tot gaten ineenzakt. Het zijn ogen van een kind, dat iets verloren heeft, maar het elk ogenblik weer terug hoopt te vinden. Gladgekamd het haar, niet door hem zelf, door een andere hand. De kin wijkt wat naar achteren. Daarboven zou de lip wel eens kunnen gaan trillen, als hij bang werd of verdrietig. Zo dicht kunnen geen twee gezichten bij elkaar komen als het mijne bij het zijne nu! Eerst meende ik, dat hij schreide, maar het is geen vocht, waardoor zijn ogen glanzen. Hij ziet me niet, hoe dicht ik ook bij hem ben. Door een kracht achter me, die zich inspant om me de genadestoot te geven, word ik naar hem toegedreven. En voor het eerst ben ik uit dat “wij” getuimeld, uit dat kleurloze “wij”, - zo snedig en volwassen, en zo duivels aardig gevonden ook; ik ben getuimeld uit mijn beroep, uit mijn portefeuille (met afzonderlijk gleufje voor visitekaartjes, die even goed van een ander hadden kunnen zijn), uit mijn confectiekleren, mijn portretlijstjes, mijn veilige zevenmijlslaarzen. Niets van dit alles is hier te gebruiken! Hier alleen naaktheid, een bevend, onbeschermd iets zonder naam schier...’. ‘Iedereen die dit deel leest zal zich afvragen: wat gaat er van dit kind worden? En Vestdijk heeft dat verteld, hij heeft dat geprobeerd zo dicht mogelijk te benaderen als hij maar kon. En wat is nu die geschiedenis eigenlijk geworden? Het is de geschiedenis geworden van: hoe scherm ik die naaktheid af? Hoe bedek ik die naaktheid? Hoe temper ik dat huilen dat daar dreigt? Hoe ontkom ik aan dat verdriet, aan die kwetsbaarheid, aan alles wat in dat kind in aanleg al ligt ingebouwd? Want op de een of andere wijzen, moet ik het toch handhaven, moet ik het toch levensvatbaar weten te maken’.

Nol Gregoor besloot zijn inleiding met de woorden dat een afscheid van Vestdijk van Lahringen nooit heeft plaatsgevonden:

‘Wij weten nu dat de laatste twee hoofdstukken die hij schreef weer bevatten een terugkeer naar Lahringen, het afscheid heeft inderdaad nooit plaatsgevonden. Wat wel plaatsgevonden heeft is het monument voor Anton Wachter/Simon Vestdijk op de plaats die men zich niet beter zou kunnen wensen, tussen zijn geboortehuis aan de ene kant, de lagere school daartegenover en het huis van de Spekmarkt van zijn vroegste jeugd af. Simon Vestdijk is dit waard en ik hoop maar een ding:
dat ook de Harlingers van nu en van de toekomst Simon Vestdijk waard zullen zijn. Ik dank u zeer’.

(gedeelten uit een -radio-verslag van Harlingen, opgenomen in ‘literama’, 7e jrg. nr. 53, p. 363 e.v.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken