Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Victory (ca. 1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Victory
Afbeelding van VictoryToon afbeelding van titelpagina van Victory

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.79 MB)

Scans (49.74 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Victory

(ca. 1930)–Anoniem Victory–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Tusschen de palmen.



illustratie

Samen zaten ze onder den donkeren trillenden sterrenhemel van Java.

Overal rondom bloeide de stilte als een blauw fluweelen bloem.

Toen dook de wind op uit zee en neuriede zijn lied in de palmen-toppen.

De boomen bogen hun hoofden naar elkaar toe en fluisterden: ‘Wind, lieve wind, die komt aanblazen over de groote zee, wat zingt ge toch? Vertel ons van de dingen, die gij hebt gezien; wij zijn aan onze plaatsen gebonden, wij kunnen niets, wij weten niets, wij bloeien en dragen vruchten, dat is alles....’

‘Luistert,’ zei de wind, en hij begon:

‘Dèwi Tisna, de schoone godendochter, droeg zooveel leed in haar hart, dat ze niet langer leven kon. Voor ze stierf, sprak ze het verlangen uit, niet in den hemel maar op de aarde te worden begraven. Want de menschen hadden haar geen droefheid gebracht, doch de goden zeer veel.

Dèwi Tisna's wensch werd vervuld.

[pagina 8]
[p. 8]


illustratie

Doch toen ze in de aarde lag, sierden de goden haar graf. Allerlei planten schoten er uit omhoog en daaronder waren vele vruchtboomen. Ook de kelapa (kokospalm), die uit het hoofd van Dèwi Tisna ontsproot en door wiens kruin zangen ruischten ter eere van de schoone hemelinge.

De goden lieten hem in 't bezit van de menschen en hij vermenigvuldigde zich en vormde tuinen over geheel de wereld, waar deze door heete zon beschenen wordt.

Maar waar het koud is, daar kwijnt hij en sterft, als iemand hem heeft overgeplant. Gij houdt immers van den brandenden zonnegloed, nietwaar?’

Even verstilde de wind, alsof hij op antwoord wachtte.

‘Ja,’ ruischten de palmen, ‘zonder zon kunnen wij niet leven.’

‘De menschen waren dankbaar voor het geschenk der goden,’ ging de wind voort. ‘Zij gebruikten het hout van de palmen, de wortels en de bladeren; ze plukten de rijpe vruchten, maakten weefsels van de vezels, die de pit omhullen, aten het blanke vleesch en dronken het klapperwater.

Ook raspten zij de witte kern, kookten die en schepten er het

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie

vet af, dat er in een dikke laag bovenop dreef. Dat alles deden zij, tot op dezen dag.

De blanda's, die den weg over zee hadden gevonden, zagen welk een rijkdom van vet er in de klappernoot verborgen zat. O, ze zijn slim deze menschen met hun witte gezichten! Ze laten de noten plukken, het vleesch in stukken snijden en leggen dat in de zon te drogen, zoolang tot het donker en hard is geworden. Copra noemen ze het dan. Schepen vol voeren ze weg....’

‘Waarheen?’ vroegen de palmen haastig.

‘Naar het land, waarin ze geboren zijn; waar het vreeselijk koud is, als hier de natte moesson heerscht; waar de zon haar aangezicht verbergt achter wolken, die dagenlang niet willen wijken.’

Een zucht van teleurstelling ging door de boomtoppen.

‘En wat gebeurt er dan?’

‘Dat heb ik nooit kunnen ontdekken’, zei de wind. ‘Maar er loopen geruchten, dat de copra in een stad, die de blanda's Rotterdam noemen, verandert van gedaante, en dat ze als een heerlijke, voedzame spijs over geheel de wereld wordt uitgezonden.’

‘Ook naar hier?’

[pagina 10]
[p. 10]


illustratie

‘Oòk naar hier! Zoo heb ik hooren beweren. Maar weten doe ik het niet.’

‘Het is als een sprookje,’ ruischten de palmen. ‘Een verloren kind, dat terugkeert...’

‘En beter terugkeert, dan het heengegaan is,’ zei de wind. ‘Maar nu heb ik geen tijd meer. Nog even zal ik je wiegen, dan ga ik!’ Forsch bewoog hij de boomtoppen een oogenblik heen en weer, en de rijpe noten vreesden, dat ze dezen speelschen aanval niet zouden kunnen weerstaan.

‘Wind, lieve wind,’ vroegen ze, ‘zijn we haast zwaar genoeg om te worden geplukt? Gij voelt immers ons gewicht!’

‘Velen uwer zie ik misschien niet meer terug,’ antwoordde de wind.

‘Ik vermoed, dat ik u morgenavond niet opnieuw zal kunnen wiegen.’

‘En zouden we dan naar Rotterdam gaan?’

‘Dat weet ik niet. Maar als gij 't gaarne wilt, hoop ik het voor u. Goede reis dan, goede reis!’

En suizend stoof hij voort, nieuwe klappertuinen tegemoet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken